Commentaar: Kernproef Noord-Korea; een nieuwe uitdaging
De nieuwe kernproef van Noord-Korea is gisteren wereldwijd een „provocatie” genoemd. En inderdaad, deze mag met recht een uitdaging worden genoemd. Het is niet gemakkelijk vast te stellen wat de internationale gemeenschap nu te doen staat.
Alle wereldleiders spraken direct hun veroordeling uit. En de VN-Veiligheidsraad, die met spoed bij elkaar kwam, deed niet anders. Misschien is dat nodig, maar het is op zijn minst ook heel voorspelbaar. Het is gewoon een herhaling van eerdere veroordelingen, die allemaal ineffectief zijn gebleken.
Het veroordelen van een kernproef is natuurlijk terecht. Niemand zit erop te wachten dat straks nog meer landen kernwapens hebben. Maar als het bij een veroordeling blijft, is dat echt te mager.
Het feit dat Noord-Korea welbewust steeds resoluties van de Veiligheidsraad overtreedt, bewijst dat dit land vastbesloten is deze weg te gaan. Zeker, dat valt te betreuren, maar daarmee is Pyongyang niet tot een koerswijziging gebracht.
De Nederlandse minister Timmermans sprak gisteren over „vergaande” sancties, en dan vooral zulke dat ze de machthebbers raken. Dat laatste is een nuttige toevoeging. Het lijden van de Noord-Koreaanse bevolking is al jarenlang bijzonder groot.
Tegelijk valt vast te stellen dat Noord-Korea al dertig jaar lang met sancties weet om te gaan. Het is heel gemakkelijk om te besluiten tot ‘slimme sancties’, maar in de praktijk hebben die vaak niet het gewenste effect.
Het aantal landen dat vrijwillig –al dan niet onder buitenlandse druk– van een kernprogramma heeft afgezien, is niet groot. Het meest recente voorbeeld is Libië onder kolonel Gaddafi. De Libische leider werd door zijn volk verjaagd en later als hond vermoord.
Het spreekt vanzelf dat dit voor Kim Jung Un en zijn regime niet aantrekkelijk is. Het ontwikkelen van een atoombom is voor Pyongyang ook een manier tegenover het eigen volk zijn kracht te laten zien.
Zeker in deze landen zijn leiders degenen die de nationale trots moeten dragen. Maar draag je die trots eenmaal, dan kun je aan Gaddafi zien welke prijs het heeft als je die aflegt. Opgeven is extreme zwakte.
Vanuit dit perspectief is het logisch dat Noord-Korea ook vandaag nog doorgaat met kernproeven. Ook slimme sancties helpen het land niet zonder gezichtsverlies in te binden.
Noord-Korea voelt zich bedreigd door de Verenigde Staten. Op zich is dat begrijpelijk. De VS zijn militair gezien het machtigste land ter wereld, en het ligt ook nog eens heel dichtbij. Als dat dan vaak zo ontevreden is, is dat intimiderend.
Voor Amerikanen is dat misschien vreemd, omdat zij geen enkele drang hebben om buitenlands gebied te veroveren. Maar ook Noord-Koreanen zeggen geen enkele expansiedrang te hebben. De tijd van de „communistische wereldrevolutie” is echt voorbij. Als de Amerikanen en de Koreanen elkaar zouden vertrouwen, zou een vreedzaam samenleven mogelijk moeten zijn. Maar ja, dat vertrouwen.
Sancties wekken dat vertrouwen in elk geval niet. Daarvoor is iets totaal anders nodig. En juist dat is de uitdaging.