VS bezinnen zich op inzet kernwapens voor middellange afstand
In Nederland werd twintig jaar geleden heftig gediscussieerd over het al dan niet plaatsen van Amerikaanse middellange nucleaire afstandswapens. Die vormden de ontbrekende schakel tussen kernwapens op het slagveld en de strategische langeafstandskernwapens. Inmiddels is de internationale situatie gewijzigd. Het vijandbeeld van de Sovjet-Unie maakte plaatste voor dat van schurkenstaten en voor een religieus gemotiveerd transnationaal terrorisme.
Als gevolg van deze veranderingen nemen de Amerikanen enige afstand van de gedachte van de nucleaire afschrikking. In deze gedachte zijn kernwapens in de eerste plaats politieke wapens, waarmee wordt gedreigd, maar die door hun afschrikwekkende effecten niet worden gebruikt. De laatste tijd wordt in Amerika nagedacht over de vraag of in de nieuwe situatie ook de mogelijkheid aanwezig moet zijn om kernwapens wel daadwerkelijk te gebruiken. Dat kan door de vernietigingskracht van deze wapens aanzienlijk te verminderen. De schurkenstaten Noord-Korea en Iran en islamitische staten als Syrië en Saudi-Arabië voelen zich door de opstelling van de Verenigde Staten onveilig. Zij hebben middellange afstandsraketten aangeschaft die kernwapens kunnen vervoeren.
„In de nucleaire eeuw overheerste in het strategisch denken de afschrikking. Het was een intellectuele discussie voor ingewijden. Het is moeilijk om in te schatten of het bestaande beleid de beste of juist de minst effectieve keuze is. Dat komt omdat afschrikking alleen op een negatieve manier kan worden getest. Wellicht was de afschrikking zelfs onnodig omdat het onmogelijk is om te bewijzen dat de tegenstander ooit van plan was om als eerste een aanval uit te voeren.” Dit schreef Henry Kissinger in 1994 in zijn boek ”Diplomacy”.
Deze uitspraak van bijna tien jaar geleden duidt aan dat in de Verenigde Staten het thema ”afschrikking” onderwerp van discussie was. Deze twijfel nam na 11 september 2001 toe. De afschrikking werd als een verouderd concept van de Koude Oorlog gezien.
President Bush gaf ook in zijn toespraak van september 2002 aan dat de afschrikkingstrategie tegen de ’nieuwe vijand’ ineffectief is. „Gelet op de doelen van de schurkenstaten en terroristen kunnen de Verenigde Staten niet alleen meer vertrouwen op de reactieve houding die we in het verleden aannamen. Het onvermogen om een potentiële aanvaller af te schrikken en de omvang van de potentiële schade die kan worden veroorzaakt door de wapens die onze tegenstanders kiezen, laten deze optie niet meer open. We kunnen het niet toelaten dat onze vijanden het eerst aanvallen.”
Wat werkt dan wel? Gedacht wordt om kleine kernwapens te ontwikkelen die op het slagveld zijn te gebruiken. Zo kwamen begin augustus 2003 vertegenwoordigers van het Pentagon en Amerikaanse wetenschappers op de luchtmachtbasis Offutt in Nebraska bijeen om over dit onderwerp te praten. Verzoeken van het Congres om waarnemers naar deze bijeenkomst te sturen werden door de regering afgewezen. Desondanks hebben Senaat en het Huis van Afgevaardigden ingestemd met opheffing van het verbod op onderzoek naar dergelijke wapens.
Daarmee kwam een einde aan het in 1993 aangenomen Spratt/ Furse amendement. Dit amendement verbood onderzoek naar, ontwikkeling en productie van kernwapens met een explosieve waarde van minder dan 5 kiloton. De bedoeling is om deze ”mininukes” (met de kracht van eenderde van de atoombom op Hirosjima in 1945) te gebruiken om diep onder de grond gelegen bunkers te vernietigen.
Verder studeren wetenschappers in het Air Force Research Laboratory in New Mexico op een nieuw type wapen dat weliswaar niet de vernietigende kracht heeft van atoomwapens, maar dat een veel groter effect heeft dan conventionele wapens. Het gaat om de ”gamma ray bombs”. Hierbij gebruikt men kortweg gezegd gammastralen die ontstaan bij het afbraakproces van radioactieve elementen. Een gram van dit explosief zou volgens deskundigen meer energie in zich hebben dan 50 kg TNT.
Deze onderzoeken roepen een tegenreactie op. Volgens de Washington Times zou één nieuwe raket, een middellangeafstandsraket met een bereik van 2300 mijl (de Taepo Dong 2) tijdens het 55-jarig bestaan van Noord-Korea worden gepresenteerd. Om onduidelijke redenen is dat niet gebeurd. De Zuid-Koreaanse krant Chosun Ilbo meldde zelfs het bestaan van een tweede raket (de Taepo Dong X), die Hawaï, Alaska, Californië en een deel van de Amerikaanse westkust kan bereiken. Wat er ook van deze berichten waar is, helder is dat Noord-Korea duidelijk te kennen heeft gegeven dat het zich het recht voorbehoudt om kernwapens te produceren.
Ook vanuit Saudi-Arabië komen verontrustende berichten. Het is bekend dat veel kapers tijdens de aanslag van 11 september 2001 de Saudische nationaliteit hadden. Een onderzoekscommissie van het Amerikaanse Congres meldde dat de terroristen voor een deel vanuit Saudi-Arabië werden gefinancierd. Dit heeft de relaties tussen de Saudische en de Amerikaanse regering ernstig onder druk gezet. De laatste Amerikaanse gevechtstroepen zijn zelfs half september van de luchtmachtbasis Prince Sultan vanuit Saudi-Arabië vertrokken.
De Saudische regering lijkt ook onder de Amerikaanse atoomparaplu vandaan te willen. De Engelse krant The Guardian wist te melden dat de Saudi’s de mogelijkheid bestuderen om eigen atoomwapens te kopen. Volgens de Schotse krant The Glasgow Herald bestaan c.q. bestonden er geheime contacten met Pakistan. De Saudi’s beschikken over zestig CSS-2 ballistische raketten, die in staat zijn kernkoppen over grote afstand te vervoeren.
Kernwapens waren aanvankelijk politieke wapens, die werden geproduceerd met het idee ze nooit te gebruiken vanwege hun vernietigende werking. Een strategie die in een bipolair internationaal systeem relatieve veiligheid bracht. Nu bestaat bij de Amerikanen de wens kleinere kernwapens te produceren en in te zetten om de nieuwe vijand effectief te bestrijden en daardoor de stabiliteit in de wereld te bevorderen. Het resultaat zal echter een instabiele wereld zijn waarin de verspreiding van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen (middellange afstandsraketten) eerder wordt bevorderd dan afgeremd.