Blinde vlek
Wat zijn mijn blinde vlekken? Die vraag moet je jezelf regelmatig stellen. Iedere christen beweegt zich op een hellend vlak en je glijdt zomaar uit. Ooit zei de theoloog Noordmans dat de vraag niet is óf je op dat hellende vlak terechtkomt, maar hoe je erop staande blijft. Vandaar de noodzaak om genoemde vraag af en toe te stellen. Dat geldt persoonlijk, maar ook als christelijke politieke partij, school of kerk.
Ook als gereformeerde gezindte kunnen we deze vraag oppakken. Het is opvallend hoezeer wij momenteel bezig zijn met de woelige wereld om ons heen. We piekeren ons suf over de secularisatie, de godloze cultuur, de gelijkheidsideologie, het voortbestaan van onze zuil, de ontwikkelingen binnen de SGP etc.
Zijn dat geen belangrijke vragen? Nee, al die kwesties vormen slechts een bedrieglijk schimmenspel. Althans, dat schrijft dr. W. Aalders in ”De grote ontsporing” (1971). De echt wezenlijke vragen zijn eeuwigheidsvragen. Dat zijn geen vragen die een mens zelf stelt. Het zijn ook geen vragen die betrekking hebben op de uiterlijke wereld of op de mens als wereldburger. Het zijn vragen die God stelt aan de mens. Het zijn vragen die te maken hebben met de relatie tussen God en de mens als zondig schepsel. Dan gaat het niet om antwoorden op uiterlijke noden en crises, maar om antwoorden op de menselijke schuld en Gods toorn.
Het betreft hier de innerlijke, verborgen werkelijkheid. Deze onzichtbare werkelijkheid is oneindig wezenlijker dan de zichtbare, uiterlijke werkelijkheid waarmee onze gezindte steeds drukker is. Wezenlijke vragen zijn eeuwigheidsvragen. „In die vragen verkeert de mens in het gericht, en staat hij voor de ontzaggelijke realiteiten van hemel en hel, van verkiezing en verwerping, van aanneming en verlating, van eeuwig leven en eeuwige dood” (Aalders). Beroeren deze vragen ons tot op het bot?
Alle seculiere, politieke, sociale en wereldse vragen zijn in het licht van het voorgaande relatief. Een bedrieglijk schimmenspel. Waarom stort de gereformeerde gezindte zich steeds meer op deze vragen? Misschien omdat hier niet alleen sprake is van een bedrieglijk schimmenspel, maar ook van een vluchtroute. Het biedt ons gelegenheid om echt wezenlijke vragen, eeuwigheidsvragen, te ontvluchten. Het biedt de schijnbare mogelijkheid om uit het gericht van God weg te blijven.
Ter illustratie noem ik het bijzondere enthousiasme waarmee de laatste ontwikkelingen rond de SGP zijn bediscussieerd. Wat een energie is hierin gestopt. Alsof onze zaligheid ervan afhangt. Natuurlijk, de man-vrouwverhouding raakt aan Gods scheppingsordeningen. Wie hiermee sjoemelt, sjoemelt met Gods Woord. Het gaat hier echter over de concrete vertaling van deze ordeningen. In de praktische consequenties die we aan de scheppingsordeningen verbinden, zit in ieder geval een stevige portie mensenwerk. Laten wij onze eigen redeneringen niet zomaar identificeren met uitspraken van God. Waarom springen wij zo gretig in dergelijke discussies? Een vluchtroute om aan de wezenlijke vragen te ontkomen?
Gerichtheid op de wereld met al zijn seculiere, sociale en politieke vragen kan duiden op bewogenheid met de wereld en diep verlangen om mensen voor Christus te winnen. Dan is dit vrucht van een bloeiend geloofsleven. Deze gerichtheid kan echter ook voortkomen uit een kwijnend geestelijk leven. Als de innerlijke, onzichtbare werkelijkheid niet meer het allerbelangrijkst voor ons is, vullen wij onze geestelijke leegte met andere bezigheden. Het bezig zijn met de wereld en zelfs het fanatiek strijden voor de zuivere waarheid kunnen een surrogaat worden voor de beslissende vraag: hoe krijg ik een genadig God?
De gereformeerde gezindte heeft in alle opzichten de wereld en zijn vragen ontdekt. De verzuchting van dr. Aalders is actueel: „Met welk een verschraald minimum aan Godservaring en geloofskennis leven en sterven wij.”
De zorg laat zich niet verdringen: maken wij een laatste stuiptrekking van een wegstervend leven mee?
De auteur is beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer.