Kerk & religie

Bescherming van instituut was hoofddoel paus

AMSTERDAM – Paus Benedictus XVI is een intellectueel, die –wars van sociale media– zijn toespraken schrijft met potlood. Zijn hoofddoel is het beschermen van het instituut dat hemzelf ook sinds zijn twaalfde beschermde, zegt John Thavis in ”De Vaticaandag­boeken”, dat deze week in Amsterdam werd gepresenteerd. „Nooit is enig bewijs opgedoken van actieve betrokkenheid van de paus bij het verdoezelen van seksueel misbruik.”

Klaas van der Zwaag
28 February 2013 10:43Gewijzigd op 15 November 2020 02:13
ROME – Paus Benedictus XVI verlaat het Sint-Pietersplein in Rome na afloop van zijn laatste audiëntie. Foto EPA
ROME – Paus Benedictus XVI verlaat het Sint-Pietersplein in Rome na afloop van zijn laatste audiëntie. Foto EPA

Als paus ondernam hij inderdaad actie tegen het misbruik. Maar aan die actie leek de urgentie te ontbreken die buiten het Vaticaan zo zwaar woog. Een kenmerkend voorbeeld was het pijnlijk trage tempo waarin de paus onderzoek deed naar de stichter van het zogenaamde Legioen van Christus, de Mexicaan Marcial Maciel Degollado (1920-2008). Deze misbruikte seminaristen, verwekte kinderen en kocht hoogwaardigheidsbekleders van het Vaticaan om.

John Thavis was tot voor kort hoofdredacteur van de rooms-katholieke nieuwsdienst Catholic News Service. Hij woont in Amerika. In zijn boek ”De Vaticaandagboeken”, waaraan uitgever Bert Bakker de ondertitel ”Een onthullend verhaal over de machtsstrijd binnen de katholieke kerk” meegaf, doet de schrijver verslag van zijn jarenlange optrekken met de pausen Johannes Paus II en Benedictus XVI. Hij geeft daarbij een interessant inkijkje in de wereld van en achter het Vaticaan.

Het zit het Vaticaan niet mee. Het lekken van geheime stukken (VatiLeaks) leidde tot de arrestatie van de butler van de paus, Paolo Gabriele, een onbesproken medewerker die al twee pausen had gediend. Tot overmaat van ramp werd in verband met deze zaak directeur Ettore Gotti Tedeschi van de Vaticaanbank op staande voet ontslagen.

Chaos

Voor de schrijver zijn deze gebeurtenissen tekenen van „een openlijke uitbarsting van een besloten cultuur”, die binnen de muren van het Vaticaan heel lang de toon aangaf. „Het is een cultuur waarin kalme toewijding aan het werk van de kerk vaak wordt overschaduwd door klerikale carrièrezucht. Het is een cultuur die stoelt op een hiërar­chische ordening, maar die tegelijk wordt overspoeld door organisatorische chaos. Het is een cultuur waarin de paus vaak niet op de hoogte wordt gebracht van belangrijke beslissingen, terwijl tegelijkertijd elke kritiek op hem ongepast wordt geacht.”

Thavis kwam erachter dat het Vaticaan, ondanks de institutionele façade, vooral een wereld van individuele personen is gebleven. En die afzonderlijke individuen hebben een verbluffend grote vrijheid om te handelen en dus flaters te slaan. Het Vaticaan is een proeftuin geworden voor het zetten van misstappen, het onduidelijk formuleren van boodschappen, een plek waar de paus in opspraak raakt door zijn eigen blunders of die van naaste medewerkers.

De schrijver laat zien hoe weinig Benedictus XVI bedacht was op de effecten van bepaalde uitspraken, zoals over condooms tijdens zijn reis naar Afrika of zijn uitspraak over de islam in het Duitse Regensburg (waarin hij een middeleeuwse geleerde citeerde). Ze veroorzaakten wereld­wijde ophef, maar wie de toespraken leest, vindt daarin de nuances die niet in kranten­koppen weer te geven zijn. Journalisten waren uit op oneliners en konden weinig met de ingewikkelde ethische of intellectuele achtergronden van de opmerkingen van de paus.

Veelzeggend waren de verwikkelingen rond de broederschap Pius X, de traditionalistische gemeenschap van aartsbisschop Marcel Lefebvre die in 1975 formeel ontbonden werd verklaard. Thavis doet uit de doeken hoe Benedictus de ex­communicatie van de vier illegaal gewijde bisschoppen van de Piusbroederschap ophief, niet wetend dat een van hen, bisschop Richard Williamson, de Holocaust ontkende. Een onvergeeflijke fout dat hij niet even googelde op Williamson. „Ik heb de les geleerd dat de Heilige Stoel in de toekomst meer aandacht zal moeten besteden aan deze nieuwsbron.” De kwestie-Williamson vormde het dieptepunt van het pontificaat van paus Benedictus, meent Thavis.

De schrijver van ”De Vaticaandagboeken” laat zien hoe de machinerieën in het Vaticaan werken en hoe de paus daarin zijn weg is gegaan. Hij heeft geprobeerd de Romeinse curie en het enorme bureaucratische apparaat te zuiveren en in te krimpen, maar zonder resultaat, zoals dit ook zijn voorgangers niet lukte. Zijn medewerkers fluisterden hem bij elke poging in het oor: „Maar Uwe Heiligheid, dat kan helemaal niet.”

Ratzinger was verantwoordelijk voor een stevig document tegen homoseksualiteit, dat het tot priester wijden van homoseksuele mannen volstrekt uitsloot. Maar een collega van Thavis merkte op dat dit document in een lade zal „vergelen.” „Als ze werkelijk achter de homo­priesters aangaan, moeten ze meteen de helft van het Vaticaan ontruimen.”

Onverbiddelijk hield de paus vast aan het celibaat, zijns inziens een offer dat de priester vormde naar het voorbeeld van Christus. Het is een beginsel dat onwrikbaar door Rome wordt verdedigd, ondanks een wereldwijd priestertekort en het feit dat een celibatair leven voor een groot deel van de geestelijkheid problematisch blijkt. Het celibaat is zelfs een informele lakmoesproef voor loyaliteit geworden, aldus Thavis.

Voor journalisten was de paus weinig interessant. Benedictus deed zijn uiterste best om elk actueel thema te vermijden. Steeds vaker richtten zijn toespraken zich op de spirituele lessen van kerkvaders en heiligen. Het hoofdthema van zijn werk was het herontdekken van de rechtmatige plaats van God in het persoonlijk leven en in de samenleving. Hij lanceerde een afdeling van het 
Vaticaan voor het bevorderen van „nieuwe evangelisatie” in vanouds rooms-katholieke landen.

De paus was wars van de leegheid van de mediacultuur en ging liever in debat met intellectuele agnosten dan met gewone rooms-katholieken die met lastige vragen zaten. Een collega vroeg Thavis of hij Benedictus ooit vreugde had zien uiten. Thavis zag dat tijdens een orgelbespeling in Regensburg waar een werk van J. S. Bach klonk. De paus vergeleek het orgel met de Rooms-Katholieke Kerk. Een slecht gestemd orgel brengt dissonanten voort. Daarom moet een bekwame hand leiden tot welluidendheid.

Thavis: „Dit was de ware Bene­dictus. Deze man zag zichzelf als een ”maestro di musica”. Geloof was de muziek die nooit teleurstelde.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer