Christenen en moslims bediscussiëren Bijbel en Koran
ROTTERDAM – Waar draait het om in de geschiedenis van Kaïn en Abel, of –zoals de islam ze noemt– Qabil en Habil? Moslims en christenen in discussie over zonde, straf en de waarde van het brengen van een offer.
Zo’n dertig belangstellenden kwamen woensdagavond opdraven in de monumentale Pelgrimvaderskerk in het Rotterdamse Delfshaven, ongeveer half om half christen en moslim. Ze komen zes keer samen, om en om in het kerkgebouw van hervormde gemeente Delfshaven en in het onderkomen van het islamitisch geïnspireerde Platform INS. Het doel: de Bijbel en de Koran onder de loep nemen, aan de hand van specifieke personen.
Woensdagavond stond de geschiedenis van Kaïn en Abel centraal. Een moeilijk verhaal, vindt Abdeslam Chakir. Hij is gezinscoach van Marokkaanse komaf en vertelde woensdag de islamitische versie van Kaïn en Abel, die in de latere overlevering Qabil en Habil zijn gaan heten. „Het is moeilijk om erachter te komen wat de misdaad is.”
Die moeilijkheid wordt veroorzaakt doordat volgens hem ook Abel niet zonder schuld is. „De goede Habil gaat met een brede smile en rechte schouders door het leven: Ik ben succesvol! Het zelfbeeld van Qabil is negatief. Hij verwacht empathie van Habil, maar krijgt die niet. Habil is bezig met zichzelf.”
Averechts
Daar zit de fout van Abel, meent Chakir. In de Koran steekt Abel een hele preek af tegen Kaïn vlak voordat hij wordt vermoord. Daarin wenst hij zijn broer in de hel. „Habil geeft zijn broer geen ruimte om na te denken over zijn woorden. Hij zegt alleen: Wat jij gaat doen, is fout. Maar dat werkt averechts. Als je tegen een kind zegt: Dat mag niet, dan gaat hij het juist doen.”
Chakir leunt voor zijn verhaal behalve op de Koran sterk op de overlevering en de latere commentaren van islamitische geleerden. Daaruit komen opmerkelijke details te voorschijn. Zo is de reden voor het offer gelegen in een huwelijksdispuut, weet hij. „Adam en Eva kregen steeds tweelingen, iedere keer een jongen en een meisje. De jongen moest trouwen met het meisje van een andere tweeling. Habil zou trouwen met de tweelingzus van Qabil, maar die wilde zelf met haar trouwen. Het offer was bedoeld om een oordeel te vragen.”
Niet aanvaard
Daarvan blijkt niets in het bijbelse verhaal. Dat neemt Nico van Splunter voor zijn rekening, missionair werker namens de Pelgrimvaderskerk. Hij leest het Bijbelverhaal uit Genesis voor en vraagt zich af waarom Kaïns offer niet aanvaard werd en dat van Abel wel. Komt het doordat Abel het beste uitzocht wat hij had en dat offerde, zoals de tekst lijkt te suggereren?
Dan wijst hij op Hebreeën 11, waar staat dat Abel door het geloof een beter offer bracht. „Daarom wordt over Abel lovend gesproken als over de rechtvaardige.” Ook trekt hij een lijn naar de brief aan de Romeinen, waar Paulus aanspoort het hele leven als een welgevallig offer voor God aan te bieden een offer waarin het kwade wordt overwonnen door het goede.
In gemengde groepjes wordt de stof verder bediscussieerd. Had God ook beide offers kunnen accepteren? Ja, zegt een meisje van christelijke komaf. „Ook Kaïn had kunnen geloven.” Nee, zegt een Turks-Nederlandse man. „Er moest recht gesproken worden over wie er gelijk had in de huwelijkskwestie. Eén van beiden zou afvallen.”
Meer stevige vragen over en weer volgen, waarbij blijkt dat het voor moslims makkelijker is om de overeenkomsten tussen beide godsdiensten te benadrukken. Vooral onderhuids lijkt een kernvraag over te blijven: is het genoeg om zelf te offeren of moet een Ander voor je offeren?
Zeker weten dat die vraag ook de volgende keer weer speelt.
Kaïn en Abel in Bijbel en koran
In zowel Bijbel als Koran brengen de zonen van Adam een offer (Genesis 4, soera 5). In de Koran worden de namen van Kaïn en Abel niet genoemd.
In de Bijbel spreekt Abel niet; in de Koran steekt hij een rede af vlak voor zijn dood, waarin hij zijn broer vanwege diens plannen in het eeuwige vuur wenst.
Zowel Bijbel als Koran zwijgt in eerste instantie over de reden voor het afwijzen van Kaïns offer. Later maakt de Bijbel dat wel expliciet: in Hebreeën 11 blijkt het geloof van Abel de sleutel te zijn.
In de Bijbel staat niets over eventueel berouw van Kaïn, de Koran noemt Kaïns berouw juist nadrukkelijk.