Het Deltaplan, dat Nederland voortaan moest beschermen tegen het wassende water, is weliswaar uitgevoerd, maar nog steeds wordt er hard gewerkt aan dijkversterking. „Daarvoor zijn miljoenen gereserveerd, zodat in 2015 meer dan 300 kilometer dijk is versterkt”, zei Rabelink.

De investeringen noemde hij fors, „maar noodzakelijk. Want pas als de mensen achter de dijken zich veilig voelen, dan pas kun je zeggen: Nederland leeft met het water. Dan pas kun je ook de andere kant van het water zien: niet alleen meedogenloos en onvoorspelbaar, maar ook als vriend.” Rabelink stelde dat Zeeland ook een groot deel van de welvaart aan het water heeft te danken.

De herdenking werd bijgewoond door onder anderen oud-premier Jan Peter Balkenende, minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en commissaris van de Koningin Karla Peijs. Zij gaf in haar toespraak een korte geschiedenisschets over de tijd waarin de ramp zich voltrok.

„Er waren in 1953 geen mobieltjes, er was nog nauwelijks televisie. Het bioscoopjournaal werd door een sonore stem becommentarieerd, en te gruwelijke beelden werden geweerd. Van de ramp zelf, de mensen die dakpannen van hun zolders gooiden om ermee te kunnen wegdrijven, zijn nauwelijks beelden”, aldus Peijs.

Ook Peijs stelde dat er veel werk is verzet. Dijken zijn op allerlei manieren versterkt en er ligt een plan voor massale evacuatie. Ze herhaalde de historische woorden van koningin Juliana: „Dit nooit meer”.