Opinie

Samenwerking nodig voor goed natuurbeheer

Provincies, boeren en natuur­organisaties moeten samen 
aan de slag voor een effectief agrarisch natuurbeheer. Het tienpuntenplan dat deze week 
is gepresenteerd biedt belangrijke aan­knopingspunten, stelt Carla Dik-Faber.

8 March 2013 07:10Gewijzigd op 15 November 2020 02:22
Foto RD, Anton Dommerholt
Foto RD, Anton Dommerholt

Boeren en natuurorganisaties die de handen ineenslaan en samen werken aan een effectief agrarisch natuurbeheer. Die toekomst is aanzienlijk dichterbij gekomen met het tienpuntenplan dat deze week is gepresenteerd. Het kan niet anders dan dat boeren hierbij, meer dan voorheen, een belangrijke rol spelen.

Al te vaak heeft de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geleid tot groeiende polarisatie tussen boeren en natuurbeschermers. In een tijd dat we realistisch moeten zijn over de ambitie voor de EHS, zijn boeren onmisbaar om daar hun bijdrage aan te leveren. Dit vergt echter een omslag, namelijk om niet meer vanachter de tekentafel, maar bottom-up te kijken waar agrarisch natuurbeheer kansrijk is en vooral op die plekken het beschikbare geld in te zetten. Kennis van het gebied is daarvoor essentieel. Nu pakt agrarisch natuurbeheer lang niet overal even goed uit en is het rendement te laag.

De ChristenUnie pleit voor minder rigide beheerpakketten, die beter aansluiten bij gebiedseigen kwaliteiten en ruimte laten voor creativiteit om de doelen te bereiken. De overheid moet sturen op doelen in plaats van op maatregelen. Uiteindelijk gaat het ook om vertrouwen: voor natuurorganisaties en voor boeren. Als de overheid kaders stelt, moeten de mensen in het gebied de ruimte krijgen om daarmee aan de slag te gaan. Vertrouwen is daarbij een sleutelwoord. Hierbij past geen overheid die steeds over de schouder meekijkt. Mogelijk kan een systeem van certificering daarbij een rol spelen. Dat kan er ook toe bijdragen dat de lasten voor overleg en administratieve rompslomp –nu 42 procent boven op het budget voor natuurbeheer– fors omlaag worden gebracht.

De ChristenUnie wil dat provincies verantwoordelijk worden voor de invulling van het agrarisch natuurbeheer, zowel binnen als buiten de EHS. Dan hebben natuurbeheerders één loket waar zij terechtkunnen. De knip tussen Rijk en provincies, tussen buiten en binnen de EHS, is niet logisch. Essentieel is dat boeren weten waar ze aan toe zijn. Als boeren een verplichting aangaan om een deel van hun akkers niet te bewerken of om weidevogels op hun grasland te beschermen, moet hier een langjarig contract tegenover staan dat financiële zekerheid geeft. Daar is ook de natuur bij gebaat.

Financiering van agrarisch natuurbeheer komt vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, maar dit mag niet ten koste gaan van de inkomenssteun aan boeren. De Nederlandse boeren worden namelijk al fors gekort in de komende periode. Daarom pleit ik ervoor om agrarisch natuurbeheer te financieren uit de 30 procent vergroeningsmiddelen in de zogenaamde eerste pijler van het landbouwbeleid of uit de bestaande middelen voor het plattelandsbeleid.

Provincies, boeren en natuurorganisaties moeten samen aan de slag voor effectief agrarisch natuur­beheer en hebben elkaar daarbij nodig. Het tienpuntenplan biedt belangrijke aanknopingspunten. Het is zaak dat de handschoen die is aangereikt snel wordt opgepakt.

De auteur is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer