Cultuur & boeken

Beza, ambassadeur van de Geneefse Reformatie

In de reeks geïllustreerde en gevarieerde boeken die uitgeverij Kok aan belangrijke reformatoren wijdt, is een deel over de reformator Beza (1519-1605) verschenen.

dr. M. A. van den Berg

5 February 2013 13:40Gewijzigd op 15 November 2020 01:46
Anoniem portret van Theodorus Beza uit 1577. Foto Genève bibliothèque publique
Anoniem portret van Theodorus Beza uit 1577. Foto Genève bibliothèque publique

Om te beginnen kunnen we niet om een kritische aanmerking heen ten aanzien van de redactionele kant van dit project. Het kloeke boek leest wat lastig. Het heeft iets van een map met waardevolle artikelen, die echter zo door elkaar heen zijn geraakt dat je telkens moet kijken of je wel het goede vervolg leest.

De gehanteerde formule is op zich een goede greep. Eén centraal boek wordt steeds als uitgangspunt gekozen – in het geval van Beza de uitnemende biografie van de éminence grise onder de Reformatiekenners, Alain Dufour. Dit ”rodedraadboek” wordt vervolgens gelardeerd met een grote diversiteit aan artikelen waarin een flink aantal internationale deskundigen deelaspecten van het leven en de werken van de hoofdpersoon behandelt. Deze opzet is niet verkeerd, integendeel, de variatie die zo wordt geboden is verrijkend en maakt het geheel nog boeiender. Maar was het nu zo moeilijk geweest om de ingevoegde artikelen ook visueel wat meer onderscheidend te presenteren –door kleur of lettertype bijvoorbeeld– zodat de lezer niet telkens goed moet kijken of hij in het hoofdwerk verder leest of niet?

Ernstiger is dat de vertaling van de Franse tekst van Dufour –op zijn zachtst gezegd– niet echt is om over naar huis te schrijven. De redactionele opmerking dat het literaire gehalte van Dufours boek in de vertaling niet kan worden geëvenaard, rechtvaardigt aperte missers niet. Zomaar een paar voorbeelden van de talloze die te geven zijn: als verteld wordt dat koning Antoine van Bourbon door een ”coup” uit een haakbus dodelijk wordt getroffen, dan is dat natuurlijk niet dat hij een ”slag” met dit geweer krijgt, maar het schot waardoor een kogel hem raakt. En bij het befaamde devies in het embleem van de Histoire Ecclésiastique –de beroemde kerkgeschiedenis van de Franse protestanten die Beza heeft geschreven– dat de kerk een aambeeld is waar met veel hamers op geslagen is, moet de vertaling niet zijn ”hoe meer men zich vermaakt met mij te slaan, hoe meer hamers men gebruikt”, maar uiteraard dat men de hamers verslijt, daarop stuk slaat.

Verrassend

Deze kritische noot ten aanzien van de redactie betekent echter geenszins dat men de uitdaging van dit boek niet zou moeten aangaan. Integendeel, het is een verrassend geheel geworden dat het waard is ter hand te worden genomen. De plaats en de betekenis van de veelzijdige Beza brengen ons diep onder de indruk.

Een keur van auteurs helpt de lezer om alle aspecten van Beza’s rol als opvolger van Calvijn in Genève en consolidator van de gereformeerde Reformatie te belichten. De redacteuren hebben een bewonderenswaardige prestatie geleverd door in hun boek een groot aantal bijdragen van internationale Reformatiekenners van recente datum te verzamelen, die van wetenschappelijke kwaliteit zijn en tegelijk toegankelijk en passen binnen het concept van dit boek. Het lange en vruchtbare leven van Beza als humanist-theoloog, professor en (kerk)politicus komt scherp in beeld. Er is ook grote aandacht voor zijn bijzondere literaire begaafdheid. Beza was de belangrijkste berijmer van de Geneefse psalmen.

Dat er sprake is van overlappingen omdat de bijdragen van de deelauteurs een zelfstandig karakter hebben, is onvermijdelijk en niet echt storend. We komen al lezende steeds meer onder de indruk van de statuur van Beza. Zonder Beza zou Calvijns reformerende werk nooit van zo veel invloed zijn geweest in de geschiedenis van het protestantisme, is het beeld dat blijft hangen.

