Studie vrijgemaakten geeft redelijke indruk van ontwikkeling kerkverband
De studie van prof. dr. G. Dekker naar ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt geven een redelijke indruk van wat er speelt in dat kerkverband. Maar er blijven ook zaken onderbelicht. Een overzicht van reacties van binnen en buiten de vrijgemaakte kring.
Te oppervlakkig en te veel gericht op uiterlijk waarneembare veranderingen. De koppeling die prof. Dekker in zijn gisteren verschenen studie ”De doorgaande revolutie” maakt tussen vrijgemaakten en synodalen wordt er soms met de haren bijgesleept.
De eerste reacties op ”De doorgaande revolutie”, een onderzoek waarin de emeritus hoogleraar godsdienstsociologie ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) tussen 1970 en 2010 onder de loep neemt, liegen er niet om.
In zijn boek concludeert prof. Dekker dat de GKV een ontwikkeling doormaken waarin parallellen zichtbaar zijn met wat zich in de vroegere Gereformeerde Kerken synodaal voordeed. Daar veranderde tussen 1950 en 1990 de visie op Schrift en belijdenis radicaal. Tegelijkertijd kwam grootschalige kerkverlating op gang. Prof. Dekker beschreef die ontwikkeling in ”De stille revolutie” (1992).
Niet begrepen
Prof. Dekker heeft een aantal zaken niet goed begrepen, constateert hoogleraar reformatorische wijsbegeerte prof. dr. R. Kuiper. Oorzaak: Dekker gaat er op voorhand van uit dat er een parallelle ontwikkeling zichtbaar is tussen vrijgemaakt gereformeerden en synodaal gereformeerden. „Daarmee begrijpt hij niet wat de aard van de ontwikkeling is van de vrijgemaakt gereformeerden. Het boek is in de ban van de ‘secularisatie’ van het christendom.”
Ook dr. E. H. Klei, kenner van het aan de GKV gelieerde Gereformeerd Politiek Verbond, dat opging in de ChristenUnie, is kritisch. „Ik vind de analyse wat beperkt. Over de verzuiling zegt Dekker weinig. Heel bijzonder aan de vrijgemaakte zuil was de zeer strakke band tussen kerk en maatschappelijke organisaties. Die bestaat deels nog steeds.”
Toch is er voldoende reden om aan te nemen dat prof. Dekker op zijn minst een aantal duidelijke tendensen in de GKV beschrijft, stelt socioloog dr. C. S. L. Janse. Dat prof. Dekker zich hoofdzakelijk baseert op de jaaroverzichten in het Handboek van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt hoeft volgens hem geen probleem te zijn. „Die komen weliswaar uit de koker van de kerkelijke leiding. Een aantal verschuivingen krijg je daardoor misschien nog niet in beeld. Het was mooier geweest als er een groot onderzoek was gedaan, zoals Dekker dat deed bij ”De stille revolutie”. Anderzijds: Dekker heeft ongetwijfeld de media bijgehouden. Daarin is ook veel geschreven over ontwikkelingen bij de vrijgemaakten.”
Autonomie
Ds. J. R. Visser, gereformeerd vrijgemaakt predikant in Dronten, herkent veel van de verschuivingen op het gebied van leer en leven, die prof. Dekker schetst. „Vooral op het punt dat hij donderdag benoemde in een interview met het RD, waarin hij signaleert dat er een erg optimistisch mensbeeld is. De autonomie van de mens krijgt in discussies in onze kerken een grotere plek. Het benoemen van de noodzaak van bekering, de prediking van zonde en genade, wordt dan al snel een probleem.”
De predikant denkt dat het onderzoek van prof. Dekker niet de vinger legt op bijvoorbeeld de invloed van de evangelische beweging op de GKV. „Wat dat betreft is het jammer dat hij geen veldonderzoek heeft gedaan. Nu krijgt hij de onderste steen niet boven.”
Ds. Visser wijst op het risico dat veel vrijgemaakten een te open houding hebben tegenover de wereld. „We hebben als christenen een Woord voor de wereld. Maar het gevaar dat we de wereld binnenhalen in de kerk, wordt te weinig onderkend. Vrijgemaakten willen steeds meer voor vol aangezien worden. Terwijl je vanuit de Schrift moet accepteren dat je soms alleen staat wanneer je je wilt baseren op de Bijbel.”
De Urker emeritus predikant ds. J. Westerink, lid van de Christelijke Gereformeerde Kerken, roept in herinnering dat prof. Dekker bij de herdenking van vijftig jaar Vrijmaking, in 1994, al de verwachting uitsprak dat de vrijgemaakten dezelfde ontwikkeling zouden doormaken als de synodalen. Toch is dat maar ten dele uitgekomen, constateert hij. „De veranderingen gaan minder ver en ze gaan minder snel”, zegt ds. Westerink. „Als je de GKV van nu vergelijkt met de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) van een jaar of tien geleden, zie je duidelijke verschillen. Bij de vrijgemaakten is het gereformeerde karakter van de kerk meer bewaard gebleven. Als het gaat om de leer kun je over het algemeen zeggen dat men in het spoor van Schrift en belijdenis wil blijven.”
Ds. Westerink valt prof. Dekker bij in diens conclusie dat waar kuyperianen, de volgelingen van de gereformeerde voorman Abraham Kuyper, veranderen, het hard gaat. „Ik denk aan de samenwerking tussen de Theologische Universiteit Kampen (TUK) van de vrijgemaakten en de christelijk gereformeerde Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). De TUK heft eenzijdig de vooropleiding op en verwacht dat de TUA volgt. En men besluit te kijken naar een mogelijke verhuizing naar een van de grotere steden: de vrijgemaakten nemen beslissingen en gaan ervan uit dat de ander zich wel bij hen aanpast.”
Brede blik
Prof. Kuiper betreurt het dat prof. Dekker bij zijn onderzoek geen analyse maakt van ontwikkelingen in de breedte van het gereformeerde christendom. „Alle kerken hebben te maken met de invloed van de wereld en toenemende mondigheid van leden. Dat zijn geen specifiek gereformeerd vrijgemaakte symptomen.” Ook noemt hij de beschrijving van prof. Dekker van veranderingen op het gebied van leer en leven „niet overtuigend. De vergelijking berust vooral op de ontwikkeling in ledental. Die neemt beperkt af bij de vrijgemaakt gereformeerden, maar we kennen de factoren: minder geboorten, meer overgangen naar andere kerken. Dat is geen massale kerkverlating of geloofsafval, zoals de vergelijking met de synodaal gereformeerden suggereert.”
Alle ondervraagden zien daarnaast een groot verschil tussen de vrijzinnige theologie, die in de Gereformeerde Kerken in Nederland opgang deed, en de theologische ontwikkelingen in de GKV. Dr. Janse: „Je ziet meer dat ontwikkelingen bij een deel van de vrijgemaakten aansluiten bij de middenorthodoxie. Bijvoorbeeld het herwaarderen van Karl Barth, die vroeger door de voorman van de vrijgemaakten, prof. dr. K. Schilder, bestreden werd. Ook signaleer ik dat men positiever oordeelt over de Rooms-Katholieke Kerk en over het aangaan van banden met de Protestantse Kerk in Nederland.”
Prof. Kuiper erkent dat er wel discussies zijn over de positie van de vrouw in de kerk of over thema’s zoals huwelijk en, samenwonen, „maar die spelen zich af op het erf van de kerk. Bovendien is er een aanzienlijke scheut evangelicale geloofsbeleving de kerk binnengekomen die juist op heel iets anders wijst: het verlangen naar een intenser geloofsleven.”
Bezorgd
Het is juist die evangelische invloed die ds. Visser zorgen baart. Onder meer bij de discussie vorig jaar over het niet willen ondertekenen van de belijdenisgeschriften door de missionaire GKV-gemeente Stroom Amsterdam, is het gereformeerde karakter van de kerk volgens hem in het geding. Hij hoopt echter dat de vleugels in de kerk elkaar weten vast te houden. „Ik hoop en bid dat we samen als kerk de weg gaan die Christus wijst, in diepe eerbied voor Hem.”
Ds. Westerink hoopt op een bezinning in de GKV op de overeengekomen eenheid met de CGK over de toe-eigening van het heil. „In het verleden werd er strak verbondsmatig geredeneerd. Nu oriënteren velen zich op de evangelische wereld. Het gevaar van losraken van je eigen wortels is aanwezig. Ik ben ervan overtuigd dat het dan hard kan gaan met verdere veranderingen, zoals prof. Dekker stelt.”
Ook dr. Klei ziet risico’s in de hang naar evangelische opvattingen. „Vroeger stonden God de Vader, de uitverkiezing en het verbond centraal, nu zijn dat Jezus Christus en de Heilige Geest en de liefde. God is niet meer Degene van boven Die je bevelen geeft, maar Hij is iemand die naast je staat. Het autoriteitsargument heeft heel veel aan betekenis ingeboekt. Nu gaat er ook om of iets wel goed voelt. Dit werkt secularisatie in de hand.”
De historicus verwacht dat het instituut kerk onder vrijgemaakten nog meer aan betekenis inboet. „Het individualisme zal aan invloed winnen. Een deel van de kerkleden bedankt en wordt evangelisch, sluit zich aan bij Nederlands Gereformeerde Kerken of de PKN. Een deel wordt onkerkelijk, verontrusten gaan naar de zogeheten nieuwe vrijgemaakten, een afsplitsing uit 2003, en een steeds grijzer wordend deel blijft gewoon lid.”
Dr. Janse stelt dat die lijn wordt ondersteund door statistische gegevens. „Het aantal mensen dat belijdenis doet loopt terug, het geboortecijfer daalt en er is sprake vergrijzing. Vergeleken met vroeger neemt het aantal mensen dat overgaat naar andere kerken, sterk toe. Hoewel kerkelijke statistiek dat nooit heel helder weergeeft, denk ik dat Dekker terecht constateert dat er nog een sterke daling van het ledental van de GKV aan zit te komen.”
Namen
Dr. Ewout Klei is politiek historicus en promoveerde in 2011 aan de Theologische Universiteit Kampen op de geschiedenis van het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV). In hetzelfde jaar verliet hij de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). Tegenwoordig voelt hij zich verbonden met de Remonstrantse Broederschap.
Prof. dr. Roel Kuiper is onder meer bijzonder hoogleraar in de reformatorische wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en senator namens de ChristenUnie. Hij promoveerde in 1992 op de studie ”Zelfbeeld en wereldbeeld. Antirevolutionairen en het buitenland 1848-1905”. Ook is hij een van de auteurs van de driedelige serie ”Vuur en vlam”, waarin aspecten van het kerkelijk leven in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt belicht worden. Hoewel afkomstig uit de GKV, kerkt hij tegenwoordig bij de missionaire gemeente Hoop voor Noord, die is aangesloten bij de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).
Dr. C. S. L. Janse is socioloog en oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Hij promoveerde in 1985 op de studie ”Bewaar het pand. De spanning tussen assimilatie en persistentie bij de emancipatie van de bevindelijk gereformeerden”. Daarin belicht hij de positie van bevindelijk gereformeerden in de Nederlandse samenleving. Hij publiceert nog regelmatig op zijn vakgebied.
Ds. J. R. Visser is predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Dronten-Noord. Hij is betrokken bij de website gereformeerdekerkblijven.nl, samen met onder anderen prof. dr. J. Douma. Via dit kanaal publiceren gereformeerd vrijgemaakten die moeite hebben met de koers van hun kerkverband regelmatig opiniërende artikelen. Ds. Visser was ook een van de sprekers tijdens een landelijke dag van bezwaarde GKV-leden, vorig jaar in Bunschoten-Spakenburg.
Ds. J. Westerink is emeritus predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Hij was als voorzitter van het deputaatschap kerkelijke eenheid jarenlang betrokken bij gesprekken met vertegenwoordigers van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Resultaat van die besprekingen was onder meer een overeenkomst over de toe-eigening van het heil, die door de generale synodes van beide kerken in 1998 werd onderschreven. Ds. Westerink gaat zo nu en dan voor in een CGK/GKV-samenwerkingsgemeente.