Kerk & religie

Predikantenverzekeraar Dominass: Steeds meer dominees lopen vast

Steeds meer conflicten binnen kerkenraden, financiële zorgen en kritischer kerkgangers hebben de psychische druk op predikanten de afgelopen 25 jaar flink doen toenemen.

Jasper van den Bovenkamp

10 January 2013 18:26Gewijzigd op 15 November 2020 01:15
Hans van Klaarbergen is samen met zijn broer Kees eigenaar van Dominass. Foto Dominass
Hans van Klaarbergen is samen met zijn broer Kees eigenaar van Dominass. Foto Dominass

Dat constateert Hans van Klaarbergen, directeur van theologenverzekeraar Dominass in Ochten. En de gevolgen blijven niet uit. „Steeds meer dominees lopen vast.”

Van de 4000 werkzame theologen in Nederland hebben er zo’n 3700 hun verzekeringen bij Dominass ondergebracht. Van Klaarbergen weet dus over wie hij het heeft. Hij staat, samen met zijn broer, al jaren aan het roer van de Ochtense onderneming en spreekt wekelijks predikanten uit alle hoeken en denominaties van kerkelijk Nederland: van de zevendedagsadventisten tot predikanten van de Gereformeerde Gemeenten.

De verzekeraar zag het domineesambt de afgelopen kwarteeuw veranderen. „De dominee is in veel dorpen en steden niet meer de geleerde, de profeet, de zielzorger.”

Niet alleen het seculiere volksdeel degradeerde de predikant tot een man onder velen, ook het kerkvolk en de ouderlingen en diakenen relativeerden zijn gezag en het mystieke van de christelijke gemeenschap, aldus Van Klaarbergen. „De kerk is een bedrijf geworden dat professioneel gerund moet worden.”

Ds. N. Boonstra, werkbegeleider binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), herkent die ontwikkeling. Ze begeleidt predikanten die burn-out raken, met conflicten in hun gemeente kampen of „spiritueel zijn uitgeblust.” „De kerkenraad functioneert anno 2013 als beleidsorgaan, de voorzitter fungeert als werkgever en zijn broeders en zusters zijn de werknemers die volgens bedrijfsnormen moeten werken. Wat mij betreft moet je als kerk in die taal helemaal niet willen denken. Je bent een vrijwilligersorganisatie met een geestelijke doelstelling.”

Er liggen wat Van Klaarbergen betreft meer problemen ten grondslag aan de groeiende psychische nood onder predikanten. Zo kost het kerken volgens hem meer moeite om een bekwame raad samen te stellen die zich bovendien geplaatst weet voor hetzelfde geestelijke doel als de predikant. Daarnaast speelt het kritischer wordend kerkpubliek een rol, denkt hij, en dienen zich steeds vaker gemeenteleden aan met zware problematiek zoals zelfmoordneigingen, echtscheidingen en verslavingen.

De visieverschuiving die ds. Boonstra constateert, is volgens Van Klaarbergen evenwel de hoofdoorzaak van het groeiende aantal conflictsituaties tussen kerkenraden en dominees. De afgelopen jaren zouden daardoor steeds meer predikanten uit hun ambt ontheven zijn of psychisch uitgeblust zijn geraakt. „Veel dominees zien zichzelf toch vooral als een geestelijke die zijn gemeente wil leren en leiden. Sommige kerkenraden willen daarentegen aan de hand van een soort structuurvisie en professioneel geformuleerde doelstellingen de kerk runnen. Er moet gefocust worden op jongeren, zodat er niet nóg meer weglopen. De kerk moet structureel werken aan evangelisatie in de stad, om zichtbaar te zijn, om reclame te maken. Niet zelden belandt dit soort missionstatements op het bordje van de dominee. Het probleem is alleen dat hij niet meer tijd heeft dan voorheen. Een predikant die goed kan managen en delegeren, redt het wel. De meesten zijn hier echter minder sterk in, of ze gaan, om de lieve vrede te bewaren, maar gewoon aan de slag.”

