Dr. Sake Stoppels: Jezus riep leerlingen, geen vrijwilligers
KAMPEN – In kerken is veel aandacht voor de organisatorische kant van het kerkzijn, maar Jezus riep destijds leerlingen, geen kerkmensen of vrijwilligers.
Dat zei dr. Sake Stoppels, universitair docent gemeenteopbouw aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, woensdag tijdens de volgeboekte studiedag ”Spirituele vorming in de lokale geloofsgemeenschap”. De studiedag werd gehouden aan de gereformeerd vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen en was een samenwerkingvorm tussen de vrijgemaakte universiteit, de Evangelische Theologische Faculteit Leuven (ETF) en het Center of Evangelical and Reformation Theology aan de VU in Amsterdam.
Het overkoepelende thema van de studiedag was: spirituele vorming, een in Nederland vrij onbekende term. In de Engelstalige evangelicale wereld is er echter al decennialang veel aandacht voor ”spiritual formation”, aangejaagd door onder anderen mensen als Richard Foster en Dallas Willard.
„Dat de term in Nederland nog niet erg is ingeburgerd, wil niet zeggen dat we bij het nulpunt moeten beginnen”, zei ds. Jos Douma uit Haarlem, samen met dr. Hans Burger uit Franeker initiatiefnemer van de dag. „De kerk spreekt al eeuwenlang over godsvrucht, heiliging van het leven, discipelschap of geestelijke groei.”
In een context waar spiritualiteit vooral wordt geassocieerd met boeddhisme en new age, is het volgens de initiatiefnemers belangrijk dat kerken helder maken dat het christelijk geloof een eigen spiritualiteit meebrengt. Op het gebied van spirituele vorming –gelijkvormig worden aan het beeld van Christus– in de lokale geloofsgemeenschap is nog een wereld te winnen, menen de organisatoren.
Spirituele vorming gaat iedereen ter harte, constateerde ds. Lex Boot, predikantbegeleider binnen de Protestantse Kerk in Nederland, in zijn lezing. „Zonder de afbrokkeling van het christendom te ontkennen, zien we vandaag in allerlei kerkelijke stromingen een groeiend verlangen naar authentieke christelijke spiritualiteit.”
Spirituele vorming gaat verder dan religie als zekerheid voor mensen, zei ds. Boot. „Voor een groot deel van de kerkmensen, uit de breedte van de PKN, heeft geloof vooral die functie: geloof als laatste geborgenheid. Dat merk ik bijvoorbeeld bij uitvaarten. Religie als grond. Dat is belangrijk, maar spirituele vorming gaat een stap verder. Het gaat over omvorming. Over schuren en kraken. Om omvorming naar het beeld van Christus, hier en nu.”
Schatkamer
Spirituele vorming heeft alles te maken met de term heiliging, aldus ds. Boot. De kerk is volgens hem „de hele schatkamer van de heiliging” kwijtgeraakt. „Spirituele vorming zet het thema van de heiliging opnieuw op de kaart voor drukke, postmoderne mensen. Niet op een moralistische manier, maar als omvorming van binnenuit.”
De kerk kan teruggrijpen op eeuwenoude spirituele disciplines, aldus Boot. Hij schetste een gemeente waar christelijke meditatie een plek heeft, contemplatie, samen de Bijbel lezen, vasten, aanbidding en liturgie, feesten en vieren. Nederland telt inmiddels 150 groepen waar christelijke meditatie wordt beoefend, zegt Boot. Onlangs schreef hij een ”Kleine gids voor christelijke meditatie” (uitg. Boekencentrum). Christelijke meditatie is niet iets om „hip mee te doen”, stelt hij. „Zo van: omdat er zo veel boeddhistische en anderssoortige meditatie is, moeten wij dat zo nodig ook hebben. Het gaat altijd om de weg van omvorming in Christus.” Spirituele vorming had vanouds een grote rol in de gereformeerde traditie, zei dr. Ad de Bruijne, hoogleraar ethiek en spiritualiteit aan de Theologische Universiteit Kampen, in zijn lezing. Dr. De Bruijne definieerde spiritualiteit als „de beoefening van de relatie met God en de innerlijke beleving daarvan.”
Onder invloed van de postmoderne cultuur verschraalde het spirituele leven in kerken. „Klassieke protestantse vormen zijn afgekalfd: huisgodsdienst, gezamenlijk ochtend- of avondgebed, doordeweekse samenkomsten. De aandacht voor spirituele vorming kan helpen om dit hernieuwd te waarderen en op te pakken.”
Daarnaast zijn nieuwe vormen nodig, denkt De Bruijne. „Misschien in de vorm van kleine gemeenschappen voor geloofsopbouw, een vorm die de Reformatie al aanreikte. Of misschien een een-op-een geestelijk mentoraat, zoals evangelicale tradities dat kennen. Of misschien nieuwe monastieke subgemeenschappen, waar mensen zich wijden aan de beoefening van de relatie met God en tegelijk gastvrijheid beoefenen.”
OaseSpirituele vorming is geen vooruitgangsdenken, benadrukte De Bruijne. „Groei in Christus volgt altijd de weg van kruis en opstanding. Bij spirituele vorming is verlies winst, en is de minste de meeste. We delen in Christus’ lijden met af en toe een oase in de woestijn.”
Spirituele vorming in de gemeente begint bij de voorganger en de kerkenraad, aldus Boot. „Als ik zie waarover het allemaal gaat tijdens een kerkenraadsvergadering: over alles behalve spirituele vorming. Er wordt even snel geopend met een gedicht, en dan snel ”naar de agenda”.”
Daarbij is het geestelijk leiderschap van de predikant belangrijk, als een „levende heenwijzing naar Christus.”