Commentaar: Obama gaat in Israël vooral luisteren
Israël maakt zich op voor het langverwachte bezoek van Barack Obama, volgende week. Voor het eerst maakt het Amerikaanse staatshoofd zijn officiële opwachting in het Beloofde Land. Om te luisteren, verklaarde hij de afgelopen dagen. Dat belooft dus weinig.
Evenals zijn voorganger George W. Bush koos Obama ervoor Israël pas in zijn tweede –en dus laatste– ambtsperiode aan te doen. Kennelijk wordt een bezoek aan de Joodse staat in de eerste termijn electoraal als te risicovol beschouwd.
Nu gaat het er echter toch van komen. Alom is gespeculeerd over de doelstellingen die Obama met zijn bezoek denkt te realiseren. Die varieerden nogal.
Optimisten haasten zich te verklaren dat het vredesproces met de Palestijnen door hernieuwde Amerikaanse bemoeienis binnen een jaar zou kunnen worden vlot getrokken. Een tweestatenoplossing zou daarmee eindelijk binnen handbereik komen.
Minder positief gestemden bestempelen het bezoek van Obama hooguit als een beleefdheidsvisite, waarbij slechts de bekende standpunten zullen worden uitgewisseld.
Die laatste richting dreigt het intussen wel uit te gaan. Als een Amerikaanse president hoogstpersoonlijk aankondigt ergens op bezoek te gaan om alleen maar te luisteren, heeft hij klaarblijkelijk voor die tijd zijn oren niet goed open gehad.
Want Obama’s adviseurs hadden hem haarfijn kunnen vertellen hoe de huidige vork in de steel zit. De Israëlische premier Netanyahu is bereid op elk moment met de Palestijnse leider Abbas om de tafel te gaan, maar dan wel zonder voorwaarden vooraf. En de Palestijnen willen alleen praten als Israël een bouwstop in de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever afkondigt. Punt.
Dat is een impasse die tot in lengte van jaren kan voortduren en vooralsnog als prima excuus dient voor het in stand houden van politieke onwil aan beide zijden. Maar ook dat hadden Obama’s adviseurs hem kunnen vertellen – en misschien hebben ze dat ook wel gedaan.
Desondanks reist de Amerikaanse president volgende week af naar Israël. Om te luisteren. Om voor de zoveelste keer te horen dat de Palestijnse vluchtelingen naar Israël moeten terugkeren. Dat Iran moet worden aangepakt. Dat Jeruzalem moet worden opgedeeld. Dat Hamas de Joodse staat moet erkennen. Anders nog iets?
Een beetje Amerikaanse president wéét al die dingen al. En zou dus niet de moeite hoeven nemen naar Israël af te reizen om te gaan luisteren. Daar is zijn tijd toch net iets te kostbaar voor.
Alle respect voor Obama, want hij weet dat natuurlijk ook. En toch gaat hij volgende week luisteren in het Midden-Oosten.
Dat kan twee dingen betekenen. Of hij verwacht nieuwe dingen te horen. Dat zou verrassend en wellicht zelfs hoopvol zijn.
Of hij weet niet goed wat hij met de situatie aan moet en stelt op voorhand de verwachtingen scherp naar beneden bij.
Maar gelukkig: Obama heeft nog een paar dagen om zijn agenda aan te passen.