„De invloed van de sneeuw en de kou is duidelijk terug te zien in de telling. Zo zijn er veel meer vogels geteld dan normaal”, meldde de Vogelbescherming gisteren.

Door de sneeuw kunnen vogels buiten de bebouwde kom weinig voedsel vinden. Ze trekken daarom de bebouwde omgeving in en zoeken in tuinen naar eten. Veel mensen hebben zaad- en vetbollen opgehangen om de vogels van voedsel te voorzien.

De meest getelde vogel is de huismus. Deze typische stadsvogel werd in iets meer dan de helft van de tuinen geteld. De huismus leeft in groepen van gemiddeld tien vogels, waardoor het aantal getelde exemplaren snel oploopt.

Op de nummers 2 en 3 staan net als voorgaande jaren de koolmees en de merel. Opvallend is de vink, die met een recordaantal waarnemingen op de vierde plaats terecht is gekomen. „Maar ook de kramsvogel, de koperwiek en de spreeuw zijn in verhouding tot voorgaande jaren in veel tuinen gezien”, weet de Vogelbescherming, die de telling organiseert samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Per provincie zijn er grote verschillen te zien. In de provincie Zuid-Holland staat de koolmees op de eerste plek. In de provincies buiten de Randstad staat de groenling in de top tien. In Zeeland staat de kramsvogel in de top tien, in de noordelijke provincies is dat de ringmus.

Aan de tiende editie van de Nationale Tuinvogeltelling deden dit weekend meer dan 60.000 mensen mee. Voor het eerst zijn er meer dan 1 miljoen vogels geteld.

tuinvogeltelling.nl

Top tien

1. huismus

2. koolmees

3. merel

4. vink

5. pimpelmees

6. kauw

7. houtduif

8. Turkse tortel

9. spreeuw

10. roodborst