Muziek

”Leve de koningin!” na 30 april onbruikbaar

Op het moment dat koningin Beatrix op 30 april aftreedt, wordt een aantal Koninginnedagliedjes onbruikbaar. Gaan er nieuwe Koningsdagliederen komen? Kunnen we teruggrijpen op periodes dat Nederland eerder een koning had? „De liedjes die over Koninginnedag gaan, zijn in ieder geval verleden tijd.”

6 March 2013 20:29Gewijzigd op 15 November 2020 02:20
Foto RD, Henk Visscher
Foto RD, Henk Visscher

Maandag maakte het Nationaal Comité Inhuldiging bekend dat er een Koningslied komt dat heel Nederland op 30 april moet kunnen meezingen. Onduidelijk is nog wie het gaat maken en hoe het eruit zal zien. Het moet in ieder geval een toegankelijk lied zijn waarop ook nog eens gemakkelijk gedanst moet kunnen worden, aldus de comitévoorzitter.

Inmiddels zijn de eerste zangers aan de slag gegaan. Zo presenteerden Dries Roelvink en Johan Vlemmix deze week op internet direct al hun versie van het Koningslied. Ook André Rieu en Marco Borsato zouden bezig zijn.

Aubade

Welke rol speelt de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen als het gaat om nieuwe liederen? Theo Slagboom van de bond noemt het allemaal nog „heel vers.” De bond is nog niet bezig met het zoeken naar nieuwe liederen of het instrueren van componisten. „Het moet allemaal nog uitgewerkt worden. Maar dan zullen we hierin zeker sturend bezig zijn, niet dwingend. Dat de liedjes waarin het over Koninginne­dag gaat verleden tijd zijn, is duidelijk.”

Hij heeft al wel het een en ander langs zien komen. „Mensen sturen ons teksten toe waarin ze aanpassingen aan de nieuwe situatie hebben gemaakt. Ook na de persconferentie maandag van het Nationaal Comité Inhuldiging kregen we direct iets toegestuurd wat als nieuw Koningslied zou kunnen fungeren. Dat hebben we direct naar het comité doorgestuurd.”

Slagboom ziet met pijn in zijn hart de animo voor de traditionele aubade teruglopen. „Soms wordt alleen het Wilhelmus gezongen. Burgemeesters zeggen dan dat ze alleen daarvoor niet komen opdraven.” Ook op scholen wordt er vaak weinig meer gedaan met het oog op de aubade. „Vroeger hadden christelijke scholen op 30 april een halve dag school. De kinderen gingen verplicht naar de aubade. Op school werden dan de liederen aangeleerd. Toen ik in Woudenberg voorzitter van de Oranjevereniging was, had ik daarover contact met alle schoolhoofden; want ook de openbare scholen wilden niet achterblijven.”

Op heel veel plaatsen is de band tussen school en aubade echter allang verleden tijd. Jammer, vindt Slagboom. „Veel leerkrachten vinden traditionele vaderlandsliederen als ”Waar de blanke top der duinen” oubollig en leren ze niet meer aan. Dat is jammer, want de leerkrachten heb je nodig.” Daarom kan het goed zijn om naar nieuwe liederen te zoeken, denkt de bondsman. „Het maakt ons niet zo veel uit of kinderen oude of nieuwe liederen leren. Het hoeven niet per se liedjes uit de 17e eeuw te zijn. Als er moderniseringen gemaakt worden, willen we als bond ons daarachter scharen, om zodoende het vaderlandse lied in stand te houden en door te geven. Als de teksten maar hout snijden.”

In ieder geval moet het Wilhelmus aangeleerd blijven worden, vindt Slagboom. „Liefst vers 1 en 6, maar zeker vers 1. We kennen allemaal de beelden van sporters die net doen of ze zingen terwijl ze in werkelijkheid kauwgom staan te kauwen omdat ze het volkslied niet kennen. Dat kan niet.”

