Dat hebben het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten en een zegsman bij de regering gezegd. Volgens het Observatorium ontploften twee autobommen in Palmyra, in de centrale provincie Homs: een bij een basis van de militaire inlichtingendienst en een andere bij een gebouw van de veiligheidsdienst van de regering. De doden vielen bij de basis van de militaire inlichtingendienst. Na de explosies zouden vuurgevechten zijn uitgebroken tussen rebellen en militairen. Acht burgers raakten gewond door geweervuur.

Een bron bij de Syrische regering zei dat twee zelfmoordterroristen zich hebben opgeblazen. Ook hij zei dat er slachtoffers zijn gevallen.

De verantwoordelijkheid voor de explosie is nog niet opgeëist.

In het westen van Damascus werd woensdag fel strijd geleverd. Volgens inwoners klonken er luidere explosies dan gewoonlijk. Onder meer de wijken Jobar en Qaboun werden met artilleriegranaten bestookt. Rebellen vielen diverse controleposten van het leger in Jobar aan.

De strijd in Syrië, die in maart 2011 begon en inmiddels is ontaard in een burgeroorlog, heeft volgens de Verenigde Naties al aan meer dan zestigduizend mensen het leven gekost.