Zij kan zich vinden in de lijn die nu door het hoofdbestuur is gekozen. „Maar voor mij is dit wel de uiterste stap. De Bijbel leert ons een onderscheiden plaats van man en vrouw in de samenleving, bijvoorbeeld in Spreuken 31, waaruit duidelijk blijkt dat vrouwen niet ”in de poort” zitten. Dat beginsel moet blijven staan. Ik vind het dan niet sterk om met het voorbeeld van Debora aan te komen. Zij trad op in een noodsituatie. De Debora’s van onze tijd laten zich, denk ik, niet op kieslijsten plaatsen. Zij zijn bidsters en worstelaarsters in stilte voor land en volk. Zelf zou ik in elk geval nooit op een vrouw kunnen stemmen.”

Volgens Fokker gaat het bij het huidige besluit van de SGP om een „ingrijpende beslissing waarover veel wijze mannen zich hebben gebogen. Hier hebben mensen van wákker gelegen.”

Voor haar is heel belangrijk dat het artikel waarin staat dat het regeerambt de vrouw niet toekomt, gehandhaafd wordt. „Ons uitgangspunt moet toch blijven: vreest God en houdt Zijn geboden. Ook hecht ik eraan te zeggen dat de SGP deze situatie niet heeft gezocht. Zij is er, door druk van buitenaf, in beland.”

Voor Fokker, die het als „een list van satan” ziet om onder christenen verdeeldheid te zaaien, is in deze discussie van gewicht wat er mogelijk gebeurd zou zijn als de SGP géén actie had ondernomen. „Dan was de partij mogelijk met nog veel moeilijker maatregelen geconfronteerd geworden, zoals de verplichting om op kandidatenlijsten om en om een man en een vrouw te plaatsen. Dit is hiermee voorlopig voorkomen.”