Ellen over glasbewassing
In de delicate stilte van de morgen schaaf ik aan een volzin, bijgelicht door een mildgrijs ochtendgloren van rechts.
Aan deze kleine idylle komt algauw een einde, want met een klap landt een vuilgrijze borstel op het enkele glas van mijn kantoorraam en begint daar, gespeend van elke motorische vaardigheid, lukraak in het rond te aaien. Uit het hart van de borstel stroomt water zonder sop.
De hele sessie neemt nog geen vier seconden in beslag. Lomp hopt het ding een venster verderop, mij achterlatend voor een druipnat raam. Ik raak het glas aan. Koud water.
Gespannen wacht ik op de broodnodige ambachtelijkheid in de vorm van de vaste –voor mijn part gebruinde– hand van de glazenwasser die, met dampende spons en professionele wisser, dansend op zijn ladder het karwei komt voltooien.
Die hand komt niet. Ik werp een blik naar buiten, waar in de diepte twee jongemannen een meterslange topzware telescoopstok in evenwicht proberen te houden. Uit hun busje hangt een onduidelijke kluwen van waterslangen, waarvan er eentje in de stok verdwijnt. Hun gezichten staan mateloos vermoeid en hun armen in hagelwitte trainingsjacks trillen. Het lijkt er niet op dat ze enig geluk uit hun werk ontvangen. Het lijkt er zelfs op dat ze totaal niet weten wat ze doen. Maar met Carmiggelt zeg ik: „Mijn waarnemingen zijn zelden waar, maar ik blijf ze nemen.”
Waarom noem je jezelf glazenwasser als dat wat je doet niets met het wassen van glas te maken heeft? Toch blijken de beide heren werkzaam bij een professioneel glazenwasbedrijf, leert het logo op hun bus mij. Zo professioneel dat ze zichzelf geen glazenwassers maar glasbewassers noemen. It’s in a name.
Die stok met waterslang in borstel blijkt deel uit te maken van het Tuckerpoolsysteem, een hypermoderne glasbewastechniek uit Amerika.
De telescoopstok-met-borstel maakt gevaarlijke ladders op onhandige plaatsen overbodig en het gedemineraliseerde osmosewater dat uit de slang komt, moet ervoor zorgen dat het glas streeploos en glanzend opdroogt. Zeem en spons zijn overbodig en de arbodienst is blij.
De praktijk is zoals altijd weerbarstiger. Door mijn verre van streeploos opgedroogde raam zie ik de twee mismoedigen hun slangen inhalen. Als ze de telescoopstok inschuiven, stroomt het osmosewater over hun hoofden.
Reageren? ellen@refdag.nl