Boekhandels: slechte resultaten niet te wijten aan de literatuur
Toen ze 35 jaar geleden hun zaak inrichtten, waren ze in christelijke kring zo’n beetje de eersten die ook literatuur op de planken zetten, beweren Henk en Corrie Vroon van boekhandel De Wegwijzer in Amersfoort. Na glorieuze jaren moeten ze nu de deur voorgoed dichtdoen. „Plotseling is het niet rendabel meer.”
Boeken brachten hen bij elkaar. Henk leerde op zijn zestiende al een blauwe maandag voor boekhandelaar; Corrie heeft altijd van literatuur gehouden. Samen startten ze in 1978 hun winkel.
Corrie: „Christelijke literatuur werd een van de speerpunten. Ik werkte als recensent voor het EO-programma Vrouw zijn en ik weet nog dat we het hadden over het verschil tussen Frank Peretti en C. S. Lewis. Ik vond Lewis veel beter, anderen juist niet. Voor mij was dat reden om te opperen dat ik een literaire leeskring wilde starten. De aanmeldingen kwamen al tijdens het programma binnen.”
Jarenlang had Vroon vervolgens twee kringen aan huis. Ook op andere manieren probeerde ze klanten enthousiast te maken voor literatuur. „Als een christelijke krant zei dat Chaim Potok geweldig was, zette ik een flinke stapel in de winkel. Ik prees zijn boek aan en wees op de recensie. Zo maakt de vent de tent.”
Lastig bleef het wel, vindt Vroon. „Naar christelijke literatuur zal nooit heel veel vraag zijn. Neem ”Stilte” van Shusaku Endo. Dat is zó goed. Het speelt in Japan, waar christenen in de zeventiende eeuw onder druk werden gezet. Daardoor verloochenden ze Jezus soms. De vraag wat je zelf gedaan zou hebben, komt dichtbij. Indringend! Uitgeverij Kok heeft het nu gelukkig opnieuw uitgegeven, maar toen ik daar jaren geleden al om vroeg, zagen ze het niet zitten. Ik begrijp dat wel. Werk van Austin of Rivers wordt nu eenmaal veel breder verkocht.
Mooie literatuur is altijd al voor een beperkter publiek geweest. Het vormt misschien 10 tot 12 procent van wat mensen lezen. Van Louis Krugers ”Agnes” zet je geen stapels weg. En ”Een vrouw op de vlucht” van David Grossman met z’n drie verhaallijnen vergt meer van lezers dan de gemiddelde roman.”
Is aan de verkoop van literatuur te zien dat het aantal hoger opgeleiden de afgelopen 35 jaar toenam?
Corrie: „Nauwelijks. Ik denk dat het niet alleen om intellectueel niveau gaat, maar dat literatuur ook een bepaalde nieuwsgierigheid vraagt. Het verbaast me wel eens dat hoog opgeleiden Pieter Nouwen of Jan-Willem Otten gewoon laten staan omdat ze daar geen zin in hebben tijdens hun vakantie.”
Henk: „Hoger opgeleiden van nu lezen niet per definitie boeken, ze lezen stukken, internetartikelen.”
In hoeverre hebt u willen sturen in de literaire keus van klanten?
Corrie: „Je probeert op te voeden, te enthousiasmeren, maar je moet wel aansluiten bij de wens. Wij kennen veel klanten persoonlijk. Ik hóú van literatuur, maar als ik weet dat iemand ”niet te moeilijk” wil, moet ik daar rekening mee houden. Anders haakt hij af.
Een klant die ”Dorsvloer vol confetti” van Franca Treur wilde meenemen, adviseerde ik soms: „Spaar even door, zodat je Grossman kunt kopen. Daar heb je meer aan.” Treur was gewoon over het paard getild. Zij liftte mee op de hype van ’t Hart en Siebelink. De aandacht voor haar is allang over, terwijl Grossman nog steeds loopt.”
Aan de literatuur ligt het niet dat uw winkel sluit?
Henk: „De verkoop daarvan is de jaren door vrij stabiel gebleven. Auteurs als Lisette van de Heg lopen prima. Dat wij én anderen moeten stoppen, komt door de recessie, de ontlezing in het algemeen, de digitalisering. Theologen bouwen geen bibliotheek meer op. In kerken vervangt een beamer de Bijbel en de zangbundel. Studenten vinden hun naslagwerken op internet. Mensen zijn druk met facebooken en twitteren. Het is snel gegaan. Tussen 2004 en 2008 kon het bij ons niet op, maar opeens is het afgelopen. Zo wil je niet eindigen.”
Heeft christelijke literatuur toekomst?
Henk: „Ik ben niet positief. De klassieke, christelijke boekwinkel gaat verdwijnen.”
Corrie: „Een boek blijft een voel-, ruik- en snuffelproduct, dat nooit helemaal verdwijnt. Maar we staan wel aan de vooravond van enorme veranderingen.”
Henk: „Ik zou haast zeggen: van de derde revolutie. Eerst had je die van orale overdracht naar papier. Daarna die van de boekdrukkunst. Dit is de derde. Ik ken veel collega’s die in zwaar weer zitten.”
Wat kan de boekhandelaar doen?
Corrie: „Je voelt je machteloos. Meer cadeauartikelen verkopen, koffie aanbieden, complete kooksessies zelfs… niets helpt. Ook de ”midprice”-editie zorgde niet voor veel meer verkopen. Ondertussen verdienden we wel een tientje minder per boek. Met signeermiddagen en lezingen red je het evenmin. Iedereen heeft via internet toegang tot schrijvers. Een kleine winkel aan huis, gesubsidieerd door de kerkelijke gemeente, draaiend op vrijwilligers, die zal het wel volhouden.”
Boekwinkels blijven
Job Koppejan van Boekhandel Smit in Gouda is „niet somber” over de toekomst. De boekwinkel zal altijd blijven, weet hij stellig. „Voor onze boekhandel zie ik geen reden tot grote zorg, maar de tijden zijn niet rooskleurig. De verkopen lopen gewoon terug. Aan de christelijke literatuur ligt dat niet.”
Koppejan verkoopt graag christelijke literatuur. „Dat geldt trouwens ook voor goede, niet specifiek christelijke literatuur. Over ”Het rode paard” van Eugenio Corti, ”Het negerboek” van Lawrence Hill en ”Het verhaal van Mooi Meisje” van Rachel Simon zijn we erg enthousiast.
We hadden een speciale kast voor literatuur, maar die konden we toch niet goed vullen. Romans vormen slechts 15 procent van ons assortiment, schat ik. Waarschijnlijk bestaat nog geen 5 procent daarvan uit literatuur. Er is relatief weinig aanbod.”
Mozaïek is als enige christelijke uitgever echt actief in dit genre, aldus Koppejan. ”Het meisje dat verdween”, door Els Florijn is goed verkocht. ”Nynke” van Leendert van Weezel en ”Afscheid van een engel” van Janne IJmker lopen ook goed.
Een enkele keer doet uitgeverij Plateau, onderdeel van de Vuurbaak, mee, bijvoorbeeld met ”Mara”, ”Noor” en ”Sub rosa” van Lisette van de Heg. Uitgeverij Kok komt met de serie ”Christelijke klassieken”. „Niks mis mee”, vindt Koppejan, „maar dat kun je niet helemaal vergelijken met nieuwe literatuur. De vraag naar goede verhalen met diepgang neemt zeker niet af. Het werk van Irma Joubert, hoewel geen literatuur, gaat bijvoorbeeld met stapels de deur uit.”