Opruimen voor je persoonlijk ontwikkelingsplan
Vorig jaar kwam tijdens haar functioneringsgesprek haar werkplek ter sprake. Yerila Angelista (43), die als arbeidsdeskundige bij een overheidsinstelling in Rotterdam werkt, houdt van gezelligheid. „Er staan fotootjes op mijn bureau en er liggen kriskras stapels dossiers. Ik werk zo al vijftien jaar, maar het was voor het eerst dat werd gemeld dat mijn werkplek beter geordend moest. Vooral omdat anderen zich eraan stoorden. Het kwam ook in mijn persoonlijk ontwikkelingsplan (pop) te staan.”
Angelista begon vorig jaar vol goede moed met opruimen. Maar ze merkte al snel dat ze het niet gemakkelijk vond deze klus zelf aan te pakken. „Het bureau paste bij mij. Ik doe vaak tien dingen tegelijk en laat geregeld een spoor van spullen na. Dat verander je niet zomaar even.”
Daarom riep ze de hulp in van Christa van Dieren. Samen gingen ze op haar werkplek aan de slag. Angelista: „Christa bleef maar vragen stellen: Waarom heb je dit? Wat wil je ermee? Die vragen vond ik in eerste instantie heel lastig, maar ze brachten me wel waar ik wezen moest. Het mooie is dat het niet zo was dat zíj bepaalde waar alles moest komen te staan, maar dat ik zélf een plek moest bedenken. Zo werd het mijn systeem. Ik bleek veel meer spullen te hebben dan ik dacht. Zo had ik niet één pen, maar wel honderd pennen. Ook had ik wel drie pakken met elastieken in m’n la en drie nietmachines.”
Ze besloot alle dossiers waar ze niet meer mee bezig was af te sluiten en op te bergen. Daarvoor bedacht ze samen met Van Dieren een mappensysteem. „Ze leerde me dat ik drie weken nodig zou hebben om nieuwe gewoonten aan te leren. En ik merkte na die tijd inderdaad dat dingen meer automatisch gingen.”
De opruimklus had effect: Angelista ontving eind 2012 zelfs een bonus als beloning voor haar nette werkplek. „Ik denk dat mijn leidinggevende zelf ook niet had gedacht dat het me zou lukken.”
Een neveneffect van haar opgeruimde werkplek is dat collega’s nu wel eens achter haar bureau schuiven. „Dat is soms lastig, maar ook een groot compliment, want dat hadden ze daarvoor nog nooit gedaan. Als ze nu dingen op mijn bureau laten slingeren, vraag ik hun gelijk hun spullen mee te nemen. Dat laat wel zien dat er bij mij echt iets veranderd is.”
Nu het op haar werk beter geordend is, is Angelista ook thuis aan de slag gegaan. „Dat was ook echt nodig. Ik heb kamers waar ik de deur niet meer van open kreeg. Ik bewaar gewoon graag alles: tekeningen van toen ik vier jaar was, een eerste speentje van mijn dochter, notitieblaadjes met ”Mam, ik vind je lief”, concertkaartjes, boeken en agenda’s. En ik ben dol op foto’s. Trek een laatje open en je ziet er altijd wel een paar liggen.
Ik heb de zolder inmiddels al opgeruimd. Er staan nu alleen nog een paar dozen die ik nog een keer naar de kringloop moet brengen. Het luik van de zolder heb ik dichtgetrokken. Anders heb ik de neiging om alles wat ik in de andere kamers zie niet weg te doen, maar naar zolder te brengen. En dan heb ik gelijk weer een probleem.”