Opinie

Eerlijk debat zou misschien scheuring kunnen voorkomen

Hervormde gemeenten dreigen te scheuren. Ds. J. W. van Estrik pleit voor een open gesprek ter elfder ure in een kerkelijk orgaan.

2 October 2003 15:29Gewijzigd op 14 November 2020 00:36

Ontwrichtende ontwikkelingen in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hervormd-gereformeerden lijken één: ze blijven allemaal „op post.” De uitspraak blijkt echter misleidend. Zij wordt in twee betekenissen gebruikt. Men is pijnlijk verdeeld, blijkens reacties over en weer. Het bijna honderd jaar oude ”Gereformeerde-Bondshuis” lijdt aan verval van krachten. Herstel van de huisvrede is dringend geboden. Ik beschrijf hieronder een mogelijke weg daartoe.

Het Gereformeerde-Bondshuis, onderdak van veel hervormd-gereformeerden, kenmerkt zich door eenheid en verdeeldheid. De eenheid is statutair: een Hervormde Kerk op basis van Schrift en belijdenis. Bediening op gereformeerde leest. Goede heilswaren op de ”zondagmarkt van vrije genade”. Op de ”behoudende preek” graag het persoonlijk amen.

Vervolgens splijt het Bondshuis door een ophanden zijnde fusie van drie kerken. De weg in de toekomst: „Wij blijven op post.” (RD 29-9, pag. 2.) In welke betekenis? Als de nieuwe kerk (PKN) met een ondeugdelijke basis er is, blijft een deel op post, dat is: met een beroep op Gods verbond gaat men mee de PKN in. En een deel blijft op post, dat is: men blijft achter, men kan naar eer en geweten de Hervormde Kerk niet prijsgeven. Spraakverwarring. Een huis begint te scheuren. Is de huisvrede nog te herstellen?

Vroegere eenheid
Jaren geleden had men over de weg in de toekomst dezelfde mening. Oude nummers van de Waarheidsvriend zeggen dat. Men vreesde dat de kerk géén kerk meer zou zijn (november 1992). Men citeerde ds. W. L. Tukker. Door het verlaten van het fundament dat God onder haar gelegd heeft, „verliest de kerk haar kerk-zijn.” Onvoorwaardelijk wees men de conceptkerkorde af. Geen losverbandkerk, maar een hervormde kérk!

„Met name het grondslagartikel (II, 4) kan de toets niet doorstaan… elkaar tegensprekende belijdenissen of belijdende formuleringen… Met name de Konkordie van Leuenberg en de onveranderde Augsburgse Confessie… zijn niet in één adem te noemen met de gereformeerde belijdenisgeschriften, met name niet met de Dordtse Leerregels.”

De weg van de gereformeerde gezindheid buiten de vaderlandse kerk was niet begaanbaar gebleken, maar het grote gevaar dreigde nu dat de Hervormde Kerk zélf een stap terzijde zette en het spoor van de vaderlandse kerk verliet. Vanwege de belijdenis en vanwege de geschiedenis bleef men de hervormde plaats innemen: „Onze weg zal… wanneer de plannen ten uitvoer worden gelegd, in de toekomst de oud-hervormde weg zijn. Zoals de zaken er nu voorstaan, zullen hervormde gemeenten blijven voortbestaan. Ik leg de nadruk op: blijven. Maar wat zijn hervormde gemeenten zonder een hervormd kérkelijk verband? Daarom zullen zeker al die gemeenten die in het hervormde spoor verder zullen gaan, zoeken naar een kerkelijk kader om in het uitgezette spoor van de vaderen te blijven, hoe dat verder ook gestalte zal krijgen… Zoals de kerk zelf nu echter verder wil gaan, zó kan het niet. Dat zeggen we nadrukkelijk. Zo kunnen we niet mee.”

Plaats in PKN
Deze eendracht is verleden tijd. Men is in het Bondshuis na de oud-hervormde weg een andere weg gaan wijzen. Dat leidde tot verdeeldheid. Het hoofdbestuur was bang voor de gevolgen. De synode was vastbesloten naar een níéúwe kerk te gaan zonder echt akkoord van kerkelijke gemeenschap, te weten haar belijdenis.

In het Bondshuis toonde men zich voorzichtiger, zelfs meer dan dat. Over de onveranderde Augsburgse Confessie werd in behoorlijke mate positief gesproken. Ooit was gezegd: „Gereformeerden gingen ooit wég en intussen gingen ze massaal méé.” Het woord lijkt het Bondshuis te hebben getroffen. „Op post blijven”, werd het motto.

Daarmee werd de gedachte aan de oud-hervormde weg losgelaten en een rechtmatige plaats in de PKN bepleit. Tot verdriet van hen voor wie dit een onbegaanbare weg is op grond van de in 1992 geformuleerde bezwaren. Daarmee is de verdeeldheid een triest feit.

De eenheid lijkt nu verder weg dan ooit. Als gevolg van gebrek aan communicatie en transparantie? Is het contactorgaan de Waarheidsvriend optimaal gebruikt om elkaar te hervinden? Daar lijkt men een gereserveerde houding aangenomen te hebben tegenover degenen die moesten blijven bij hun standpunt ”hervormd blijven” van 1992.

Bijvoorbeeld werd de uit opdracht verkregen juridische nota over het recht van hervormde gemeenten van mr. L. Hardenberg niet onder de aandacht van de lezers gebracht. Mijn verzoeken daartoe in december 1997, ingediend uit hoofde van eerlijke voorlichting, brachten daarin geen verandering. Dit terughoudende beleid verklaart misschien ook een zekere vooringenomenheid recentelijk bij het wetenschappelijk geschrift van mr. Post, hetgeen indirect ook de promotor professor Balke trof.

Te goeder trouw misschien, of goedbedoeld om de rust te bewaren, vonden meer scribenten geen ingang. Eenzijdigheid is daarvan wel het gevolg en een -wellicht ten onrechte- onaangenaam gevoel bij deze en gene dat er voor ”hervormd blijven” en gewetensnood geen luisterend oor is. Als een selectie van ingezonden open brieven plaatsvindt op basis van deze inhoud, is werkelijk de objectiviteit in het geding.

Twee brieven, die van collega M. D. Geuze en die van emeriti, stonden in de Waarheidsvriend, maar het antwoord van collega P. C. Hoek op de eigen open brief, die per e-mail en per post uitging, niet.

Twee wijze mannen
Hervormde gemeenten dreigen te scheuren. Om voor te huiveren. De moeite waard om te voorkomen. Beter harmoniëren dan polariseren. Hoe? Ter elfder ure nog een open gesprek misschien in een kerkelijk orgaan? Een eerlijk debat. De spade diep in de Schriften steken en steekhoudend argumenteren.

Het orgaan de Waarheidsvriend, waarin eens ds. G. Boer en prof. H. Berkhof voor de lezers discussieerden, lijkt de aangewezen plaats of, in tweede instantie, het Gereformeerd Weekblad.

Ds. K. Exalto schreef in het verleden dat de belijdenis een expressie is van geloofsgemeenschap en dat de Waarheid van de Schrift geen toegeven duldt, zeker niet als het gaat over hoofdzaken. Misschien kunnen twee wijze mannen, broeders van hetzelfde gereformeerde huis, als reformatorische christenen en ’Bondgenoten’ zich met elkaar verstaan en samen de gemeenten en de Hervormde Kerk dienen „vanuit de saambindende kracht van de gereformeerde belijdenis en de religie ervan.” Sámen posten. Een gebeden hartenwens…

De auteur is hervormd predikant in Goedereede.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer