Moderne schriftvisie komt heel dichtbij
„Als de leer van de onfeilbaarheid van de Schrift niet onfeilbaar is, dan zal de Schrift ook wel niet onfeilbaar zijn”, zegt Martien Jan de Haan in een themanummer over de aard en het gezag van Gods Woord in ”De Oogst”, orgaan van de evangelische stichting ”Tot Heil des Volks”. Hij reageert hiermee op uitlatingen van prof. dr. W. J. Ouweneel in Bijbel en Wetenschap (nu ”Ellips” geheten).
De Haan stelt vast dat over de gehele linie van de evangelische en een deel van de reformatorische kerken de bijbelkennis afneemt. „Leerstellingen worden losgelaten of als onbelangrijk terzijde geschoven en de gemeente krijgt een pluralistisch karakter. Daarbij dringen belangengroepen zich naar voren en treedt een proces op van zelfontplooiing in de plaats van het ”kruis opnemen”. De moderne hermeneutiek is wel heel dichtbij gekomen.”
J. J. Frinsel sr. stelt enigszins ironisch vast dat de kerk zo „wereldwijs” is geworden dat zij hard toe is aan een geheel herziene en zeer verbeterde uitgave van de Bijbel. „Het origineel van het oude boek lijkt zo in strijd te zijn met de inmiddels verkregen inzichten dat de gehele tekst aan een grondige revisie toe is.” De Bijbel leert ons echter dat de Auteur van de grondtekst helemaal niet de bedoeling had om bij wetenschappers in het gevlei te komen. Merkwaardig genoeg zijn het theologen en predikanten die in toenemende mate het geloof in de Bijbel als het onfeilbare Woord van God ondergraven. „Kennelijk gebiologeerd door biologen en andere wetenschappers aan wie zij zich toch eerder verwant schijnen te voelen dan aan de kinderkens die niet beter weten, schijnt het resultaat van hun wetenschappelijke vorming in de godgeleerdheid vooral daaruit te bestaan dat zij op wetenschappelijk verantwoorde wijze de ongeletterde gelovige kunnen vertellen dat wat zij zo kinderlijk geloven eenvoudig niet kan bestaan.”
De ”kinderkens” geloven onvoorwaardelijk wat de Bijbel zegt, omdat het de almachtige God is Die spreekt, aldus Frinsel. „Zij begrijpen niet alles, hebben ook niet alle antwoorden, maar ze geloven onvoorwaardelijk de geopenbaarde dingen en laten het verborgene aan God. Dat grenzeloos vertrouwen in de absolute waarheid van de Bijbel en het letterlijk nemen van wat de Here zegt, is het fundament van het leven van een christen. Als ik daarmee tot een fundamentalist gestempeld ben, dan wil ik dat graag zijn. Zowel in reformatorische als in evangelische kring zien we dat dit fundament wordt aangetast.”
Hans Frinsel, eindredacteur van De Oogst, erkent in de omgang met de Bijbel onze culturele beperkingen en het bestaan van eigen brillen. Maar daarbij blijft het uitgangspunt wel onverlet: de Bijbel, Gods Woord, met zijn absoluut gezag en enige zuivere bron van openbaring. „We moeten voortdurend onze eigen inzichten, vooroordelen en stokpaardjes onderwerpen aan de kritiek van Gods Woord, bijstellen en dan opnieuw naar Gods Woord gaan om dat proces te herhalen. We moeten bescheiden zijn wat betreft ons eigen kunnen, maar onbescheiden in ons vertrouwen op de rijkdom van Gods Woord.”