Bijbeluitleg

In een aantal intermezzo’s worden diverse belangrijke aspecten van Beza’s veelzijdige activiteiten belicht. Het eerste intermezzo gaat over Beza als uitlegger van de Heilige Schrift. Daarin gaat het niet alleen over Beza, maar wordt ook een aantal karakteristieke voorbeelden van zijn exegetisch werk en vanuit zijn prediking gegeven. Wie Beza wil leren kennen moet zijn preken lezen, die christocentrisch en pastoraal bewogen zijn. Hij wordt in een van de bijdragen een „belangwekkende schakel tussen Reformatie en Nadere Reformatie” genoemd.

Ook zijn wetenschappelijke werk met betrekking tot de tekst van het Nieuwe Testament mag niet onvermeld blijven. Een belangrijke tekstvariant, die via zijn aankoop vanuit Lyon uiteindelijk in Oxford terechtkwam, de ”Codex van Beza”, draagt terecht zijn naam.

De Nederlanden

Het tweede intermezzo bevat een aantal interessante bijdragen over de relatie van Beza met de Nederlanden. Kerkelijke en politieke figuren die belangrijk zijn geweest voor de Reformatie in de Lage Landen (onder anderen Guido de Brès en Marnix van Sint-Aldegonde) zaten in Genève in de collegebanken toen Calvijn en Beza met hun Schriftuitleg vormende invloed hadden op een toekomstige generatie gereformeerde leiders.

In het derde intermezzo wordt Beza’s betekenis voor het onderwijs in de gereformeerde traditie behandeld. Genève heeft ook internationaal de vleugels wijd uitgeslagen, mede door de vele studenten die er kwamen studeren, niet in de laatste plaats vanuit Nederland. De invloed van Beza op de theologische studie in de Nederlanden is van groot belang geweest. Vele namen passeren in dit verband de revue.

Ik heb overigens nooit geweten dat een van de opstellers van de Heidelberse Catechismus een neef van Calvijn was. Zo wordt Caspar Olevianus tenminste door een van de auteurs aangeduid. Hij zal wel zijn verwisseld met de Franse Bijbelvertaler Olevitanus, die inderdaad familie was van Beza’s voorganger. In geestelijk opzicht was de jonge Duitse predikant echter zeker met Calvijn en Beza verwant.

Hendrik IV

In de epiloog worden alle facetten van het lange en boeiende leven van Calvijns opvolger nog eens op een rij gezet. Tot op hoge ouderdom was hij een hoofdrolspeler in de strijd voor de reformatie van de kerk in Frankrijk en Europa. Zijn bijzondere relatie met de Franse koning Hendrik IV is van onschatbare betekenis geweest.

Boeiend is het verslag van hun laatste ontmoeting, vlak bij Genève, toen de koning zijn geestelijke en politieke raadgever van weleer –die als 81-jarige te paard naar hem toe was gereisd– met alle egards ontving. Al was Parijs Hendrik wel een mis waard omdat hij anders nooit de man had kunnen worden die in het door godsdienstoorlogen verscheurde Frankrijk weer vrede en welvaart bracht (zelfs Beza moet dat met alle verdriet begrepen hebben), hij vormde de beste garantie voor een toekomst waarin rooms-katholieken en gereformeerden in vrede samen zouden leven. Zou er ooit een Edict van Nantes (1598) zijn gekomen als Hendrik IV niet zo vertrouwd was geweest met Beza?

Zonder Calvijn zou Beza niet geworden zijn wie hij was, de belangrijke ambassadeur van de Geneefse Reformatie. Maar zonder Beza zou ook Calvijns invloed nooit zo breed tot gelding zijn gekomen. De geestelijke zoon van Calvijn werd in zijn lange vruchtbare leven de vader van het calvinisme.


Boekgegevens

”Théodore de Bèze, zijn leven, zijn werk”, Willem Balke, Jan C. Klok en Willem van ’t Spijker (red.); uitg. Kok Utrecht, 2012; ISBN 978 90 435 1792 8; 480 blz.; € 39,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer