Gelijk oversteken als diplomatiek steekspel
Soms lijken internationale conflicten op kinderachtig geruzie. Zo is het conflict tussen Noord-Korea en de Verenigde Staten samen te vatten onder het thema: gelijk oversteken.
Amerika eist immers van Pyongyang beëindiging van zijn kernwapenprogramma, Pyongyang eist op zijn beurt een veiligheidsgarantie van de Amerikanen, met als kerneis dat er over en weer gelijk wordt overgestoken.
Maar Washington heeft weinig vertrouwen in dat oversteekspelletje van de Noord-Koreanen. Het wil juist een eerste stap van de Noord-Koreanen: „Nuclear renunciation first, negotiations later.” Vrij vertaald: dat kernwapenprogramma moet van tafel; daarna praten we verder.
De Amerikanen hebben natuurlijk een reden om zich zo op te stellen: het verleden heeft geleerd dat er alleen vanuit een positie van kracht succesvol met Noord-Korea valt te onderhandelen.
Daar komt bij dat Washington zich nog nooit zo sterk heeft gevoeld tegenover de stalinistische dwerg in Noordoost-Azië. Zo was het zespartijenoverleg dat eind vorige maand in Peking werd gehouden zonder meer een overwinning van de Amerikanen. Alleen al het feit dat er met zes partijen werd overlegd -behalve de VS en Noord-Korea zaten Zuid-Korea, China, Japan en Rusland aan de zeshoekige (!) tafel- was een concessie van Noord-Korea. Dat heeft immers steeds geëist dat het onder vier ogen met de VS wilde onderhandelen.
Eind augustus vond het ook nog eens vijf handen op één buik tegenover zich: zelfs de oude bondgenoot China zat tegenover, en niet naast, de onderhandelaars van de Noord-Koreaanse dictator Kim Yong Il.
Nu het vervolgoverleg van de zes voor de deur staat -ergens in november zou weer onderhandeld moeten worden- lijkt het erop dat Pyongyang aan die geïsoleerde positie wat wil doen. Al direct na het (mislukte) zespartijenoverleg in Peking verwachtten diplomaten Noord-Koreaanse provocaties om bij de volgende ronde de vijf partijen uiteen te drijven. De verdeel-en-heerstactiek is de Noord-Koreanen nooit vreemd geweest. Er werd geopperd dat ze misschien een langeafstandsraket zouden presenteren en testen, dat ze een testkernbom zouden laten exploderen of zichzelf zouden uitroepen als kernwapenmacht. Die verwachtingen zijn vooralsnog beschaamd, maar de wilde sprongen die Noord-Korea dinsdag maakte door aan te kondigen helemaal niet meer over zijn kernwapenprogramma te willen praten, en opnieuw een eerste (lees: simultane) stap van de Amerikanen te eisen, beogen hetzelfde doel: verwarring en angst zaaien om partijen uiteen te drijven.
Maar de Amerikaanse president Bush is niet van plan water bij de wijn te doen: met de militaire aanpak van Saddam Hussein heeft hij gekozen voor de ”stick” in plaats van de ”carrot” ten aanzien van andere schurkenstaten als Noord-Korea. En als dan toch de druk een beetje van de ketel moet kan Pyongyang, in de woorden van Bush, nog enkel „dialoog zonder onderhandelingen” tegemoetzien.
Overigens zit een gewapend optreden tegen Noord-Korea er niet in. Dat is althans de verwachting van dr. Hong Soon Jick, in het herfstnummer van East Asian Review (”North Korean Nuclear Crisis: Prospects and Policy Directions”). In Amerika staan presidentsverkiezingen voor de deur en voor die tijd is een nieuw militair avontuur niet te verwachten - zeker niet nu het in Irak en in Afghanistan niet vlotjes verloopt. In plaats daarvan verwacht dr. Hong een opstelling van „designed neglect”, bewust negeren, van pappen en nathouden zonder een doorbraak af te dwingen.
Dat houdt niet in dat de Noord-Koreanen maar hun gang kunnen gaan. Zo zal Amerika blijven laveren tussen dialoog en druk, waarbij voor dat laatste optimaal gebruik wordt gemaakt van het multilaterale (zespartijen)overleg teneinde de druk op Noord-Korea hoog te houden. Zoals gezegd is vooral China een vette vis in het diplomatieke net van de Amerikanen omdat Peking de laatste bondgenoot van de Noord-Koreanen was. Ook China vreest een Noord-Koreaans kernwapen, omdat het de remilitarisering van rivaal Japan zal stimuleren en bovendien Taiwan mogelijk ertoe zal verleiden ’nucleair’ te gaan. En dan kan China zijn ”een-China-beleid” wel vergeten: Taiwan desnoods militair inlijven is dan helemaal onmogelijk geworden.
Maar er zijn grenzen aan de internationale steun voor de Amerikanen. Dat hebben ze in april al gemerkt toen ze probeerden de kwestie Noord-Korea voor de Veiligheidsraad te brengen, bij wijze van eerste stap in de richting van sancties. China en Rusland hebben die stap -met steun van Zuid-Korea- geblokkeerd, met als argument dat het nog altijd onzeker was of de Noord-Koreanen een of meer kernwapens bezaten. In werkelijkheid vrezen ze bij een afknijpbeleid een snelle ineenstorting van het buurland, met alle chaotische toestanden voor de regio van dien.
Washington probeert nu via een omweg toch dat doel te bereiken door een hapsnapembargo te organiseren: voedselhulp te halveren, olieaanvoer af te knijpen en illegale geldstromen (afkomstig uit drugshandel) droog te leggen. Of dat zonder de volledige medewerking van China en Rusland zin heeft, blijft de vraag.
Wat wel zin heeft is een ander initiatief van de Amerikanen, het Proliferation Security Initiative (PSI), waarin elf landen samenwerken bij het onderscheppen van massavernietigingswapens die vanuit Noord-Korea worden geëxporteerd. Vorige maand werd voor de kust van Australië een eerste oefening in het enteren van verdachte schepen gehouden. Operatie ”Exercise Pacific Protector” was een groot succes in internationaal gesanctioneerde piraterij. Volgend jaar volgt nog een reeks oefeningen. Maar of dat alles de Noord-Koreanen op de knieën zal krijgen?
Dr. Hong Soon Jick gelooft meer in een diplomatieke stap-voor-stapbenadering, waarbij onder tal van voorwaarden beide partijen naar elkaar toe werken. Zo zou Noord-Korea een voorwaardelijke en geleidelijke ontmanteling van zijn nucleaire programma moeten afkondigen, terwijl de VS iets van een veiligheidsgarantie aan het Noord-Koreaanse bewind geven. Geen formeel non-agressieverdrag, maar een eenvoudig document, waarvoor de internationale gemeenschap zich garant stelt. Hong acht het van belang om langs die weg een win-winsituatie voor alle partijen te bereiken.
Lang niet iedereen is ervan overtuigd dat de Noord-Koreanen tot concessies bereid zijn. Onder veel waarnemers leeft zelfs de twijfel of Pyongyang ooit zijn kernwapenprogramma zal willen opgeven. Het heeft er immers tientallen jaren voor geknokt, er enorme bedragen in gestoken, het vormt een goed alternatief voor het reguliere leger dat vanwege brandstoftekorten en wegroestend materiaal steeds minder in beweging kan komen. En bovendien: kernwapens zijn een machtig onderhandelingswapen om van de buitenwereld meer geld, meer hulp of meer voedsel los te krijgen.