Ursinus ligt begraven in Neustadt; onderzoekers kunnen graf niet vinden
„Alle graven in de kerk zijn onderzocht, we weten precies wie hier lagen. Maar Ursinus’ graf is niet gevonden.” Speuren naar sporen van Ursinus en Olevianus in de wijde omgeving van Heidelberg is graven. Letterlijk en figuurlijk.
Een kille wind waait door Neustadt an der Weinstrasse. Het winkelend publiek in de straat achter de monumentale Stiftskerk in het Duitse stadje loopt zonder dralen door. Blijkens graffitileuzen op de kerk waait een andersoortige kilte richting asielzoekers in dit deel van Duitsland. Protestkreten maken bezwaar tegen brandstichtingen die recent plaatshadden in opvanghuizen voor asielzoekers.
De geschiedenisboeken laten aan duidelijkheid weinig te wensen over: Zacharias Ursinus, hoofdauteur van de Heidelbergse Catechismus, ligt begraven in de Stiftskerk in Neustadt. Zelfs is ongeveer bekend waar zijn graf zich bevindt: in een van de twee koorgedeelten die de kerk rijk is.
Toch is het graf niet gevonden, zegt architecte Angelika Weigand, die de restauratie van het bedehuis in haar woonplaats begeleidt. De Duitse was de afgelopen jaren intensief betrokken bij de grootscheepse restauratie van de Stiftskerk. „Eerst is met een bodemradar nauwkeurig gekeken waar graven en oude funderingen onder de vloer van de kerk te vinden zijn. Daarna zijn we gaan graven. Alle graven in de kerk zijn onderzocht, we weten precies wie waar lag. Maar Ursinus’ graf is niet gevonden.”
Wel doken er tijdens de restauratie prachtige muurschilderingen op uit de 14e eeuw, afkomstig uit de periode dat de Rooms-Katholieke Kerk nog heer en meester was in de omgeving. „We hebben ze blootgelegd en geconserveerd. Over enkele weken kan iedereen ze komen bekijken.”
Dat het graf van Ursinus niet werd aangetroffen, kan twee oorzaken hebben, aldus de restauratiespecialist. „In 1860 eeuw is al een deel van de graven geruimd wegens de aanleg van een verwarmingsinstallatie. En toen die rond 1920 vervangen werd, zijn er opnieuw enkele graven verdwenen.” Een andere serieuze mogelijkheid is echter dat Ursinus begraven ligt in het westelijk koor van de kerk. Dat wordt door middel van een muur gescheiden van het andere deel van het bedehuis en is in gebruik bij de rooms-katholieke parochie.
Weigand vermoedt dat Ursinus begraven ligt onder het bij rooms-katholieken in gebruik zijnde koor. „Door middel van documentatie hopen we dat te kunnen vaststellen.” Na de opening van de gerestaureerde hoofdbouw volgt later dit jaar een tentoonstelling in de kerk. „Daarin brengen we de geschiedenis van de kerk in beeld en laten we zien wat er tijdens de restauratie aan vondsten is gedaan. Hopelijk weten we tegen die tijd ook meer over de plek waar Ursinus begraven ligt.”
Huizen
Wie de kerk in Neustadt dit jaar bezoekt, doet er goed aan ook achter de kerk linksaf de Hauptstrasse in te slaan. Zo’n honderd meter verderop, op nummer 117, staat het huis waar Ursinus tijdens zijn verblijf in Neustadt woonde.
Een logische stopplaats op de route vanaf Nederland is bovendien Trier. Aan deze stad is de naam van Caspar Olevianus verbonden. Hij werd er niet alleen geboren, maar zou er ook pogen de Reformatie door te voeren. Vergeefs, want na enkele weken gepreekt te hebben, moest de medeauteur van de Heidelbergse Catechismus zich in oktober 1559 terugtrekken.
Ook een huis waar Olevianus woonde is blijven staan. Aan de Grabenstrasse 13, waar deze overgaat in de Palaststrasse, is een onopvallende bronzen plaat bevestigd aan de gevel van een kledingzaak. Hier werd Caspar Olewig, zoals zijn oorspronkelijke Duitse naam luidde, op 10 augustus 1536 geboren. Zijn vader had een bakkerszaak in het pand, dat nu in gebruik is als kledingwinkel.
Zo’n 500 meter verder naar het westen ligt een straatje met de naam Jakobsspitälchen. Hier stond ooit het St.-Jakobsgasthuis. In de kapel van dit door monniken bestierde kloosterziekenhuis preekte Olevianus in augustus 1559. Beschermd door twee evangelischgezinde leden van het stadsbestuur van Trier, Peter Sirk en Otto Seel, kreeg de predikant de vrije hand.
Ondanks de belangstelling voor zijn prediking was het snel gedaan met de Reformatie in Trier. De bisschop, die over meer dan alleen het geestelijk welzijn gaat in de oude Romeinse stad, trok een klein legertje samen. Het was kiezen of delen voor de gereformeerde predikers en hun volgelingen. Op 11 oktober 1559 werd de stad bezet door ruim 200 soldaten en belandde Olevianus in de gevangenis.
Voor de latere medeauteur van de Heidelbergse Catechismus was het daarna onmogelijk nog te werken in zijn geboortestad. Al snel kon hij op voorspraak van keurvorst Frederik III van de Palts aan de slag in Heidelberg.
Rooms
Vandaag is Trier een door en door roomse stad. Meerdere imposante kerken in het centrum herinneren daaraan. Bijzonder is vooral de dom, met de naastgelegen Liebfrauenkirche. De dom behoort tot de oudste kerken in West-Europa. De basis voor de huidige kerk werd al in het jaar 326 gelegd door de Romeinse keizer Constantijn.
Het protestantisme is niet verdwenen uit de oudste stad van Duitsland. Het gebouw waarin de protestantse gemeente samenkomt, mag uniek genoemd worden: de voormalige troonzaal van keizer Constantijn, die een tijdlang vanuit Trier zijn rijk bestuurde. Weliswaar doorstond nog niet de helft van die ruimte de tand de tijds. Toch is sinds het bouwwerk zo’n 150 jaar geleden in oude luister hersteld werd, iets van de oude grandeur herkenbaar. Dat een geallieerd bombardement de kerk in een ruïne veranderde, doet daaraan niets af.
De muren, die na de oorlog niet meer witgepleisterd werden, spreken door de in het metselpatroon herkenbare resten van vroegere vloerverwarming en van verdwenen ramen en van deuren. Dat de protestantse gemeente bij het bedehuis bovendien een zaal naar Caspar Olevianus noemde, maakt de link met de 16e-eeuwse theoloog compleet. In september en oktober is er in de kerk een tentoonstelling over de Heidelbergse Catechismus en het concilie van Trente, waarin de Roomse Kerk de leer van de Reformatie veroordeelde.