J. M. Goud uit Waarde vijftig jaar ouderling GG
WAARDE – Zijn woonkamer ligt vol met boeken. In de kast, op de tafel, op de vloer. „Ik houd van boeken, maar kan ze niet meer kwijt. Lezen deed ik ook zo graag, maar de opslag in mijn hoofd wordt minder.”
Ouderling J. M. Goud (81) is vijftig jaar ambtsdrager van de gereformeerde gemeente in Waarde. Zondag las hij in de gemeente zijn laatste preek. „Het was een lijdenspreek van ds. P. Honkoop sr., over de tekst: „Zie uw Koning.” Honkoop heb ik altijd met veel aangenaamheid mogen lezen. Ik zeg het schuchter, maar de Heere heeft zijn prediking gebruikt om mij stil te zetten. Dat gebeurde toen ds. Honkoop preekte over Lukas 15:2: „Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.” Toen is mijn hart verklaard. En sedertdien ben ik van deze man blijven houden. Al zijn preken heb ik in Waarde gelezen. Hij kan erg afsnijdend zijn, maar ook heel ruim. Ik noem dat wel eens: scherp van voren en ruim van achteren.”
Zondag na de dienst heeft Goud zelf nog een paar woorden gesproken. „Ik heb het maar op z’n boers gedaan, in het Zeeuws: hartelijk dank, broeders van de kerkenraad. Hartelijk dank gemeente. Na de Heere, allemaal bedankt. Zijn dienst was me een liefdedienst. Het heeft me in die vijftig jaar nooit verdroten.”
Er was wel veel tekort, veel gebrek ook, zegt Goud. „Het was echt niet allemaal goud wat er blonk. Ik heb veel schuld gemaakt, ambtelijk ook, en mag wel elke dag vragen: Heere, verzoent U alstublieft alles.”
Ik heb het al die jaren mógen doen, zegt Goud, terwijl hij uitkijkt over de Zeeuwse akkers. „We gaan niet in Jaap Goud eindigen. Daar zou ik een hekel aan hebben. Maar het is wel een wonderlijk leven geweest.”
Graag laat Goud zijn boekenbezit zien. Het zijn levensbeschrijvingen en prekenboeken. „Ik was altijd druk met lezen, maar het wil niet goed meer. Ik weet de volgende dag al niet meer wat ik de avond ervoor gelezen heb.”
In de gemeente las hij ook wel eens Smijtegelt en Wulfert Floor („allebei altijd nog actueel”), en soms ook Schotten als de Erskines en Boston. „Sommigen vinden die te ruim, maar dat kon ik nooit zo goed begrijpen.”
Het liefst las Goud catechismuspreken. „Dat zijn zakelijke preken, maar ook preken waarin het leven verklaard ligt. Alles komt aan de orde. De catechismus bewaart je voor eenzijdigheden. Je kon er soms erg tegen opzien als je zondags lezen moest, maar hoe meer je ertegen opzag, des temeer werd je vaak geholpen. We hebben een rijke Vader in de hemel.”
In 1963 werd Goud gekozen tot diaken. Zeven jaar later werd hij gekozen tot ouderling. „Ik zag er erg tegen op. Kennis had ik niet veel, moed nog minder. Maar de Heere heeft me beloofd te zullen uit- en doorhelpen.”
Hij haalt een briefje uit zijn portemonnee. Daar staat op: „Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar ons bekwaamheid is uit God” (2 Kor. 3:5). „Toen dacht ik: Nou, dan kun je alles worden, ook ouderling. Als de Heere met kracht spreekt, hoef je er ook niet aan te twijfelen.”
Waarde heeft drie predikanten gehad: ds. Th. van Stuijvenberg (1993-1995), ds. H. Hofman sr. (1996-2007) en ds. M. Golverdingen (2008-2011). „Drie aangename dominees”, zegt Goud. „Onder hun bediening is mijn leven dikwijls verklaard. Het was een prediking over zonde en genade, die je vaak schuldig verklaarde, maar het was toch mijn lust en mijn leven. De Heere heeft veel bemoeienis met ons gemaakt. Dat meen ik wel.”
De Heere gaat door met Zijn werk, ook in Waarde. Goud is er vast van overtuigd. „Er mag nog beslag zijn onder het Woord. Ook onder de jongeren. Ik heb vaak tegen de catechisanten gezegd: Jongens, zoek toch de Heere te vinden. Dat kun je nooit te vroeg doen. Wie Hem vindt, vindt het leven. En wie Hem vroeg zoekt, zal Hem vinden. Het is toch zo’n goede dienst.”