Verlossing
HC Zondag 5
Iedereen ervaart bij zichzelf de verschrikkingen van het geweten, waarvan hij zichzelf niet bevrijden kan. Deze betuigen dat hij door zichzelf niet met God verzoend kan worden.
Het is het ambt van een Middelaar om met beide partijen te onderhandelen, zowel met de beledigde als met de belediger. Dus was het het ambt van Christus, onze Middelaar, om eerst te handelen met God, Die vertoornd was of tegen Wie misdaan werd, en daarna met de partij die misdaan heeft, die wij zijn. Met God, Die vertoornd is, handelt Hij op deze manier: Hij bidt voor ons bij de Vader en biedt Zichzelf aan om voor ons te voldoen. Hij voldoet metterdaad voor ons, door voor onze zonden een afdoende straf te lijden, welke wel eindig is wat de tijd betreft, maar oneindig is wat zijn gewicht en waardigheid aangaat. Hij belooft dat wij zullen ophouden God met onze zonden te vertoornen. Want zonder deze belofte kan ook bij de mensen, en nog veel minder bij God, geen voorbidding plaatshebben. Deze belofte volbrengt Hij metterdaad in ons, door ons de Heilige Geest en het eeuwige leven te geven.
Zacharias Ursinus, hoogleraar in Heidelberg
(”Schatboek Heidelbergse Catechismus”, 1657)
De Heidelbergse Catechismus bestaat 450 jaar. De meditatie komt iedere zaterdag uit het ”Schatboek”, een verklaring van de catechismus.