Lijflied

Drs. Martine de Bruin van het Meertens Instituut in Amsterdam onderzoekt al jaren de Nederlandse zangcultuur en publiceerde onder andere over het Wilhelmus. Volgens haar zal het bij de komende troonswisseling net zo gaan als bij eerdere machtswisselingen. „Er zullen nieuwe liedjes worden geschreven, terwijl daarnaast oude worden aangepast. Probleem is dan dat nieuwe liederen de populariteit van de oude missen. Dat kun je voorkomen door nieuwe teksten op populaire melodieën te maken. Vervolgens zal er een aantal jaar overheen gaan voordat zich een nieuw ijzeren repertoire heeft gevormd.”

Al in de 16e eeuw ziet ze dit patroon. „Willem van Oranje had het Wilhelmus als lijflied. Toen hij in 1584 werd opgevolgd door prins Maurits, nam deze het lijflied over, maar wel in aangepaste versie. Het begon zo: „Mauricius van Nassouwen, ben ick van Duyschen Bloet.” Voor Frederik Hendrik werd het lied opnieuw aangepast.” Het Wilhelmus was meer dan een lijflied. „Het fungeerde als herkenningslied voor de Oranjes en voor de Opstand. Bij veldtochten was het een machtig middel: het zingen gaf de soldaten moed.”

Toen Nederland in 1815 met Willem I z’n eerste koning kreeg, moest er ook een volkslied komen, zoals bijvoorbeeld Engeland ”God save the King” had. „Het Wilhelmus was om allerlei redenen niet geschikt, maar het nieuwe lied moest wel die populariteit krijgen”, aldus De Bruin. Er werd een wedstrijd uitgeschreven, waar twee liederen uit rolden: een ernstige en een vrolijke variant. ”Wien Neêrlands bloed” klonk bij plechtige staatsgelegenheden, het lied ”Wij leven vrij, wij leven blij” bij feestjes. Als de koning ergens aanwezig was, klonk ook het Wilhelmus, dat diens lijflied gebleven was.

Naast dit officiële volkslied werden er rond 1815 ook heel veel nieuwe teksten gedrukt en in bundeltjes uitgegeven, aldus De Bruin. „En er zijn aanwijzingen dat die ook gezongen werden. Maar dergelijke liedjes hadden vaak een korte levensduur.”

Toen Nederland zijn eerste koningin kreeg, in 1890, „was er echt iets nieuws aan de hand”, zegt De Bruin. „Al bij haar geboorte in 1880 werden er liederen voor haar gemaakt, maar dat gebeurde nog meer bij haar kroning in 1898. Het was een enorme gebeurtenis: voor het eerst een vorstin. In het kader van de festiviteiten is toen door allerlei comités een groot aantal bundeltjes met liedjes uitgegeven. Dat waren overigens andere liedjes dan de krakers die we nu nog kennen. Daarvan is juist vaak onduidelijk waar ze vandaan komen.”

Bij de troonsbestijging van koningin Juliana in 1948 werd de productie van nieuwe liederen al minder, bij koningin Beatrix nog minder, stelt De Bruin. „Er gebeurde wel wat, maar dan in de lokale sfeer. Ik heb de laatste troonswisseling bewust meegemaakt, maar kan me geen nieuwe liederen herinneren.”

De Bruin denkt niet dat er bij de komende troonswisseling zal worden teruggegrepen op liederen uit de 19e eeuw, toen Nederland een koning had. „Inmiddels circuleren op internet de eerste voorstellen voor het nieuwe Koningslied, zoals ”Jaren van wachten worden beloond” van zanger Dries Roelvink. Het soort melodieën dat daarbij wordt gebruikt, is heel anders dan de trage en gedragen melodieën uit de 19e eeuw. Daar lopen mensen niet meer warm voor.” Of ze dat jammer vindt? „Nee. Nieuwe liederen sluiten aan bij de cultuur van nu. Dat hoort bij deze tijd.”


Onbruikbaar

Liedjes die na 30 april onbruikbaar zijn, zijn onder andere:

–’t Is plicht dat ied’re jongen/ (…) Voor Koningin en Vaderland waakt ied’re jongen mee

–Kijk daar komt de fanfare aan/ (…) We vieren vandaag Koninginne­dag

–Oranje boven, oranje boven!/ Leve de koningin!

–Het is weer Koninginnedag/ (…) Voor de jarige vorstin

–Wijd open de harten!/ (…) Ter eere van Hollands geliefde Vorstin

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer