RecyBEM: Autoband is waardevolle grondstof
In speeltuintegels, kunstgrasvelden, koematten, rubberpaaltjes en nieuwe auto-onderdelen krijgt rubber uit afgedankte autobanden een nieuwe functie. Organisatie RecyBEM uit Den Haag doet er alles aan om de banden milieuvriendelijk in te zamelen en te verwerken.
Het probleem van de afgedankte autobanden dreigde in de jaren 90 volledig uit de hand te lopen. Her en der in het land verrezen bergen van afvalbanden; andere slingerden ongebruikt rond op boerenerven of belandden als zwerfafval in sloten.
Samen met de bandenbranche pakte de overheid het probleem met succes aan: de bandenbergen zijn verleden tijd. Producenten en importeurs zijn nu verantwoordelijk voor de inname en de verwerking van afgedankte autobanden.
Bandenleveranciers zijn verplicht voor elke nieuwe band die ze afleveren één oude band in te nemen. „In vaktaal: eenmaal oud voor eenmaal nieuw”, legt Kees van Oostenrijk uit. Hij is bestuurder van organisatie RecyBEM uit Den Haag, die het inzamelen en verwerken van de banden coördineert voor producenten en importeurs. „Fabrikanten als Vredestein, Continental, Goodyear en Michelin betalen daarvoor per band aan ons een inzamelvergoeding.”
RecyBEM is behoorlijk succesvol, zo blijkt uit de cijfers. Jaarlijks halen door RecyBEM gecertificeerde inzamelaars samen 8 miljoen gebruikte banden op. Daar komen nog zo’n 800.000 afgedankte banden van sloopauto’s bij; daarvoor werkt RecyBEM samen met ARN Auto Recycling uit Tiel. Van Oostenrijk: „In Nederland worden zo vrijwel alle oude banden verwerkt; een topscore binnen de Europese Unie.”
De banden worden behandeld volgens de zogeheten Ladder van Lansink. Tweede Kamerlid Lansink introduceerde in 1979 een manier om afval zo te verwerken dat het milieu daar zo weinig mogelijk onder zou lijden. Concreet: hergebruik verdient de voorkeur boven recycling van het materiaal of verbranding. Inzamelaars scheiden de banden in zogeheten waardebanden voor hergebruik en zogenoemde schrotbanden voor recycling of verbranding.
In totaal leveren de ingezamelde banden bij recycling elk jaar 37 miljoen kilogram hoogwaardige grondstoffen op, zoals rubber en staal. „Daarmee wordt de uitstoot van 60.000 ton CO2 voorkomen die de productie van nieuwe grondstoffen anders zou hebben opgeleverd, vergelijkbaar met 400 miljoen autokilometers”, merkt Van Oostenrijk op.
Teruggerekend naar één auto: vier banden bevatten 15 kilogram herbruikbare grondstoffen. Daarmee wordt 30 kilogram CO2 uitgespaard: de uitstoot van een ritje van Amsterdam naar Brussel.
RecyBEM is ook betrokken bij allerlei nieuwe initiatieven om waardevolle grondstoffen uit banden te halen. „De latexbomen die rubber voor de banden leveren, groeien niet tot in het oneindige. We zullen het materiaal moeten gaan hergebruiken in nieuwe banden. Ook al omdat in het Verre Oosten steeds meer mensen een auto kopen”, legt Van Oostenrijk uit.
Zo werkt RecyBEM mee aan onderzoek naar nieuwe technieken zoals devulkanisatie en pyrolyse van rubber uit afgedankte autobanden. Bij pyrolyse wordt het rubber onder hoge druk verhit en chemisch ontleed. Daarbij ontstaan bruikbare gassen zoals methaan en ethaan. De vaste stof die overblijft is zwart rubbergranulaat (carbon black), dat toegepast kan worden in nieuwe autobanden.
Samen met de Universiteit Twente onderzoekt RecyBEM een methode voor devulkanisatie, het omgekeerde proces van het maken van ‘nieuw’ rubber voor de autoband. Carbon black wordt daarbij ontzwaveld, zodat het oorspronkelijke rubber kan worden teruggewonnen. „Momenteel is 10 procent van het carbon black recyclebaar, maar met devulkanisatie kunnen we dat aandeel opschroeven naar 40 tot 50 procent. Het volgende decennium is deze techniek beschikbaar”, verwacht Van Oostenrijk.
