Paus neutraliseerde bevrijdingstheologie Latijns-Amerika
In de 25 jaar dat hij paus was, bezocht Johannes Paulus II evenzoveel Latijns-Amerikaanse landen. Onder zijn pontificaat heeft de bevrijdingstheologie van de jaren zestig en zeventig er plaats moeten maken voor een meer conservatieve en hiërarchische kerk.
Donderdag staat de paus een kwarteeuw in het hoogste rooms-katholieke ambt. In september benoemde hij 31 nieuwe kardinalen, onder wie 3 Latijns-Amerikanen. Het subcontinent levert nu 24 kardinalen, die bijna allemaal op de theologische lijn van het Vaticaan zitten. De top van de Rooms-Katholieke Kerk is intussen helemaal gezuiverd van Latijns-Amerikaanse geestelijken die hebben bijgedragen tot het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), dat de basis legde voor de bevrijdingstheologie. Die legde de christelijke leer uit als een „keuze voor de armen” en zag het als taak van de kerk de mensen te bevrijden van onderdrukking en armoede.
Op zijn 18 reizen naar Latijns-Amerika heeft de paus er alles aan gedaan om zijn visie op de „kerk van het derde millennium” ingang te doen vinden. Hij schrok er niet voor terug aan dictators de communie te geven, verkozen presidenten te bekritiseren en afvalligen op een zijspoor te zetten.
Kardinaal Joseph Ratzinger, hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer, publiceerde in 1984 een kritisch document over de ”theologie van de armen”. In 1983 nam de paus in Nicaragua het nog jonge sandinistische regime op de korrel, dat zojuist de dictatuur van Somoza had overwonnen. Dat leverde de kerkvorst voor het eerst boegeroep op uit het publiek, omdat hij niet tegelijk het geweld van de door Washington gesteunde contrarebellen veroordeelde. De paus viel toen even uit zijn protocollaire rol door het publiek tot „silencio” te manen, wat leidde tot nog meer tumult.
Op latere reizen, naar Argentinië en Chili, had de paus er geen probleem mee om dictators de communie te verlenen. Mensenrechtenschendingen kwamen niet of slechts zijdelings ter sprake. In 1996 kreeg de vroegere Chileense dictator Pinochet voor zijn vijftigste huwelijksjubileum een ondertekende foto van de paus met een tekst waarin de dictator en zijn vrouw een „voorbeeldig christelijk koppel” werden genoemd.
In de twee grootste rooms-katholieke landen op aarde, Brazilië en Mexico, bleef nog maar een handvol progressieve bisschoppen over. Een bekend geval is dat van de Brazilaanse priester Leonardo Boff, die een spreekverbod kreeg en vervolgens de kerk uitstapte. „Deze rijke kerk moet de arme mensen haar verontschuldigingen aanbieden omdat zij die het opnamen voor de minstbedeelden werden veroordeeld als valse profeten”, aldus Boff onlangs in een interview met een Mexicaanse krant.
Een ander voorbeeld is de Mexicaanse bisschop Samuel Ruiz uit de opstandige provincie Chiapas. Enkele inheemse diakenen die Ruiz hadden gewijd, werd verboden hun mandaat uit te oefenen. De Braziliaanse bisschoppen Ivo Lorscheiter, Luciano de Almeida en Celso Queiroz werden omwille van hun progressieve visie verbannen naar verafgelegen bisdommen. Het bekendste geval is dat van wijlen bisschop Helder Cámara, die nooit tot kardinaal werd bevorderd.
Johannes Paulus II en zijn adviseurs hebben geprobeerd de kerk van het verleden opnieuw op te bouwen, zegt Francisco Avedaño van de universiteit van Costa Rica. „Hij heeft de traditionele structuren willen consolideren zonder de nodige veranderingen door te voeren.”
Door de benoeming van conservatieve bisschoppen is de bevrijdingstheologie nu volledig geneutraliseerd, aldus Avedaño. De positie van het Vaticaan tegenover de bevrijdingstheologie werd geïnspireerd door de houding ten opzichte van het voormalige Oostblok, meent de Mexicaanse theoloog Carlos Monteverde.
Na de val van het communisme en het ontstaan van een wereld die gedomineerd wordt door de Verenigde Staten, begon de paus echter het „wilde kapitalisme” te bekritiseren. Onlangs nog veroordeelde hij de Amerikaanse inval in Irak. Op zijn reizen naar Latijns-Amerika kwam de nadruk te liggen op mensenrechten en economische rechtvaardigheid. Bij een ontmoeting met Fidel Castro in 1998 bleef er niets over van de kritische tonen die de paus destijds in Nicaragua had aangeslagen.
Eén ding staat voor Monteverde vast: in de voorbije 25 jaar hebben de progressieve stromingen plaats moeten maken voor een meer conservatieve leer, met het accent op ”spirituele bevrijding”.