In een brief verzoekt De Leeuwe, vertaler en kenner van de Talmoed, de aartsbisschop van Utrecht of deze een poging wil doen „te onderzoeken of er nog Talmoedexemplaren of andere Joodse boeken in de bibliotheek van het Vaticaan aanwezig zijn die nimmer voor het publiek toegankelijk waren.”

De vorig jaar tot kardinaal benoemde Eijk is de enige Nederlander die stemrecht heeft bij het kiezen van een nieuwe paus.

Volgens De Leeuwe, die zijn verzoek doet als „orthodoxe Jood”, is het waarschijnlijk dat het Vaticaan delen van de Talmoed bezit die „destijds, vanaf 1500 en misschien al voor de tijd van de Inquisitie” in beslag zijn genomen. „Het kan ook zijn dat er nog heilige voorwerpen uit de tweede tempel in de magazijnen van het Vaticaan liggen, zonder dat men beseft dat deze uit de tweede tempel afkomstig zijn. In de Titusboog in Rome ziet u bijvoorbeeld de Menora, de luchter welke ‘verdwenen’ is, evenals andere heilige voorwerpen die door de Romeinen uit de tempel geroofd werden.”

De Leeuwe zou graag zien dat boeken of ritualia voor het publiek toegankelijk worden. „U helpt hierdoor mee aan de terugkeer van het Joodse volk naar haar land, maar ook aan de herbouw van de derde tempel.”

Aan het einde van zijn brief schrijft hij: „Ik zou het geweldig van u vinden als u een poging zou wagen.” En: „Ik wens u een succesvol conclaaf toe.”