Stichting In de Rechte Straat houdt ontmoetingsdag in Gorinchem
GORINCHEM – Vanuit het hart van de Reformatie het hart van de rooms-katholieke medemens bereiken. Dat is volgens directeur Hans ten Klooster de kerntaak van de stichting In de Rechte Straat (IRS). Zaterdag hield de stichting een ontmoetingsdag in Gorinchem.
„Hou jij die zooi maar.” Tony wil geen folder aannemen. „Volgens mij heb je het moeilijk. Kan ik je helpen?” vraagt de evangelist. Met tranen in de ogen zegt Tony dat zijn vrouw zwanger is en abortus wil laten plegen. „Zelf ben ik net van de drugsverslaving verlost.”
De evangelist praat met hem, leest vervolgens uit de Bijbel en bidt voor hem. Drie maanden later komt Tony terug met zijn zwager en vraagt de evangelist of ze ook hem bij de Heere Jezus willen brengen.
Indringende gesprekken
Straatevangelist Jan-Dirk Liefting vertelde zaterdag over zijn ervaringen op de IRS-ontmoetingsdag. De bijeenkomst had als thema: ”Want de liefde van Christus dringt ons”.
Door die liefde wordt ook Liefting gedreven. Vrijwel dagelijks is hij met zijn evangelisatiebus op een markt te vinden. Regelmatig staat hij in Den Bosch.
Liefting maakt deel uit van de IRS-projectgroep Nederland. Hij voelt zich gedreven om de markt op te gaan en mensen aan te spreken en hen in contact te brengen met het Woord van God. „Dagelijks heb je indringende gesprekken met ouderen, jongeren en studenten.”
Volgens hem is het bedroevend gesteld met het geestelijk klimaat waarin de mensen die hij spreekt zich bewegen. Niet het minst in Den Bosch.
„Je hoort dat we toch brave mensen zijn en alleen maar goed doen. God stuurt ons dan toch niet naar de hel? Maar Paulus leert ons anders. Wanneer ik dan zeg dat het Evangelie de eerste oplossing is voor alle problemen, komen er tranen. Net als bij Tony.”
Stichtingsvoorzitter ds. C. van de Worp, hervormd predikant te Wezep, geeft aan dat de doelstelling waarmee IRS in 1958 zijn werk begon, nog altijd niet veranderd is. „De schatten van het Evangelie uitdelen aan met name onze rooms-katholieke medemens, zonder ons boven die mens te verheffen. Uitdelen waar we zelf van hebben leren leven.”
Over de manier waarop hij die doelstelling in de praktijk probeert te vertalen, vertelde op de ontmoetingsdag ook ds. T. Vanhuysse, predikant in het Belgische Tongeren, een van de veldwerkers van IRS. De predikant zegt al twintig jaar kracht te krijgen om het werk vol te houden, „hoewel ik wel eens zucht onder de diepe geestelijke nood die ik tegenkom.” Of ds. Vanhuysse blij is met de nieuwe paus? „Het pausdom wil niets weten van het sola Scriptura. De Bijbeluitleg van rooms-katholieken moet immers aansluiten bij de traditie van de Rooms-Katholieke Kerk?”
Spanje en Polen
Volgens Carlos Rodriguez Homs, die voor IRS werkzaam is in Spanje, wordt de Bijbel door Spanjaarden weinig gelezen. „En als ze die al lezen, dringt de boodschap dat er alleen behoud is in Christus niet of nauwelijks tot hen door.”
De Pool Thomasz Pieczko evangeliseerde in Frankrijk en werkt nu voor IRS in België. Inmiddels heeft hij gehoor gegeven aan de roep om in Polen te gaan werken, waar de kerk volgens hem in een moeilijke situatie verkeert. Pedro Snoeijer is IRS-veldwerker in Polen. Wat kun je in zo’n groot land doen? „Het is niet mijn werk en mijn kerk, het is Zijn werk en Zijn kerk”, aldus Snoeijer. Volgens hem hebben veel priesters in Polen het moeilijk als ze de Rooms-Katholieke Kerk willen verlaten. „Zij hebben hulp nodig.”
Nieuwe paus
Vanuit het hart van de Reformatie willen we het hart van onze rooms-katholieke medemens bereiken. Zo luidde de boodschap van Hans ten Klooster, directeur van de stichting IRS. „Dat willen we doen door mensen te wijzen op de enige Weg, de Waarheid en het Leven.”
De gedachte dat er geen kloof meer is tussen Rome en de Reformatie, zoals wel wordt beweerd, wijst hij van de hand. „Het primaat en de onfeilbaarheid van de paus vormen nog altijd een knelpunt. De Mariaverering viert nog altijd hoogtij. Er is weinig reden om ons veel illusies te maken. Toen ik zag hoe de nieuwe paus het balkon betrad en hoe emotioneel de mensenmassa werd, drong zich het belang van ons werk in alle hevigheid aan me op. Van wie hebben wij verwachting? Van een paus? Het fundament van de kerk is niet de stoel van Petrus. Slechts één naam is onze hope, één grond heeft Christus’ Kerk. En daarom, Zijn liefde dringt ons – om door te gaan met het werk waar ds. Hegger in 1958 mee begon.”