Frans verzet tegen homohuwelijk politiek gemotiveerd
Het Franse verzet tegen het homohuwelijk is vooral een politiek statement, stelt Tim Brienen.
Frankrijk is een van de meest geseculariseerde landen van Europa. Dat is al het geval sinds de Franse Revolutie van 1789. De stringente scheiding van kerk en staat (het laïcisme) onder de Derde Republiek (1870-1940) maakt dat duidelijk. Het is in het licht hiervan verbazingwekkend dat zo veel Fransen zich expliciet keren tegen het homohuwelijk en aanverwante thema’s.
De oppositie komt overduidelijk niet alleen van de kerkelijke gemeenschappen. De kerken zijn niet meer dan een van de elementen in deze sociale beweging. De reactie van de kerken was, op enkele misplaatste verklaringen van een aantal marginale christelijke pressiegroepen na, zeer behoedzaam.
Het is vooral het conservatieve deel van de Franse bevolking dat zich keert tegen de wetsvoorstellen. Niet alleen het homohuwelijk, maar ook de verandering van het recht op wettige afstamming schokt hen. Ook de voorstellen die adoptie, medisch geassisteerde voortplanting en het draagmoederschap mogelijk moeten maken, roepen bij hen veel vragen en tegenstand op.
Wat de bevolking het meest motiveert om de straat op te gaan en zich te keren tegen het wetsvoorstel is echter het juridische verzinsel dat een kind geboren zou kunnen zijn uit twee ouders van hetzelfde geslacht. Dat blijkt ook uit teksten op veel spandoeken die tijdens de demonstraties worden meegedragen.
Wie het verzet tegen de nieuwe wetgeving in het seculiere Frankrijk wil begrijpen, moet echter ook de politieke situatie in het land onder ogen zien. Rechts Frankrijk heeft nog steeds veel moeite om het verlies van de presidentsverkiezingen van 2012 te accepteren.
Ook is er sprake van grote interne verdeeldheid. Binnen de UMP, de partij van oud-president Nicolas Sarkozy, staan drie politieke families –de nationalisten, de bonapartisten en de liberalen– als kemphanen tegenover elkaar.
De spanningen binnen de UMP zijn niet uniek. Alle rechtse partijen hebben met soortgelijke spanningen te maken en zijn bezig zich te herpositioneren. De Modem en UDI vechten voor een plekje in het midden van het politieke spectrum. Aan de uiterst rechterflank is FN bezig om zich, onder druk van steeds actiever wordende splintergroeperingen zoals Le Bloc Identitaire, te hervinden.
”Het huwelijk voor iedereen” is een samenbindend onderwerp; een thema dat de verdeeldheid op rechts overbrugt. Het slaagt daar beter in dan een thema zoals immigratie of de islam.
Voor het minder gepolitiseerde deel van de bevolking zijn de protesten een uitlaatklep voor alle frustratie en teleurstelling na negen maanden Hollande. Op economisch en sociaal terrein waren de verwachtingen van de socialistische president hooggespannen. Dat valt echter tegen. Commentatoren zien ”Het huwelijk voor iedereen” als een slimme afleidingsmanoeuvre van de socialisten. De ophef verdoezelt het niet nakomen van politieke en sociale beloften.
Het afwijzen door rechts van deze zeer ingrijpende maatschappelijke hervormingen moeten we niet licht opvatten. Het geldt als een waarschuwing. Er is een interessante vergelijking te trekken tussen de huidige ”La manif pour tous” en de grote manifestaties voor het ”vrije onderwijs” in 1984. In 1984 had president Mitterrand onder druk van de straat het project om het rooms-katholieke onderwijs te nationaliseren opgegeven. Die nederlaag bereidde de overwinning voor van rechts bij de parlementsverkiezingen. De oppositie tegen ”Een huwelijk voor iedereen” is zo bezien niet alleen een uitdrukking van conservatisme, maar vooral ook een waarschuwingssignaal voor links.
De auteur is directeur van een ziekenhuis in Frankrijk.