In november vorig jaar keurde het parlement van Tsjechië met een nipte meerderheid de compensatiebetalingen van in totaal ruim 5 miljoen euro goed. Ongeveer 3 miljard euro krijgen de kerken per direct. Verder wordt over een periode van dertig jaar 2,36 miljard euro overgemaakt. Deel van de overeenkomst is ook dat de salariëring door de overheid van voorgangers en andere kerkelijke werkers in de komende zeventien jaar wordt afgebouwd. De overeenkomst is bedoeld om af te rekenen met het verleden en de scheiding tussen kerk en staat in Tsjechië verder door te voeren.

De regering van Tsjechië beroofde ten tijde van het communisme kerken van hun grond, gebouwen en waardevolle bezittingen. Tientallen predikanten en andere voorgangers werden gevangen gezet of vermoord. Zo werden ten minste 65 rooms-katholieke priesters en leden van broeder- en zusterordes gedood door het communistische regime.

Hoewel het communistische tijdperk in 1989 ten einde liep, duurde het nog 20 jaar voordat er een acceptabele compensatie lag voor beide partijen. Alleen baptisten ondertekenden de verklaring niet. Ze kozen voor een genoegdoening per kerklid.