Commentaar: Kapittelen Senaat slechte openingszet debat
Ooit stond de Eerste Kamer vooral bekend als een bedaard gezelschap dat in alle rust reflecteert op besluiten van de Tweede Kamer. Die tijden zijn volgens VVD-senator De Grave voorbij. In de media luidde hij algelopen weekeinde de noodklok over het land, dat zijns inziens onbestuurbaar dreigt te worden. Door toedoen van diezelfde Senaat welteverstaan.
Doordat dit kabinet in de Senaat een meerderheid ontbeert, is het er min of meer toe veroordeeld om in de Tweede Kamer als minderheidscoalitie te opereren. Die vaststelling van De Grave is volkomen correct. Of zijn recept, een fundamentele herbezinning op de rol van de Senaat anno 2013, volstaat, valt te betwijfelen. Is kwaliteit van besluitvorming gegarandeerd, wanneer deze Eerste Kamer zich tot 26 mei 2015, de datum van de volgende Senaatsverkiezingen, opstelt als een stempelautomaat?
Maatschappelijke kwesties die de politiek de afgelopen jaren bepaald niet overtuigend en met daadkracht tegemoet trad, zijn het voorkomen van gezondheidsschade onder met name jongeren door het consumeren van tabak en alcohol. Om het (mee)roken in te dammen, bracht het kabinet-Balkenende IV een algeheel rookverbod in de horeca in stelling. Tot het aanpakken van de alcohollobby was het niet in staat.
Rutte I versoepelde het rookverbod en van een hogere leeftijdsdrempel voor het mogen kopen van bier en wijn door jongeren wilde het niet weten. Rutte II beraadt zich inmiddels op een wens van de Tweede Kamer om op beide dossiers alle registers open te trekken: herinvoering van het algeheel rookverbod en een hogere leeftijdsgrens in de drankwet. Naar een voor alle partijen (lees: VVD en PvdA) acceptabele invoeringsdatum wordt naarstig gezocht.
Intussen stijgen het aantal tabaksdoden en het aantal comazuipers dat jaarlijks in het ziekenhuis belandt. Geen reden dus om in dit opzicht hoog op te geven van het bestuurbaar vermogen van het land. Dat de voetbalwet waar Balkenende IV én Rutte I aan werkten niet in staat is gebleken het hooligangeweld rond stadions structureel in te dammen, geeft evenmin stof tot juichen. En om niet meer te noemen: de uitbuiting in de seksbranche gaat ondanks het reguleren (Kok II) en herreguleren van deze sector (Rutte I) onverminderd door.
De samenleving ordenen door wetten te maken, is vaak een zaak van lange adem. En ja, problemen rond de slagvaardigheid heeft de politiek volop. Wie de oorzaken daarvoor op een rij zet, komt echter bepaald niet in de eerste plaats uit bij de Senaat. Eerder bij de versplintering van het politieke landschap. En bij het gegeven dat kabinetten die voornemens waren en zijn complexe thematiek te bestrijden met consistent beleid hun plannen bij voortduur moeten afstemmen op de steeds wisselende meerderheden in de Tweede Kamer.
Meerdere kabinetten dan alleen Rutte I en II zullen naar het zich laat aanzien de gevolgen hiervan aan den lijve ervaren. Dat De Grave dat aankaart, is een goede zaak. De Senaat ervan beschuldigen een hindermacht te zijn, is alleen een zinloze aantijging. Het debat over deze problematiek had een betere openingszet verdiend.