„Menige student is eenzaam”
TILBURG – De kans op eenzaamheid onder studenten is zeer reëel aanwezig. Daarover was een forum in Tilburg het dinsdagavond eens.
Er was veel belangstelling voor het lustrumforum dat Emèt Qenee, het dispuut Eindhoven-Tilburg van de christelijke studentenvereniging CSFR, dinsdag hield ter gelegenheid van zijn twintigjarig bestaan. Aan het forum namen deel Elco van Burg (mentor van Emet Qenee), Leonhard den Uil (preses), Piet Vergunst (algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk) en Anton de Wit (journalist en publicist). Het thema was: ”Vriendschap in een vluchtige en zelfzuchtige cultuur”.
Vergunst had in zijn toespraak gezegd dat eenzaamheid in de maatschappij veel voorkomt, niet alleen onder ouderen. De Wit merkte tijdens het forumgesprek op dat de eenzaamheid onder studenten misschien nog wel groter is dan die onder bejaarden. Als een van de oorzaken noemde hij de „ziekelijke efficiencydrang van universiteiten om de studenten zo snel mogelijk hun bachelor en master te laten halen.”
Preses Den Uil merkte op dat lang filosoferen onder studenten, waaruit vaak vriendschappen voortkomen, tegenwoordig minder plaatsheeft. Hij ziet eenzaamheid niet zozeer binnen de studentenvereniging, maar wel erbuiten. „Ik heb me expres bij de vereniging aangesloten, omdat ik bang was anders in een sociaal isolement terecht te komen.” Mentor Van Burg bevestigde dat beeld. „Veel studenten kennen niemand. Het is daarom goed om lid van een studentenvereniging te worden. Christelijke studenten hebben gelegenheid elkaar daar en in de christelijke gemeente te ontmoeten. Dat moeten we niet onderschatten.”
Ook onder hervormd-gereformeerde jongeren komt nogal wat eenzaamheid voor, signaleerde Vergunst. „Tijdens de kerstconferenties van de HGJB komen er veel vragen over relaties en eenzaamheid. Mede door wat ze zien op internet en door de verseksualiseerde maatschappij hebben velen van hen een onvermogen om goede relaties aan te gaan.” De algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond wees op het belang van het gezin voor het opbouwen van vriendschappen. Ook noemde hij aandacht voor elkaar, het gericht zijn op de ander en het serieus nemen van de mening van de ander.
Allen waren het eens over het belang van goede vriendschappen. Vergunst: „Mijn vrienden zijn zij bij wie ik kwetsbaar durf te zijn.” De Wit: „De echte vriend is degene die blijft, ook als je je niet kunt uitspreken over wat er aan de hand is.” Den Uil: „De vriendschap staat onder druk, doordat er te veel vrienden zijn om kwalitatief aandacht te kunnen geven.” Van Burg was het met die opmerking niet eens. Hij constateerde dat voor zijn leeftijdsgenoten vriendschappen juist belangrijk zijn en dat zijn generatie meer vriendschappen kent dan de vorige. Vergunst brak een lans voor het meer relaxt in het leven staan. Hij kreeg bijval van De Wit, die het belang van rust en de wekelijkse rustdag benadrukte. Vergunst: „Luther had het over heilig luieren.”
De Wit sprak over ”The Four Loves” van de Engelse schrijver C. S. Lewis. Hij onderscheidde vriendschap van de liefde tussen man en vrouw. Geliefden kijken elkaar in de ogen; vrienden niet. „Je zult de christen niet ontdekken als je de ander in de ogen kijkt, maar wel als je schouder aan schouder strijdt, leest en bidt.”