„Het is belangrijk dat fabrikanten een keuze kunnen maken uit meerdere grondstoffen. Dan kunnen ze ook de komende tijd kwalitatief goede en betaalbare banden produceren. Bovendien ontstaat er zo een gesloten kringloop voor het rubber uit autobanden.”
Dit is het derde artikel in een serie over duurzame manieren van afvalverwerking. Volgende week in Puntkomma deel 4.
Ladder van Lansink
1. Preventie
Hoewel RecyBEM zich niet direct bezighoudt met preventie –gebruik van autobanden voorkomen– gebruikt de organisatie de term wel op een alternatieve manier. Ze kijkt bijvoorbeeld mee uit welke materialen fabrikanten hun banden samenstellen. Directeur Kees van Oostenrijk: „Het komt voor dat een nieuw type band het herverwerkingsproces laat vastlopen. Bijvoorbeeld doordat het materiaal niet geschikt is voor recycling. In alle gevallen blijken fabrikanten bereid hun band minder milieubelastend te maken.”
In de achterliggende jaren zijn zware metalen zoals lood en zink verdwenen uit de autoband. „Ook worden kankerverwekkende oliën in Europa niet meer toegepast; maar in het Verre Oosten nog wel.”
2. Hergebruik
Een groot deel van de afgedankte Nederlandse banden is nog bruikbaar. Het gaat om zo’n 2 miljoen exemplaren met minimaal 1,6 millimeter profiel. „De meeste daarvan gaan naar Zuid-Amerika, Oost-Europa en Afrika”, aldus Kees van Oostenrijk van RecyBEM.
Een andere manier om oude banden een nieuw leven te geven, is door het loopvlak te vernieuwen. Banden van bussen en vrachtauto’s tot wel vijf keer voorzien van een nieuw loopvlak. Bij personenauto’s staat dit proces nog in de kinderschoenen. Van Oostenrijk verwacht dat door grondstoffenschaarste banden vaker een nieuw loopvlak zullen krijgen. „Alleen banden die technisch 100 procent zijn, komen ervoor in aanmerking. Voor de consument is het prettig dat deze banden 40 procent goedkoper zijn dan nieuwe.”
3. Recycling
Volgens de eisen van RecyBEM moet minimaal 25 procent van de afgedankte banden gerecycled worden. „In de praktijk komt 60 à 70 procent daarvoor in aanmerking”, vertelt Kees van Oostenrijk van RecyBEM. „Het gaat om banden die niet meer hergebruikt kunnen worden; het textiel van de band is zichtbaar of het staal komt erdoor. Hij is in zijn constructie aangetast.”
Zo’n band wordt vervolgens versnipperd. Van het rubber worden bijvoorbeeld kunstgras, koematten en trimbanen gemaakt. Het staal uit de schrotband gaat naar de hoogovens in IJmuiden. Het textiel uit de band is katoen of nylon. Van de katoen worden opnieuw garens gemaakt. De nylon wordt soms verbrand, maar meestal opgeslagen. Van Oostenrijk: „Er wordt hard gewerkt aan toepassingen om ook dat materiaal opnieuw te kunnen gebruiken.”
4. Verbranden+
Gewoon verbranden van autobanden komt in Nederland niet meer voor, merkt Kees van Oostenrijk van RecyBEM op. „Het mag alleen nog in combinatie met energieopwekking, bijvoorbeeld in warmtekrachtcentrales. In Nederland komt nog maar 10 procent van de oude banden in aanmerking voor thermische verwerking.”
In Zuid-Europa zijn oude banden een waardevolle brandstof om cementovens mee te stoken, terwijl ze in Scandinavië worden gebruikt bij de bereiding van staal in de hoogovens. Daarmee wordt bespaard op het gebruik van fossiele brandstoffen zoals steenkool.
5. Storten
Het verbranden en storten van oude banden is in Nederland verboden.