Van Rossum promoveerde op 11 december aan de Vrije Universiteit op zijn wetenschapsfilosofische proefschrift. Hierin claimt hij dat geslachtelijke voortplanting fundamenteel onverklaarbaar is met de evolutietheorie.

De Wageningse evolutiebioloog Arjan de Visser noemt dat onzin. „We kunnen de evolutie van seks in principe prima verklaren. Daarover is ook heel veel gepubliceerd, maar Van Rossum haalt maar weinig en selectief relevante literatuur aan.”

De evolutiebiologen verwijten de VU-filosoof prof. dr. René van Woudenberg en VU-wiskundige prof. dr. Ronald Meester dat zij als promotoren niet hebben toegezien op een adequate begeleiding van de promovendus. Ze hadden moeten inzien dat Van Rossum zich baseert op een aantal „fundamentele misvattingen”, aldus de evolutiebiologen.

Meester en Van Rossum verwerpen de kritiek. Meester: „Natuurlijk is en blijft er verschil van inzicht, maar dat is bij een wijsgerig proefschrift heel gebruikelijk.” Volgens Van Rossum raken de criticasters niet de kern van zijn betoog.

Evolutiebioloog Nico van Straalen, hoogleraar dierecologie aan de VU, nam als lid van de leescommissie vooraf kennis van het proefschrift. „Ik vond het wel verdedigbaar omdat het originele gezichtspunten bevat en een relevant probleem aan de orde stelt. Dat er veel secundaire en verouderde literatuur wordt aangehaald, heb ik ook geconstateerd, maar filosofen promoveren ook op Aristoteles. Daar heb ik dus niet echt een punt van gemaakt.”

VU-rector Lex Bouter komt binnenkort met een reactie op het opiniestuk van de evolutiebiologen.