Commentaar: Christelijk weerwoord via Facebook
Bied atheïsten antwoord via social media. Wees met evangelisatiewerk actiever op Facebook. Die klemmende oproep deed de Amerikaanse evangelist Ray Comfort vorige week. Zelf heeft hij een pagina waarop hij dagelijks in gesprek is met fanatieke godloochenaars.
Comfort constateert dat er bij christenen koudwatervrees bestaat voor evangelisatieactiviteiten op internet, in het bijzonder op Facebook. Dat geldt zeker voor conservatieve christenen. Volgens hem krijgen atheïsten daardoor nauwelijks weerwoord.
Onverklaarbaar is die terughou-dendheid bij christenen niet. In de eerste plaats heeft het te maken met het tamelijk nieuwe van sociale media. Ze zijn amper tien jaar oud. Dan is het vanzelfsprekend dat er nog geen uitgebalanceerde visie en methodiek zijn ontwikkeld.
Tweede is dat de vraag gesteld mag worden of men via kanalen waardoor ook zo veel rommel spoelt, het zuivere water van het Evangelie moet verkondigen. Die vraag mag men niet gemakkelijk terzijde schuiven. Vanouds is dat ook een belangrijke reden voor reformatorische kerken geweest om niet mee te doen aan kerkdiensten via omroepen.
Derde overweging die bij die reserve een belangrijke rol speelt, is dat men binnen orthodoxe kerken ervan overtuigd is dat evangelisatiewerk het best kan geschieden via de persoonlijke ontmoeting en het gesprek.
Hoezeer al die overwegingen ook waar zijn, de oproep van Comfort kan niet zomaar van tafel worden geveegd. Kerken en christenen moeten zich terdege afvragen of zij voor hun publieke taak, zoals evangelisatiewerk niet meer aan gebruik moeten maken van social media.
De eerste reden is dat door de opmars van de moderne communicatietechnieken steeds meer mensen in hun eentje leven. Voor bijna niets behoeven ze meer hun huis uit. Wil men die mensen bereiken, dan is het zoeken van contact via de moderne media een van de weinige kanalen waarlangs ‘het gesprek’ op gang kan komen.
Veel mensen zijn de hele dag online, struinen gedurig internet af en halen langs die weg hun nieuws en kennis binnen. Internet is hun belangrijkste informatiekanaal. Die vloed aan informatie beïnvloedt mensen. Dat is onontkoombaar.
Allerlei moderne opvattingen worden via internet geventileerd. Het atheïstische en seculiere gedachtegoed is er nadrukkelijk aanwezig. Dagelijks publiceren godloochenaars hun opvattingen, stellingen en betogen via internet. Wanneer daar door christenen geen antwoord op wordt gegeven, zal dat door internetgebruikers uitgelegd worden als teken van zwakte. Terwijl christenen juist wel degelijk goede argumenten hebben voor hun geloofsovertuiging.
De reserves die –zeker binnen orthodox-christelijke kring– bestaan tegen verbreiding van het christelijke gedachtegoed en tegen bestrijding van het atheïsme via internet, zijn begrijpelijk. Echter, als de komst van nieuwe en sociale media eenzelfde revolutie veroorzaakt als de boekdrukkunst –en daar heeft het veel van weg– dan verdient dat terughoudende standpunt op z’n minst een heroverweging.