Kerk & religie

„Geen belijdenis van de waarheid alleen”

Wanneer kun je belijdenis doen? Ieder jaar rond Pasen en Pinksteren komt deze vraag in veel gemeenten aan de orde. Drie predikanten geven hun antwoord op deze en andere vragen rond dit thema.

Reinald Molenaar
11 March 2013 18:16Gewijzigd op 15 November 2020 02:25
Kort Begrip. Foto RD, Anton Dommerholt
Kort Begrip. Foto RD, Anton Dommerholt

„Geen belijdenis van de waarheid alleen”

„Geen belijdenis doen is ook belijdenis doen. Er is maar één antwoord op de veel gestelde vraag: Mag je onbekeerd belijdenis doen? De Bijbel zegt: ik mag geen dag onbekeerd zijn.” Ds. M. Karens, predikant van de gereformeerde gemeente in Werkendam, is duidelijk als het gaat om de vraag wanneer iemand belijdenis kan doen.

Ziet u, terugblikkend op vorige jaren, verschillen tussen belijdeniscatechisanten, qua beleving, qua kennis of op andere gebieden?

„Je moet ervoor oppassen om te generaliseren, want elke belijdeniscatechisant is weer anders. Wel vind ik dat er door velen bewuster wordt nagedacht over deze keus. De kennis echter die mag worden verondersteld na vaak vele jaren reformatorisch onderwijs en catechese blijkt dikwijls verdrietig gering. Daarom hecht ik sterk aan uitgebreide uitleg van de geloofsleer. Men moet weten en begrijpen wat er wordt bedoeld.”

Het boekje ”Met hart en mond” van ds. G. J. van Aalst moeten de Werkendamse belijdeniscatechisanten in de eerste weken van de catechese lezen. „Het geeft richting bij de keus die gemaakt moet worden.” Centraal tijdens de catechisatie staat de geloofsleer. De ”Korte lessen over Kort Begrip” van ds. G. H. Kersten worden doorgenomen. Behalve vragen uit het Kort Begrip worden andere vragen en aantekeningen gemaakt en geleerd. Ook moet iedere belijdeniscatechisant een preek van een oudvader uitzoeken, lezen en daarvan een uittreksel maken. „Dit om de jongeren te laten ontdekken dat deze preken niet moeilijker, maar vaak veel eenvoudiger zijn dan mijn eigen preken.”

Het gaat bij het belijdenis doen niet om het belijden van de waarheid alleen, stelt ds. Karens. „De Heere vraagt met klem om heel ons hart en heel ons leven. Belijdenis doe je omdat je op die plaats en bij dat Woord wilt leven. Het is een hartelijke keus maken om je treden te zetten in het spoor waarin de Heere je bracht. Bij belijden hoort het gebed van Augustinus: Geeft U me wat U beveelt en beveelt U dan maar wat U wilt.”

In de negentien jaar dat hij in zijn eigen gemeente en in andere gemeenten belijdenis afnam, zijn de belijdenisdiensten hoogtepunten geweest voor ds. Karens. „Elke belijdenisdienst vind ik eigenlijk bijzonder. Het is steeds een hartelijke blijdschap voor een predikant en kerkenraad als er in deze tijd jonge mensen belijdenis doen. Dat geldt ook voor de gemeente en de ouders. Verdrietig is het daarentegen als jongeren van de gemeente wegdwalen in een ver gelegen land en geen deel dan in dit leven zoeken. Een bijzonder moment was het toen een ouderpaar op latere leeftijd belijdenis deed. Al hun kinderen ontvingen in die dienst het sacrament van de heilige doop. Bijzonder is het ook als in belijdenisdiensten de volwassendoop plaatsvindt. Maar het meest noodzakelijk en bijzonder is het als ik door een oprecht geloof van die ene Kerk mag belijden „dat ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig blijven zal.””


„Levenslange toewijding”

Geen kortdurend project, maar levenslange toewijding. Zo duidt ds. M. Maas uit Veenendaal het doen van belijdenis. „Vandaag zie ik veel jonge en enthousiaste mensen heel bewust belijdenis doen. Ik vind dat een enorme opsteker. Toch blijkt volharden voor menigeen lastig te zijn. Men begon veelbelovend, maar men droop geruisloos af. Er kwamen tegenslagen en teleurstellingen. De geloofsbeleving was later veel minder dan in het begin.”

Onze tijd wordt gekenmerkt door vluchtigheid, zegt de hervormde predikant. „Maar de Heere vraagt volharding. Als de stof er aanleiding toegeeft, leg ik daar bewust de vinger bij. Ik gebruik daarvoor vaak het woord discipelschap. Daarin zit ook het woord discipline.”

Graag benadrukt ds. Maas dat aan een moment van belijdenis doen veel voorafgaat. „Zonder dat je ergens besef van had, heeft de Heere je in het uur van je doop Zijn genade en liefde beloofd. Hij wil niets liever dan je beminnen en begenadigen, je zonden vergeven en je leven vernieuwen door Zijn Geest.” Daarbij is de opvoeding volgens de predikant van groot belang. „Als het goed is hebben je ouders je niet alleen gevoed, maar ook opgevoed bij de geboden en beloften van de Heere. Het is een groot wonder als de Heere je daar oren en ogen voor geeft, en je leert om van Zijn genade en liefde te leven. Dan komt er ook een dag dat je de Heere je jawoord geeft. Je belooft als beminde en begenadigde voor God en Zijn gemeente voor altijd trouw aan de zaak van de Heere. Dat je strijdt tegen de zonde en de duivel. Dat je Christus volgt in leven en sterven. Dat je Hem belijdt voor de mensen en met blijdschap arbeidt in Gods Koninkrijk. Om dat gestalte te geven beloof je dat je trouw komt onder de bediening van het Woord en de sacramenten, volhardt in het gebed en meewerkt aan de opbouw van de gemeente van Christus.”

Sinds 2003 is ds. Maas predikant. Zijn eerste belijdenisgroep in Hellouw herinnert hij zich nog goed. „Een enthousiaste groep die met volle overgave en inzet de lessen volgde en die bescheiden, maar wel beslist de Heere het jawoord heeft gegeven. Als ik er nu preek, kom ik hen bijvoorbeeld tegen in de kerkenraad of in de jeugdwerkleiding. Zo werken ze mee aan de opbouw van de gemeente van Christus. Het is bemoedigend om te zien dat de Heere Zelf Zijn gemeente verzamelt, beschermt en instandhoudt.” Dit jaar doen er zes jongeren en één oudere belijdenis in de gemeente waar ds. Maas staat. „Een van hen zal ook worden gedoopt. Belijdenisdiensten ervaar ik echt als hoogtepunten.”


„Pinksteren is een goed tijdstip”

„Op de weg naar de volwassenheid zal er een moment moeten zijn dat de jongere de verantwoordelijkheid van zijn doop persoonlijk op zich neemt. Het jawoord dat ooit zijn ouders gaven, zal nu zijn eigen jawoord zijn. Die belijdenis moet een hartelijke en oprechte keuze voor de Heere en Zijn dienst zijn.” Het zijn de woorden van ds. J. M. J. Kieviet, christelijke gereformeerde predikant te Dordrecht.

Ds. Kieviet heeft sinds 1999, toen hij predikant werd in Rotterdam-Kralingen, ieder jaar een groep catechisanten begeleid tot het doen van openbare belijdenis. „Het aantal nieuwe belijdende leden fluctueerde van 2 tot 23 per keer.”

In de christelijke gereformeerde kerk Dordrecht-Centrum is het gebruikelijk dat de belijdenisdienst plaatsvindt op tweede pinksterdag. „Het geeft de mogelijkheid om een langere periode te gebruiken voor de wekelijkse belijdeniscatechisatie. Pinksteren is ook inhoudelijk een goed tijdstip. Als onze jonge mensen íéts nodig hebben, dan is het wel het werk van Gods Geest.”

In de cgk Dordrecht-Centrum zijn de belijdenisvragen van Voetius in gebruik. Ds. Kieviet licht ze toe. „Het is niet juist om deze vragen zo te lezen alsof een historisch geloof voldoende zou zijn. Nadrukkelijk wordt gevraagd of gij door Gods genade in de belijdenis van deze zaligmakende leer standvastig zult blijven en in haar zult leven en sterven. Onze jonge mensen zullen de leer van de Schriften moeten kennen als de zaligmakende leer. Daar doen ze ook in eerste instantie belijdenis van. Niet wat ze in hun hart voelen is het voorwerp van de belijdenis, maar wat in het Woord van God is geopenbaard. In die zin is er sprake van belijdenis van de waarheid. Niet minder beklemtoon ik de noodzaak van de betrokkenheid met het hart. Voor de oprechte belijdenis is persoonlijk geloof onmisbaar. De Heere, en daarom ook de kerk, neemt geen genoegen met alleen een uiterlijke –en nog minder met een onverschillig uitgesproken– belijdenis. Het appel is duidelijk: Mijn zoon, geef Mij uw hart! Nodig voor elke jongere (en oudere) is het wonder van de wedergeboorte. Bij de toelating tot het doen van belijdenis wordt op deze dingen aangedrongen. Tegelijkertijd geldt dat de kerk geen oordeel uitspreekt over het binnenste des harten.”

Welke thema’s komen tijdens de belijdeniscatechisatie aan de orde?

„Het is altijd weer een opgaaf om in het vrij korte seizoen de belangrijkste aspecten van de gereformeerde leer door te nemen. Uitvoerige aandacht geef ik aan de inhoud van Dordtse Leerregels, het rijpste van onze belijdenisgeschriften. Opmerkelijk hoe juist dit belijdenisgeschrift nogal eens aanleiding geeft om de gesprekken een persoonlijke kleur te geven. Belijdeniscatechisatie is meer dan kennisoverdracht, hoe nodig die ook is. Het zijn gouden momenten als harten geraakt worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer