Geheimzinnige patrijs bijna uit Nederland verdwenen
De patrijs staat aan de rand van de afgrond. In vijftig jaar nam het aantal van deze akkervogels in Nederland met 94 procent af. Reden voor de Vogelbescherming Nederland en het wetenschappelijk instituut Sovon Vogelonderzoek Nederland om 2013 uit te roepen tot Jaar van de Patrijs. Op zoek naar deze vogel in het Brabantse Land van Heusden en Altena.
„Kijk, daar zitten er een paar”, roept Sovonmedewerker Albert de Jong enthousiast uit, vlak nadat de stoet met tien auto’s en een motor van de persexcursie bij Giessen de Maasdijk oprijdt. Even na een bocht stopt hij. Voorzichtig stappen de vier inzittenden van De Jongs auto uit, want de patrijs is een schuw dier.
Hoewel de patrijs een akkervogel is, zitten de nu zichtbare exemplaren in een wat rommelig grasland. Ook dat is een ideaal gebied voor deze vogels, die bijna altijd rond dezelfde plek blijven. Patrijzen proberen de winter in groepen te overleven, maar nu die op zijn laatste benen loopt, gaan ze paartjes vormen.
Dat is precies wat benedendijks te zien is. „Het zijn er drie, een vrouwtje en twee mannetjes”, constateert De Jong onmiddellijk. Die laatste twee proberen elkaar het weiland uit te vechten. Het vrouwtje vliegt in de richting van een paar bomen. „Patrijzen houden van dit halfopen landschap: een al dan niet braakliggende akker met stoppels en lage struiken eromheen, een rommelig weiland of een braakliggend terrein waar ze kunnen scharrelen om te eten”, zegt Sovononderzoekster Maja Roodbergen.
Een van de mannetjes lijkt het onderspit te moeten delven. Hij wordt naar de rand van het weiland gedreven, maar doet nog een vergeefse poging om naar het wijfje toe te vliegen.
Na deze ontmoeting gaat de optocht, met De Jong aan kop, verder. Ten zuiden van Sleeuwijk, vlak bij de snelweg A27, houdt de vogelaar opnieuw stil. Er ontvouwt zich een schilderachtig tafereel. Op de voorgrond loopt een groep patrijzen rond, op zoek naar voedsel. Op een deel van het weiland staat een grote plas, terwijl op de achtergrond twee prachtige wipmolens en een paar bunkers, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, opdoemen in de mist.
De vogels horen in het Hollandse landschap thuis. „Het zijn er negen”, constateert vogelteller Bas Verhoeven van de plaatselijke vereniging Altenatuur. Het schorre geroep van de patrijs –”kriki kriki”– is goed te horen. „Prachtig”, zegt De Jong genietend. Onrust als gevolg van de paarvorming doet de negen uiteindelijk en masse opvliegen.
Wanneer De Jong –inmiddels aangekomen bij de Zandwijkse en Uppelse molen– het geluid van de patrijs met een versterker laat horen, laten de schuwe vogels zich niet meer zien. „Normaal komen de mannetjes er op af, om te kijken welk ander mannetje ze van hun territorium moet verjagen”, zegt de Sovonmedewerker.
De natuurdeskundigen zijn in hun nopjes. Ze hebben twaalf patrijzen aan de journalisten kunnen laten zien. „Nu moeten jullie niet te positief gaan schrijven”, zegt een vogelteller.
De man heeft gelijk. In het Land van Heusden en Altena zijn relatief veel exemplaren van de akkervogel te vinden. Op de terugweg spoort Bas Verhoeven nog een paartje op bij Uitwijk. „Die heb ik vanmorgen nog gezien”, zegt hij. Altenatuur heeft alle in het Land van Altena aanwezige patrijzen in kaart gebracht.
Elders is het echter een stuk slechter gesteld met de patrijs. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw waren er naar schatting 100.000 à 150.000 broedparen in Nederland. Twintig jaar later was dat teruggezakt naar 40.000 en nu leven er hier naar schatting nog slechts 10.000 patrijzenparen. En nog neemt de populatie patrijzen jaarlijks af met 6 à 10 procent.
De oorzaken van de achteruitgang staan niet helemaal vast. Maja Roodbergen veronderstelt dat het te maken heeft met het gebruik van pesticiden in de landbouw. „Daardoor zijn er maar weinig insecten meer, het enige voedsel voor kuikens in hun eerste twee weken. Ook zijn er minder kruiden die de volwassen vogels eten.”
De Sovonmedewerkster vermoedt dat door deze geringe voedselvoorziening het aantal kuikens dat volwassen wordt en het aantal volwassen exemplaren dat de winter overleeft, laag is. Een negatieve rol speelt ook de schaalvergroting in de landbouw door de herverkaveling in de jaren 50 en 60. „Er worden minder gewassen verbouwd en er is minder ruimte voor nesten. Ook zijn die laatste van slechtere kwaliteit, terwijl het leegroven van nesten, door bijvoorbeeld vossen, toeneemt.”
Cees Witkamp van de Vogelbescherming Nederland vreest dat de verschraling van het voorgenomen Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) de patrijs geen respijt biedt. Volgens dit voorstel moeten boeren die steun van de overheid krijgen, ecologische maatregelen treffen door 7 procent van hun land een andere functie geven. Inmiddels dreigt dat terug te lopen naar 3 procent. „Het is vijf voor twaalf voor de patrijs”, concludeert Witkamp. Tijd voor het Jaar van de Patrijs dus.
Geheimzinnig beest
De patrijs is een geheimzinnig en leuk beest.
Dat stelt Cees Witkamp van de Vogelbescherming Nederland. „Van de tien keer dat hij in het landschap aanwezig is, zie je de patrijs acht keer niet, en twee keer wel. Als je denkt dat hij er niet meer is, vliegt de patrijs op.”
Veel is nog onbekend over de patrijs in Nederland. „Waar leeft hij van? Hoe overleeft hij de winter? Hoe overleven de kuikens?”
De patrijs wordt nog wel eens verward met het vrouwtje van de fazant. Dat is echter veel groter en heeft een opvallende lange staart. Ook vertoont de patrijs gelijkenis met de kwartel, maar die is weer veel kleiner.
De patrijs is een lichtbruine vogel en is herkenbaar aan zijn roestbruine kop en donkerbruine buikvlek. Bij het mannetje zijn deze kenmerken meer uitgesproken. Tijdens het vliegen zijn ook zijn roodbruine staartpennen te zien.
Het vrouwtje legt tien tot zestien eieren per keer. Daarna volgt voor haar een uitputtingsslag van vier weken broeden en nauwelijks eten, terwijl haar mannetje de wacht houdt. De eerste weken nadat de kuikens uit het ei zijn gekomen, eten ze alleen insecten. Na twee weken vliegen ze het nest uit.
Patrijzen hebben een leefgebied van 200 à 1000 vierkante meter nodig.
Jaar van de Patrijs
Het Jaar van de Patrijs moet de achteruitgang van deze broedvogel in Nederland tegengaan.
Jaarlijks vragen de Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland aandacht voor een bedreigde vogel. In 2011 was dat de veldleeuwerik, vorig jaar de klauwier. Dit jaar is het de patrijs, die enkel nog in Zuid- en Oost-Nederland voorkomt.
Er is nog maar weinig kennis over de patrijs in Nederland, stelt Cees Witkamp van de Vogelbescherming Nederland. Daarom trekken wetenschappers van zijn organisatie en van Sovon alles uit de kast om die kennis te vergroten. Een greep uit de activiteiten.
Er worden zo veel mogelijk vrijwilligers geworven voor het tellen van patrijzen in februari/maart en september.
De organisaties gaan zenders bevestigen aan een aantal patrijzen.
Het tellen en zenderen moeten het inzicht in het leven van Nederlandse patrijzen vergroten: waar leven ze; hoeveel zijn het er; hoeveel jongen brengen ze voort; in welke omgeving leven ze?
Witkamp en zijn collega’s houden lezingen over de patrijs.
Er komen voorbeeldprojecten in samenwerking met boeren om de biologische omstandigheden voor de patrijs te verbeteren. Boeren zullen stroken van minimaal 6, maar liefst 10 à 20 meter van hun graanvelden niet bespuiten om insecten te laten overleven. Ook handhaven ze bredere grasstroken voor de patrijzennesten.