In het diepe

Toen hij bijna twintig jaar geleden zijn studie afrondde, was de praktische toerusting om met dergelijke kwesties om te gaan onvoldoende, zegt ds. W. van der Wind, hervormd predikant in het Groningse Siddeburen. „Toen ik als 38-jarige predikant begon, voelde ik me in het diepe gegooid. Achteraf durf ik te stellen dat de situatie niet verantwoord was. Mijn eerste gemeente had een ervaren predikant nodig.”

Als het aan ds. Van der Wind ligt, moeten kandidaten tijdens hun studie „een paar maanden rondhuppelen in het bedrijfsleven. Die praktische ervaring zou hun goed doen. Kijk naar een profeet als Amos en een apostel als Paulus; die konden zich prima redden in het dagelijkse leven.”

Zakelijke afweging

Een uitstekend idee, wat Van Klaarbergen betreft, maar of daarmee het probleem is opgelost, betwijfelt hij. „Waar pakweg 25 jaar geleden gemeenteleden de benoeming tot diaken of ouderling als een roeping van God ervoeren, kijken ze vandaag de dag steeds vaker of het wel in hun drukke agenda past. Het is moeilijker geworden om een raad van bekwame broeders en zusters samen te stellen. Dat is van invloed op de werkdruk van predikanten. Ten eerste: de heiligheid van een Godsroeping bracht met zich mee dat diakenen en ouderlingen zich automatisch integer en loyaal met de predikant opstelden. Eensgezindheid was in de regel vanzelfsprekend. Vanwege de verzakelijkte interpretatie van ambten ontstaan er sneller discussies of zelfs conflicten. Ten tweede: door de ontstane schaarste belanden nu geregeld ongeschikte mensen in de kerkenraad. Het zal niet de eerste keer zijn dat een lekkende dakgoot van de pastorie aan de basis van een ingewikkeld conflict ligt. De kerkenraad vraagt zich af of de reparatie valt onder de onderhoudskosten van de kerk of dat de predikant de rekening zelf moet betalen. Als niemand meer weet wat de rechtspositie van de dominee is, kunnen emoties gemakkelijk de boventoon gaan voeren. De predikant omzeilt dit soort thema’s liever, omdat hij er simpelweg niet mee bezig wil zijn. Uiteindelijk komt de problematiek als een boemerang bij hem terug en zo wordt hij het kind van de rekening.”

Dat een predikant liever niet te veel met z’n eigen financiën bezig is, kan zich uiteindelijk tegen hem keren, benadrukt Van Klaarbergen. „De financiële positie van predikanten is de afgelopen jaren aanzienlijk verslechterd. De emolumenten waar hij vroeger van profiteerde, accepteert de fiscus tegenwoordig niet meer. Hij krijgt nu een brutotraktement en daar houdt hij echt niet veel aan over. Een dominee zeurt er niet over, maar draagt het wel met zich mee.”

Zware wissel

Niet alleen de veranderde positie van de dominee leidt tot een toename van psychische problemen bij predikanten, ook het kritischer kerkpubliek en de problematieken waar gemeenteleden mee kampen, kunnen een zware wissel op hem trekken. Van Klaarbergen: „Predikanten krijgen steeds meer misère voorgeschoteld. Dominees die zich niet bijscholen of een training volgen, kunnen er soms echt niet mee uit de voeten.”

De samenleving is weliswaar veranderd, stelt werkbegeleider ds. Boonstra, „maar ingrijpende kwesties zoals zelfmoord en echtscheiding spelen al langer dan vandaag. Bovendien is het aantal hulpverleners sterk gegroeid. Honderd jaar geleden was de dominee zo’n beetje de enige hulpverlener.”

