Derk Brakke, een Staphorster gezelschapsman
Derk Brakke (1886-1946) was een eenvoudige, godvrezende boer uit Staphorst. Jarenlang diende hij de hervormde gemeente in die plaats als ouderling.
Publicist op het terrein van de kleine kerkgeschiedenis J. P. Neven, schreef een boek over deze Staphorster gezelschapsman. Brakke correspondeerde met verschillende gezelschapvrienden, Neven kon putten uit bewaard gebleven brieven. Bekende namen passeren de revue: Pieter van der Bas, Hendrik van den Berg, Annigje Grolleman, Jantje de Man en Fijgje Bons. Neven vulde de gegevens uit de brieven aan door verder onderzoek in literatuur en (persoonlijk) archief.
Graag wil ik vooropstellen dat ik dit interessante boek als een aanwinst voor de Staphorster geschiedschrijving beschouw. Nevens beschrijving van de geestelijke contacten tussen Brakke en zijn vrienden en zijn weergave van onbekende facetten van de Staphorster kerkgeschiedenis maken het tot een waardevol bezit.
Wel had dit mooie boek sterk aan kracht kunnen winnen door een meer contextuele benadering. Met één dag literatuuronderzoek in publicaties over de Staphorster geschiedenis had Brakke duidelijker in de context van de lokale geschiedenis geplaatst kunnen worden.
In het eerste hoofdstuk typeert Neven de familie Brakke als een geslacht van landbouwers. Uit niet door Neven gebruikt onderzoek blijkt dat onder de voorouders van Brakke verschillende mensen waren die tegen de stroom van het collectieve denken op roeiden, iets wat we in zekere zin ook zien in het leven van de hoofdpersoon. Hendrik Brakke, de grootvader van Derk, was jarenlang kruisgezind. Hendriks grootvader was eind achttiende eeuw een van de weinige patriotten in het overwegend prinsgezinde Staphorst, terwijl Hendriks vader als jongeman een steunpilaar van de liberale burgemeester was.
Die eigen koers in een collectief denkende gemeenschap zien we terug in Derk Brakkes reizen naar gezelschapsvrienden, in de toespraak die hij hield bij het huwelijk van zijn zoon Jan en in het regelen van zijn eigen begrafenis. Het zou mooi geweest zijn als Neven hier iets aan duiding had gedaan.
Door de benadering vanuit de familiegeschiedenis valt meteen ook de overeenkomst met Derk Brakkes tijdgenoot Jan Bisschop op. Deze Rouveense oefenaar had ook een kruisgezinde grootvader, reisde door het land en maakte keuzes tegen het collectief in.
De behoefte aan duiding geldt ook de verhuizing van het gezin Brakke van ”westert” naar ”oostert”. Brakkes ziel was gekweld door het feit dat er op zondag veel auto’s langskwamen. Hij voelde zich door de Heere gedrongen tot een verhuizing naar het oosteinde van het dorp. Een enkele alinea over de opbouw van het dorp, de ligging van de oude woning aan de route Zwolle-Groningen en de toegenomen mobiliteit in de eerste decennia van de twintigste eeuw had de geschiedenis meer reliëf gegeven.
Derk Brakke was niet politiek actief. In tegenstelling tot zijn ambtsbroeder Derk Timmerman en de eerder genoemde Jan Bisschop treffen we Brakke niet aan op de lijst van de SGP. Timmerman wordt door Neven ten onrechte SGP-wethouder genoemd. In de jaren twintig was hij wethouder voor ARP-Staphorst, een groepering die hoofdzakelijk bestond uit hervormde Staphorsters. Samen met onder anderen zijn collega-wethouder Jacob Visscher (CHU) richtte hij de lokale SGP op, een unicum in de SGP-geschiedenis. Timmerman bleef tot de Tweede Wereldoorlog raadslid, maar wethouder was hij na 1927 niet meer.
Het is de uitdaging voor een christenhistoricus om het leven van de vrome te verbinden met zijn context. Een bepaalde bevindelijke habitus is geen tijdloze gestalte; wel is er de tijdloze notie van het als christen ver-antwoordend in de eigen tijd staan. Juist de historisch-contextuele benadering kan voor onze eigen tijd identificatiemogelijkheden bieden. De kleine kerkgeschiedenis zou aan zeggingskracht winnen wanneer hier meer werk van werd gemaakt.
Boekgegevens
”Derk Brakke. Uit het leven van een Staphorster ouderling en zijn vrienden”, J. P. Neven; uitg. Den Hertog, Houten, 2012; ISBN 978 90 331 2517 1; 166 blz.; € 19,90.