In zijn jaarrapport, bedoeld voor de Algemene Vergadering van de VN, maakt rapporteur Abdelfattah Amor de balans op van het wereldwijde geweld tegen minderheidsreligies. Zoals steeds krijgen India, Pakistan en China ervan langs. Maar dit jaar nemen ook de Verenigde Staten een prominente plaats in. Het aantal gewelddaden tegen moslims en mensen van Arabische origine is in de VS sterk gestegen sinds 11 september 2001.

In zijn jaarrapport, bedoeld voor de Algemene Vergadering van de VN, somt Amor bekende en minder bekende gevallen van „islamofobie” in de VS op. Naast spontane gevallen van straatagressie tegen moslims, mensen van Arabische origine en (voor moslims gehouden) Indiërs, werd de islam in de VS ook het voorwerp van aanvallen met voorbedachten rade. In augustus vorig jaar konden de autoriteiten in de staat Florida een plan verijdelen om vijftig moskeeën en islamitische culturele centra op te blazen. In maart 2002 werden twee schoten afgevuurd op een grote moskee in Chicago, waar op dat moment honderd mensen aanwezig waren.

De VN-rapporteur noemt in zijn rapport enkele bekende Amerikanen die zich haatdragend zouden uiten jegens de islam. De vijandigheid tegen al wat islamitisch of Arabisch is, werd in 2002 gevoed door de media en door uitspraken van bekende figuren. Evangelist Franklin Graham, die in augustus vorig jaar verkondigde dat de islam „een kwade en doortrapte religie is” en de Amerikaanse minister van Justitie John Ashcroft, die in november op de radio verklaarde dat de „islam een religie is waarin God je vraagt je zonen voor hem te offeren”, zijn de bekendste voorbeelden op Amors lijstje.

Maar wat te denken van de oproep die predikant Pat Robertson vorig jaar lanceerde op de alom bekeken zender Christian Broadcasting Network? „De islam is geen religie die vreedzaam kan leven met andere. De moslims willen coëxisteren tot ze kunnen controleren, domineren en vernietigen.”

Het blad ”National Review” riep kort na de aanslagen op tot een open oorlog tegen moslims. „We weten wat voor moordzuchtige maniakken moslims zijn. We moeten hun landen binnenvallen, hun leiders doden en hen tot het christendom bekeren”, schreef columniste Anne Coulter.

„De VS moeten de verspreiding van islamofobie stoppen”, zo zegt de speciale VN-rapporteur voor geloofsvrijheid. „De Amerikaanse media blijven een negatief en onjuist beeld ophangen van bepaalde religieuze groepen.”

Sinds 2002, zo blijkt uit het rapport, gebruiken regeringen in de hele wereld de nationale veiligheid als voorwendsel om de geloofsvrijheid in te perken. Voorbeelden daarvan zijn India, Pakistan en China. In India kreeg niet alleen de islam het hard te verduren; het fanatieke hindoeïsme keerde zich ook tegen kasteloze Dalits die zich wilden bekeren tot andere godsdiensten en tegen christenen. In Pakistan is er volgens Amor sprake van „een stijgend aantal geweldplegingen in naam van de religie.” China wordt opnieuw gewezen op de vervolging van de Falun Gong-sekte.