„Dat is waar”, beaamt Van Klaarbergen. „Toch zie je in de praktijk dat gemeenteleden hun nood in eerste instantie vaak delen met de predikant. Van hen wordt kennis en ervaring verwacht die over het algemeen niet in hun studieboeken is terug te vinden. Een jonge kandidaat die, vers van de opleiding, wordt beroepen en in z’n eerste gemeente krijgt te maken met een zelfmoord, verslaving en echtscheidingsprocedures, weet zich vaak geen raad. Ik heb er al verschillenden gesproken die zich in dit soort gevallen oprecht afvroegen: Is dit nu het predikantschap? Moet ik wel verder? Bij hun kerkenraad kregen ze geen luisterend oor. Ze liepen psychisch vast en raakten burn-out.”

Onder meer om dergelijke problemen te ondervangen zijn predikanten sinds het ontstaan van de Protestantse Kerk in 2004 met elkaar verbonden in zogenoemde regionale werkgemeenschappen, reageert ds. Boonstra. „Predikanten ondersteunen elkaar pastoraal en rusten elkaar toe in theologie en spiritualiteit. Dit is een prachtige plek om een klankbord te vinden voor je eigen situatie.”

Daarnaast, zegt de werkbegeleider, worden binnen de PKN predikanten met psychische problemen professioneel geholpen of doorverwezen naar professionals.

Een waardevolle service, wat Van Klaarbergen betreft. „Het is goed dat predikanten zich oriënteren op de nieuwe situatie binnen de Protestantse Kerk en dat zij het aanbod van permanente educatie benutten. Collegiaal overleg, al dan niet via de werkgemeenschap van predikanten, is van grote waarde.”

Een kwarteeuw geleden was de situatie in kerkelijk Nederland overigens anders, onderstreept hij. „Doordat destijds weinig reguliere psychotherapeuten het beroep van predikant begrepen, konden ze ook daar hun verhaal niet kwijt. De drempel om naar zo iemand toe te gaan was al hoog, omdat ze geacht werden zélf mensen pastoraal en psychisch te begeleiden. Daarnaast moest er voor zo’n behandeling worden betaald. Tijdens de eerste drie sessies met de therapeut was de dominee bezig zijn beroep uit te leggen.”

Honderd aanmeldingen

Voor Dominass was het een jaar of vijftien geleden reden om een netwerk van psychotherapeuten op te richten die de psychische problemen van predikanten wél begrepen. Inmiddels is er een landelijk dekkend systeem. Predikanten die zich bij z’n psychotherapeut melden, krijgen de behandeling bovendien door Dominass vergoed. „We ontvangen zo’n honderd aanmeldingen per jaar”, aldus Van Klaarbergen.

Binnen de Protestantse Kerk worden stagnerende predikanten al sinds de jaren 70 van de vorige eeuw begeleid, zegt ds. Boonstra. Dat was altijd gratis, maar wegens bezuinigingen vraagt de kerk sinds dit jaar een vergoeding van 60 euro per uur. „Ik begeleidde ongeveer vijftig predikanten per jaar; afgelopen jaar waren het er dertig. Dat zal te maken hebben met die vergoeding.”

Een dominee die een dergelijk traject heeft doorlopen, wordt in de regel echter minder snel beroepen, is de ervaring van ds. Van der Wind. Dat vindt hij jammer. „Gemeenten moeten niet bang zijn voor predikanten met een vlekje. Het is veel belangrijker hoe hij met dat vlekje is omgegaan. Te vaak merk ik dat gemeenten een predikant zoeken met een volmaakte cv. Laten ze juist zoeken naar iemand die wat heeft meegemaakt.”


Dominass

Hans van Klaarbergen is samen met zijn broer Kees eigenaar van Dominass. Het Ochtense bedrijf, dat dit jaar 25 jaar bestaat, maakte destijds snel furore met het speciaal voor theologen opgerichte verzekeringscollectief. Omdat een theoloog minder jokt dan de gemiddelde Nederlander, minder valse claims indient én minder brokken maakt, kunnen theologen als georganiseerde groep voordelig verzekerd worden, aldus Van Klaarbergen. Meer dan 90 procent van de Nederlandse theologen heeft zijn verzekeringen inmiddels bij Dominass ondergebracht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer