Nieuwe stimulansen rond Capitol Hill
Onder de rook van de regeringsgebouwen van de Verenigde Staten in Washington -op Capitol Hill- kwamen de liefhebbers van Jonathan Edwards eind vorige week samen ter gelegenheid van zijn 300e geboortedag. De overheid zag blijkbaar het belang van deze conferentie in. Er was tenminste ruimte beschikbaar gesteld in het publieke gebouw van de nationale bibliotheek.
Maar liefst veertien sprekers voerden in Washington het woord. In korte en krachtige toespraken behandelden zij een thema uit het oeuvre van Edwards. George Marsden was de eerste spreker. Hij sprak tijdens het openingsdiner over het belang van Edwards in de 21e eeuw. Tegen de achtergrond van de toenemende evangelisering waarin de mens en zijn behoeften centraal staan, is de op God gerichte theologie van Edwards een heilzame correctie.
Sang Hyun Lee, van het Princeton Theological Seminary, stelde de buitengewoon diepe vraag aan de orde of de geschiedenis God raakt. Waarom heeft God de wereld geschapen als Hij in Zichzelf volmaakt gelukkig is? Sang Hyun Lee formuleerde op het scherpst van de snede. „Aangezien God Zich vertoornt over de zonde, gaat de geschiedenis niet aan God voorbij. Tegelijk moeten we zeggen dat de mens God niet ongelukkig maakt. Nochtans verheugt God Zich in de zaligheid van Zijn kinderen.”
Amy Plantinga Pauw publiceerde onlangs een diepgravende studie over de triniteitsleer bij Edwards. Nu sprak ze over de spanning tussen Edwards’ visie op het grote plan van God met de wereldgeschiedenis enerzijds, en Zijn pastorale praktijk anderzijds. Haar suggestie was dat Edwards in zijn beschouwingen over Gods grote plan met de geschiedenis vluchtte uit de weerbarstige werkelijkheid van het gebroken christelijke leven in zijn gemeente. In de bespreking werd opgemerkt dat de visie op het grote plan van God met de geschiedenis ook uitzicht kan geven aan de christen om hem uit te tillen boven de omstandigheden.
Heel interessant was een blok van drie sprekers die samen spraken over de actuele thema’s van seksualiteit, slavernij en geweld. Uit nauwkeurig onderzoek van de notulen van de gemeente van Northampton bleek dat er in de ruim twintig jaar dat Edwards in deze gemeente diende, een omslag in de visie op seksualiteit had plaatsgevonden. In vergelijkbare situaties kon Edwards niet op dezelfde wijze de tucht uitoefenen. Dit bracht tot de ingrijpende conclusie dat Edwards in een periode leefde waarin opvattingen over de verhouding man en vrouw, seksualiteit en huwelijk aan het veranderen waren.
Tijdens de behandeling van het pijnlijke thema van de slavernij kwam naar voren dat de Great Awakening een instrument was geweest voor de afschaffing van de slavernij. Een vraag daarbij was hoe men dan omging met het Oude Testament waarin slavernij niet direct werd afgekeurd. Gewezen werd op het grote belang van de geestelijke boodschap van de gehele Schrift. Zodoende hadden Edwards en zijn tijdgenoten niet direct oog voor de sociale implicaties van het Oude Testament. Jozef werd meer gezien als een type van Christus dan als een slaaf.
S. J. Stein sprak over het geweld in de theologie van Edwards. Aan de hand van Edwards’ commentaren en preekfragmenten liet hij oplichten hoe de opwekkingsprediker bepaalde gewelddadige passages in de Schrift behandelde. „Hier bleek dat het lijden tot vervulling kwam in het lijden van Christus. Het lijden van Christus is tegelijk een voorbeeld voor al de volgelingen van de Zaligmaker.”
Het werd heel stil in de zaal toen de inleider sprak over het vreugdevolle besef dat de gezaligden in de hemel hebben van de toorn van God over de rampzaligen.
Het onderzoek naar de preken die Edwards als zendeling in Stockbridge hield, leverde ook de nodige nieuwe invalshoeken op. Ten eerste kwam daaruit naar voren dat zijn arbeid als zendeling zijn theologie als zodanig niet heeft veranderd. De grondthema’s van zijn theologie bracht hij onveranderd naar voren. Wel heeft hij tegenover de indianen een andere benadering dan tegenover de blanken. Bij de indianen stelt hij nadrukkelijk dat Christus een Zaligmaker is voor alle volkeren. Het onderzoek had ook opgeleverd dat de zendingspredikant Edwards de vooroordelen tegen het christelijk geloof in ieder geval gedeeltelijk had weten te overwinnen.
In een bijdrage over de vergevingsgezindheid van de christen bleek dat alle mensen sociale deugden (kunnen) hebben. De inwoning van de Heilige Geest in ons hart betekent ook een uitwerking naar onze sociale deugden. Genade overtreft de natuurlijke sociale deugden. Het is voor een natuurlijk mens onmogelijk om een vijand lief te hebben. De vrucht van de Heilige Geest brengt wel tot deze radicale vrucht.
Er waren meer bijdragen. Zo kwam de schriftvisie van Edwards aan de orde. Ook daarin blijkt deze theoloog origineel te zijn. Een andere bijdrage behandelde de ontvangst van zijn ”Freedom of the Will”. Ook kwam de vraag aan de orde of Edwards een bijdrage heeft geleverd aan de Amerikaanse literatuur.
Voor Edwards-wetenschappers en Edwards-liefhebbers was het een genoegen om elkaar op Capitol Hill te ontmoeten, om te discussiëren over zijn theologie, om te spreken over zijn invloed. Zo werden er nieuwe stimulansen opgedaan voor verder onderzoek.