Franciscus te rooms om blij mee te zijn
Protestanten in Zuid-Amerika doen niet mee met de euforie rond de verkiezing van de eerste Latijns-Amerikaanse paus in de geschiedenis. Paus Franciscus is te zeer een exponent van het typische roomse kerk-zijn om ook voor hen een identificatiefiguur te zijn, betoogt Peter van Olst.
Latijns-Amerika is dolblij met z’n paus. De jezuïtische zoon van Buenos Aires is voor de grote rooms-katholieke meerderheid een uiterst herkenbare figuur. De protestantse minderheid, die in de afgelopen decennia overal op het continent een flinke groei doormaakte, is aanmerkelijk minder enthousiast.
Terwijl in de straten van Argentinië de uitverkiezing van Jorge Mario Bergoglio als een kampioenschap werd gevierd, sprak presidente Cristina Kirchner voor de nationale televisie woorden van waardering voor de man die ze in politiek opzicht toch vooral als een geduchte opponent heeft leren kennen. Ook elders in Zuid-Amerika was de pausbenoeming het gesprek van de dag en aanleiding voor uitgebreide media-aandacht.
In Venezuela was het bijna onvermijdelijk dat het heugelijke nieuwsfeit werd gelinkt aan het trieste verscheiden van de geliefde president Hugo Chavez, twee weken geleden. „Onze commandant heeft zijn invloed in de hemel aangewend”, reageerde opvolger Nicolas Maduro half grappend, maar toch met ernstige ondertoon. De uitspraak zegt meer over Latijns-Amerikaanse euforie dan over roomse dogmatiek – de laatste houdt een recent overleden persoon voorlopig echt nog in het vagevuur.
Zoals Chavez en andere links georiënteerde Zuid-Amerikaanse presidenten erg geliefd zijn bij de armere massa, zo is ook Bergoglio voor dit deel van de bevolking een identificatiefiguur. Zijn sobere levensstijl spreekt tot de verbeelding op een continent waar de welgestelden hun rijkdom en macht grif uitleven. Een aartsbisschop in de bus, een hoge geestelijke die het zwart dikwijls verkiest boven het kardinaalsrood en die te voet aankomt bij het grote conclaaf in Rome – voor de Zuid-Amerikaanse arbeider of werkloze is het een sprookje.
Jezuïet
Van zijn kant heeft Bergoglio ook hard gewerkt om zich te identificeren met de armere Latijns-Amerikanen. Zo bond hij over het economische en sociale beleid van de Argentijnse regering regelmatig de strijd aan met de Kirchners (Nestor Kirchner werd als president na zijn overlijden opgevolgd door zijn vrouw Cristina). Hij waarschuwde dat het liberale economische beleid zou leiden tot verdere tweedeling in de samenleving. Het werd hem niet in dank afgenomen, gezien het feit dat hij zich er later over beklaagde dat de presidente nog nooit had deelgenomen aan een misbediening onder zijn leiding.
Niet alleen door zijn strijd tegen armoede en tweedeling heeft Bergoglio zich geliefd gemaakt in Latijns-Amerika, maar ook door zijn betrokkenheid bij de volkscultuur. De huidige paus is ”amante” (liefhebber) van de typisch Argentijnse sensuele tangodans. Tevens heeft hij onthuld fan te zijn van voetbalclub San Lorenzo, die in de hoogste Argentijnse competitie speelt. In de media werd hij daarom deze week al aangeduid als de ”voetbalpaus”. Als aartsbisschop verweet hij priesters die de doop weigerden aan kinderen van ongetrouwde stellen „nieuwkerkelijke hoogmoed.”
Bergoglio laat met dit alles zien een echte jezuïet te zijn. Conservatief in de leer, maar open en absorberend ten opzichte van de cultuur en met aandacht voor de strijd tegen armoede. Het zijn deze aspecten waarmee de jezuïeten zich in Zuid-Amerika altijd al hebben onderscheiden. Sterker: het waren jezuïtische zendelingen die in de zestiende eeuw als eersten arriveerden om de door Columbus ontdekte nieuwe wereld te kerstenen. Aan die kerstening heeft nadrukkelijk de leer van de Contrareformatie en het Concilie van Trente ten grondslag gelegen. Ten opzichte van de cultuur zijn de jezuïeten daarbij altijd open tot bijna syncretistisch geweest.
Het verklaart wie Bergoglio is. Dat hij zich als paus Franciscus laat noemen, mag daarbij als een tactische zet worden opgevat. Bergoglio laat zien dat hij niet alleen maar jezuïet is, maar open en belangstellend is ten opzichte van andere kloosterordes. Tegelijk afficheert hij zich met Franciscus van Assisi om het aureool van eenvoud en matigheid te versterken. Maar hij blijft een typische jezuïet. Zijn keuze om als paus meteen vanuit het Vaticaan naar de grootste Mariakathedraal ter wereld te gaan om te bidden, is meer dan een toevalligheid. Het is een piketpaal van typisch Zuid-Amerika Mariadevotie.
Santenkraam
Dit alles leidt ertoe dat protestanten in Zuid-Amerika absoluut niet meedoen aan de euforie rond de uitverkiezing van de eerste Latijns-Amerikaanse paus in de geschiedenis. Op ethisch terrein kunnen zij zijn inbreng in discussies rond abortus, euthanasie en homohuwelijk waarderen, maar verder is Franciscus te zeer een exponent van het typische roomse kerk-zijn om ook voor hen een identificatiefiguur te zijn.
Het nog jonge Latijns-Amerikaanse protestantisme heeft toch al weinig op met de oecumene met Rome. Daarvoor is het in geestelijk opzicht nog te verheugd om aan de santenkraam van het volkskatholicisme te zijn ontrukt.
Protestanten beseffen daarbij dat de benoeming van een populaire Latijns-Amerikaan als paus het rooms-katholicisme op het continent nieuwe veerkracht kan geven. Dat is in een tijd waarin politieke leiders toch al kritischer naar evangelische en charismatische kerken beginnen te kijken, geen wenkend perspectief.
De auteur werkt voor de Zending Gereformeerde Gemeenten als evangelist in Ecuador.