Analyse: Paus dubbelzinnig over Reformatie
Paus Benedictus XVI staat theologisch op één lijn met zijn voorganger Johannes Paulus II. Toch wist hij het hart van menige orthodox-protestantse theoloog te stelen omdat hij typisch roomse noties soms versluierd kon formuleren, zoals in zijn trilogie over Jezus.
Paus Benedictus XVI was als kardinaal Joseph Ratzinger jarenlang voorzitter van de Congregatie voor de Geloofsleer, die de leer van de Rooms-Katholieke Kerk bewaakt en verantwoordelijk was voor heel wat onderzoeken naar omstreden theologen. Aanvankelijk was hij een redelijk open theoloog, collega van de progressieve Hans Küng in het Duitse Tübingen. Later ontwikkelde hij zich in orthodoxe richting, om uiteindelijk gekozen te worden tot paus. In protestantse kring wordt Ratzinger wel gezien als een bondgenoot in de strijd tegen de vrijzinnigheid en de secularisatie van kerk en samenleving.
Met zijn trilogie over Jezus heeft hij veel goodwill gekweekt in orthodox-protestantse kring. Ratzinger neemt stelling tegenover de moderne, liberale theologie. Tegenover de moderne theologie houdt hij vast aan de idee van een zoenoffer of genoegdoening, hoezeer deze voor het moderne levensgevoel ook onbegrijpelijk is.
De paus houdt een pleidooi voor het historisch getuigenis van kruis en opstanding, tegenover de moderne historische kritiek. Als de wetenschap bewijst dat dergelijke gebeurtenissen onmogelijk kunnen plaatsvinden, verliest het geloof de grond waarop het staat. Omgekeerd mag van de historische wetenschap geen absolute zekerheid verwacht worden over elk detail, omdat ze die niet kan leveren.
Ratzingers rooms-katholieke achtergrond is in zijn publicaties veelal versluierd aanwezig. De roomse invloed in zijn Jezusboeken is het duidelijkst te vinden op het punt van de eucharistie. Daarin ligt immers het hart van Rome. In de eucharistie legt God Zich daadwerkelijk in onze handen, aldus Ratzinger. Kerk en eucharistie zijn nauw met elkaar verbonden. Ook in Ratzingers encycliek over de eucharistie, ”Sacramentum caritatis” (2007), kijken we in het hart van de Rooms-Katholieke Kerk. De eucharistie wordt in de ondertitel omschreven als „bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk.”
Het breekpunt bij de Rooms-Katholieke Kerk en ook bij Ratzinger in het gesprek met de kerken van de Reformatie vormen vaak de kerk en het ambt. Ter illustratie kan hier het document ”Dominus Iesus” dienen, dat in 2000 onder zijn redactie verscheen. Het document over de eenheid van de kerk wekte destijds ontsteltenis bij protestantse kerken. Die mogen zich volgens ”Dominus Iesus” geen kerk noemen, hooguit „kerkelijke gemeenschappen.” Zij missen immers de wezenlijke eigenschappen van het kerk-zijn: de juiste leer en visie op de sacramenten, vooral op de eucharistie.
Ratzinger heeft zich door zijn boeken over Jezus niet bepaald geliefd gemaakt bij moderne theologen, ook in eigen kring niet. Daarvan getuigen diverse kritische bundels over hem. Dat moet een reformatorisch theoloog te denken geven. De boeken van Ratzinger over Jezus zijn een verademing als we de producten van moderne theologen hierover lezen. In die zin doet op wereldniveau de tegenstelling tussen orthodox en vrijzinnig zich soms sterker voelen dan die tussen rooms en protestants. De paus bracht verrassende openingen naar de kerken van de Reformatie. Evenzeer blijkt in zijn werk echter dat Jezus niet los verkrijgbaar is, maar ingebed is in de rooms-katholieke traditie, die het rechte zicht op Jezus dikwijls flink verduistert.