„Beeldenstormer werd zelf weer beeldenmaker”
GOUDA – De beeldenstormers uit de zestiende eeuw werden zelf weer beeldenmakers. „Om hun eigen identiteit te markeren, schiepen de protestanten op hun beurt beelden van hun tegenstanders.”
Dat betoogde prof. dr. W. J. van Asselt vrijdagavond tijdens de derde bijeenkomst van de Studium Generale ”Reformatie en kunst” van Driestar Educatief in Gouda. Prof. Van Asselt, verbonden aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven, sprak over ”Het beeldverbod en de protestantse identiteit”.
Volgens de Leuvense hoogleraar is het eenzijdig om te stellen dat álle protestanten radicaal en voorgoed afrekenden met de beeldcultuur. „Die opvatting wordt gecorrigeerd door de concrete protestantse geloofspraktijk reeds tijdens de periode van de Reformatie. De beeldenbestrijders deden evenzeer aan beeldvorming, zowel in fysiek als mentaal opzicht, maar dan betrof het hun rooms-katholieke opponenten.”
Prof. Van Asselt wees in dit verband op het gebruik van de „sociale media van die tijd”, de drukpers. „Die maakte het mogelijk om traktaten, pamfletten, houtsneden en zelfs komische strips te produceren, waarin de Rooms-Katholieke Kerk letterlijk afgeschilderd werd als een demonische instelling en de rooms-katholieke mis als afgoderij.”
De hoogleraar wees erop dat de schilderijenproductie juist in de zeventiende-eeuwse Republiek tot grote hoogte steeg. „Ik blijf het echter een merkwaardig fenomeen vinden dat in die tijd ook de beweging van de Nadere Reformatie in opkomst was, waarvan sommige vertegenwoordigers zich vaak in uiterst negatieve termen uitlieten over producten van beeldende kunst.”
Tegelijk relativeerde prof. Van Asselt die opmerking. „Het viel wel mee met die antiartistieke instelling van de Nadere Reformatie en haar aanhangers. Er circuleerde veel meer kunst onder hen dan vaak gesuggereerd wordt.”
Bovendien werden volgens prof. Van Asselt oude middeleeuwse symbolen en rituelen soms vervangen door eigen visuele en rituele taal. „Heiligen werden weliswaar ontdaan van hun bemiddelende functie, maar ze keerden terug in het gereformeerde wereldbeeld. Heiligen kwam je nu tegen in allerlei voorbeeldfiguren – de protestantse martelaar, de hervormer, de godzalige predikant. En de middeleeuwse visuele mirakels die vroeger aan beelden werden toegeschreven, keerden terug in allerlei wonderlijke gebeurtenissen waarvan uitvoerig verslag werd gedaan.”