DEN HAAG – De Tweede Kamer moet een binnenkort te behandelen wijziging van de Kieswet aangrijpen om het Centraal Stembureau de bevoegdheid te geven te controleren of bij ingediende kandidatenlijsten wellicht is gediscrimineerd.
Dat schrijft het Proefprocessenfonds Clara Wichmann in een brief aan de Tweede Kamer. Het fonds ziet niets in de maatregelen die het partijbestuur van de SGP bezig is te nemen en waarmee het bestuur denkt te voldoen aan het bekende arrest van de Hoge Raad. Het Proefprocessenfonds spreekt van een „incorrecte uitvoering” van dit arrest en van een „constitutioneel drama” dat de Nederlandse Staat, drie jaar na de uitspraak van de Hoge Raad, nog altijd geen maatregelen heeft genomen tegen de SGP.
Het fonds roept daarom de Tweede Kamer op om begin maart, als een wetsvoorstel behandeld gaat worden waarin uiteenlopende kleine verbeteringen van de Kieswet worden voorgesteld, aan dit wetsvoorstel een artikel toe te voegen. Daarin moet staan dat het Centraal Stembureau de bevoegdheid en plicht krijgt om te controleren of bij het opstellen van ingediende kandidatenlijsten wellicht is gediscrimineerd.
Overigens heeft het Proefprocessenfonds op 30 januari ook een brief geschreven aan minister Plasterk van Binnenlandse Zaken, waarin het fonds uiteen zet waarom de bewindsman inzake de SGP tekort schiet. Plasterk is het daar echter niet mee eens, zo blijkt uit een brief van zijn hand van 12 februari, gericht aan het Proefprocessenfonds. Door wat de SGP nu aan het doen is, „vervalt de noodzaak van de overheid om maatregelen te treffen”, schrijft de minister. Hij verwacht dat de SGP „in de eerste helft van dit jaar” daadwerkelijk tot actie overgaat. Daarom acht hij het „nu niet opportuun om nadere maatregelen te nemen.”