Tegenwind voor 125-jarig blad HW Confessioneel
APELDOORN – Het blad HW Confessioneel is deze maand zijn 125e jaargang ingegaan. „De redactie is dankbaar, ondanks dat we de wind tegen hebben”, zegt eindredacteur ds. G. W. Marchal.
De hervormde emeritus predikant uit Apeldoorn maakt in het eerste nummer van dit jaar kort melding van de mijlpaal. „Het is niet zo dat we de vlag hijsen”, licht hij desgevraagd toe, „maar we zijn wel dankbaar dat het blad nog steeds verschijnt.”
Tot 1998 gebeurde dat onder de naam Hervormd Weekblad. De periodiek is nauw verbonden aan de Confessionele Vereniging in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en verschijnt tweewekelijks.
Ontlezing
Het blad heeft het moeilijk, geeft ds. Marchal aan. Had HW Confessioneel vijftien jaar geleden nog tussen de 2500 en de 3000 abonnees, nu zijn dat er 1500. In 1997 besloot de redactie de artikelen leesbaarder en de lay-out toegankelijker te maken, in de hoop meer jonge mensen te trekken en zo vergrijzing van het ledenbestand tegen te gaan. Enkele jaren geleden werden er deelredacties gevormd en traden enkele jonge scribenten aan, „die ook kundig zijn op de digitale snelweg.” Veel nieuwe aanwas kwam er echter niet, zegt de predikant tot zijn spijt.
Hij wijt dat aan de krimpende kerk en aan een „culturele verschuiving: de ontlezing. Wie gaat er nog echt voor zitten om een artikel te lezen? Mensen hebben minder kennis van zaken. Het is de kunst om eenvoudig te spreken zonder de zaken te versimpelen.”
Reflecterend: „Het klinkt allemaal wat klaaglijk. Ik zou graag zeggen dat we een royaal abonneebestand hebben, maar dat is nu eenmaal niet zo. We hopen op de oude voet verder te gaan, mensen toe te rusten en daarbij aan te sluiten bij wat men hier en nu van belang vindt, maar dat doen we niet zonder zorgen. Om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken én omdat een aantal mensen in de redactie op leeftijd is, gaan we in de loop van dit jaar de redactie wat kleiner maken.”
Waarmee onderscheidt HW Confessioneel zich van andere kerkbladen?
„Dat heeft te maken met het bestaansrecht van de Confessionele Vereniging. Die is in 1864 uit de nood geboren omdat het belijden van de kerk op de tocht stond. Dat belijden –ik gebruik bewust het werkwoord– is dynamisch. Er wordt van je gevraagd dat steeds opnieuw te formuleren en elkaar te blijven aanspreken op het hart van de zaak. De kerk staat belijdend in de wereld, stotterend en stamelend weliswaar, maar dat laat onverlet dat zij ergens voor staat. Zolang dat belijdende karakter ter discussie staat, heeft ons blad bestaansrecht. Niet dat we elkaar met een liniaaltje de maat willen nemen. Er zijn echter grenzen waar je niet overheen kunt gaan zonder dat je het gevaar loopt te verongelukken.”
Zo zou de hoofdredacteur van De Waarheidsvriend, het blad van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, het ook kunnen zeggen.
„Dat denk ik ook. We kunnen het uitstekend met elkaar vinden en maken geregeld samen een wandeling. In Apeldoorn geven ds. A. Baas –verbonden aan de Gereformeerde Bondsgemeente– en ik al een aantal jaren in grote saamhorigheid stuur aan een leerhuis.
Op bepaalde punten zijn er ook verschillen tussen de Gereformeerde Bond en de Confessionele Vereniging. De positie van de vrouw is een zaak waarover niet iedereen hetzelfde denkt, en ook in liturgische kwesties worden verschillende keuzes gemaakt.
De achterban van De Waarheidsvriend is duidelijker omlijnd dan die van HW Confessioneel. Ons blad heeft een brede uitstraling. Wij maken niet snel mee dat mensen in de pen klimmen om te protesteren tegen een bepaald artikel.”
Kan die brede uitstraling tot een vergrijzend ledenbestand leiden?
„Misschien wel ja. Anderzijds: laten we de moed hebben om over grenzen heen te kijken, zonder die te verloochenen. Ik ben blij dat de kring om de Confessionele Vereniging minder begrensd is. Uit peilingen is gebleken dat een groot deel van de PKN zich rekent tot de orthodoxe, confessioneel getinte kring, zonder dat ze lid zijn van de Confessionele Vereniging. Dit zeg ik zonder enige zelfvoldaanheid. De vraag is hoe wij hen als potentiële lezers van HW Confessioneel kunnen benaderen.”