„Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees.”

De Heilige Geest is de Uitwerker van deze dingen en is daarom God, zo leert Paulus: „En er is verscheidenheid der gaven, doch het is dezelfde Geest; en er is verscheidenheid der bedieningen, en het is dezelfde Heere; en er is verscheidenheid der werkingen, doch het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is. Want dezen wordt door de Geest gegeven het woord der wijsheid, en een andere het woord der kennis, door dezelfde Geest.” En even verder: „Doch deze dingen alle werkt één en dezelfde Geest” (1 Kor. 12:4-8, en vers 11).

Merkt nu op! Eerst had de apostel gezegd: „Er is verscheidenheid der werkingen, doch het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.” Naderhand zegt hij dat de Heilige Geest God is! „Deze dingen alle werkt één en dezelfde Geest.” Dat Hij waarachtig is en dat Hij als God de harten kent en de gedachten weet, wordt in Handelingen 5:3 en 4 geleerd: „Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij den Heilige Geest liegen zoudt?”

De Geest gaat ook uit van de Vader en de Zoon, niet als een gedachte of als een geschapen beweging, maar als een zelfstandig Persoon, van hetzelfde Goddelijke Wezen met de Vader en de Zoon, zo leert Christus: „Maar de Trooster, de Heilige Geest, zal u alles leren” (Joh. 14:26).

Caspar Olevianus, predikant te Heidelberg (uit ”Apostolische Geloofs­belijdenis”, 1590)