Nieuwe impuls voor Calvijnonderzoek
KAMPEN – Het onderzoek naar Johannes Calvijn zit in de lift. Onder leiding van prof. dr. E. A. de Boer gaat aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK) een groep wetenschappers zich bezighouden met de uitgave van de geschriften van de zestiende-eeuwse kerkhervormer.
De theologische universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt ruimt in haar nieuwe onderzoeksprogramma veel ruimte in voor onderzoek naar Calvijn en de gereformeerde orthodoxie. Daar komt nog bij dat het presidium van het International Congress of Calvin Research prof. De Boer heeft gevraagd om de wetenschappelijke uitgave van werken van Calvijn te coördineren. Er zijn tot nu toe twintig delen verschenen, in de serie ”Ioannis Calvini opera omnia denuo recognita” (COR) van uitgeverij Librairie Droz uit Genève. Er moeten nog veertig delen volgen – één per jaar. Daarbij is de uitgave van de briefwisseling van Calvijn, een project van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, niet meegerekend.
Het is overigens helemaal niet zeker of alle delen daadwerkelijk in boekvorm zullen verschijnen. Samen met dr. A. J. Kunz en dr. W. H. Th. Moehn bereidt prof. De Boer een digitale editie voor van het geschrift ”Le baston de la foy chrestienne” van Guido de Brès, de opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Ze gebruiken daarvoor het programma eLaborate, ontwikkeld door het Huijgens Instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, dat het mogelijk maakt gezamenlijk online aan digitale edities te werken. Dat is ook een optie voor de uitgave van de geschriften van Calvijn, aldus prof. De Boer.
Een digitale uitgave biedt volgens prof. De Boer mogelijkheden die een editie in boekvorm niet heeft. „In het programma eLaborate kan bijvoorbeeld de originele tekst van een geschrift worden getoond, met daarnaast een zo accuraat mogelijke transcriptie. Ook kunnen daaraan bewerkte teksten of aantekeningen worden toegevoegd. Het grote voordeel van een digitale editie is dat teksten eenvoudig doorzocht en uitgebreid kunnen worden. Latere onderzoekers kunnen materiaal toevoegen zonder opnieuw te hoeven beginnen. Het zou daarom een goede optie kunnen zijn om de geschriften van Calvijn voortaan zowel digitaal als in boekvorm te laten verschijnen. Daar wordt nog over nagedacht.”
Aan de TUK gaat vanaf volgende maand een groep theologen en kerkhistorici aan de slag met de uitgave van de geschriften van de ‘jonge’ Calvijn, uit de periode 1536-1544. Prof. De Boer werkt onder meer aan een editie van de ”Institutie” uit 1536. Dr. Bas, predikant van de gereformeerd vrijgemaakte kerk in Kornhorn en Marum, is vrijgesteld om één dag per week te gaan werken aan de uitgave van Calvijns reactie op een aantal stellingen van de theologische faculteit van Parijs. Ook dr. H. A. Speelman, senior postdoctoraal onderzoeker aan de Kamper universiteit, werkt één dag per week aan het Calvijnproject. Hij bereidt een uitgave voor van de confessies van Genève. Gastonderzoeker dr. J. M. Stolk is bezig met een editie van Calvijns uitgave van de acta van het godsdienstgesprek in Regensburg; dr. M. A. van Willigen aan Calvijns inleiding tot een geplande (maar niet verschenen) uitgave van preken van de kerkvader Chrysostomus.
De wetenschappelijke uitgave van de briefwisseling van Calvijn wordt een gezamenlijk project van de VU, de TUK en de Theologische Universiteit Apeldoorn, zo liet VU-decaan prof. dr. W. Janse vanmorgen desgevraagd weten. De universiteit is bezig fondsen te werven voor het brievenproject, dat voorziet in de uitgave van 44 delen. Het eerste deel van de correspondentie verscheen in 2005. Het bevat de eerste 85 brieven van en aan Calvijn uit de periode 1530-1538.