LVNL: procedure is niet goed opgevolgd
SCHIPHOL (ANP) – Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) zegt dat er geen auto van de vogelwacht op de startbaan mocht rijden, toen op 18 december 2010 een Boeing 737 opsteeg van die baan. „In dit geval is de procedure door ons niet goed opgevolgd”, aldus de LVNL in reactie op een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Volgens de procedures mag de luchtverkeersleider pas toestemming geven om te starten als het overige verkeer van de baan is. De Onderzoeksraad spreekt van een „riskante situatie” op die 18e december, maar volgens de LVNL liepen de inzittenden van de Boeing geen gevaar.
„De afstand tussen het luchthavenvoertuig en het vertrekkende vliegtuig was dusdanig groot, dat van een mogelijk botsingsgevaar geen sprake was.” De auto van de vogelwacht stond al aan het einde van de baan, toen het vliegtuig ging rijden.
Twee dagen na dit incident nam de LVNL naar eigen zeggen een nieuw alarmsysteem in gebruik. Dat waarschuwt luchtverkeersleiders in de verkeerstoren wanneer er op de start- of landingsbaan „een mogelijk botsingsrisico” dreigt met een ander vliegtuig of voertuig. Er is 10 jaar gewerkt aan dit veiligheidssysteem.
De raad meent ook dat Schiphol het aantal kruisingen op de bewuste baan moet verminderen. „De aanbevelingen van de raad nemen we over”, zegt een woordvoerster van de luchthaven. „We zullen het overleg met de luchtverkeersleiding intensiveren.”