Christus alles
2 Korinthe 8:9
„Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.”
Men leert God kennen uit Zijn Woord: „Onderzoekt de Schriften, die zijn het die van Mij getuigen” (Joh. 5:39). Het geloof is uit het gehoor van Gods Woord (Romeinen 10:17). Door de werking van de Heilige Geest: „Mijn Geest Die op u is, en Mijn woorden die Ik in uw mond gelegd heb, zullen van uw mond niet wijken (Jesaja 59:21). Tevergeefs plant Paulus, en maakt Apollos nat, als God de wasdom niet geeft. Het geloof is uit het gebruik der heilige sacramenten, die ons als het ware levendig vertonen het lijden en sterven van de Zaligmaker, Die alle gelovigen aan Zijn liefdemaaltijd nodigt, met uitsluiting van alle onbekeerden, die daar geen deel aan hebben. Alles wat de Heere Jezus gedaan heeft, is ten beste van de gelovigen. Christus is ons van God geworden tot wijsheid, rechtvaardigmaking, heiligmaking en tot volkomen verlossing (1 Korinthe 1:30). Zo is Zijn menswording geweest ten goede van hen. Zijn leven is geweest een gedurig leren en onderwijzen, om naar Zijn voorbeeld Zijn voetstappen na te volgen. Zo is Zijn dood geweest tot hun verlossing, en Zijn opstanding tot onze rechtvaardigmaking. Zijn hemelvaart en alles is ten beste van Zijn volk. Hij was in de gestaltenis Gods, en behoefde het geen roof te achten, Gode even gelijk te zijn, en nochtans heeft Hij Zichzelf vernietigd tot de dood des kruises (Filippensen 2:6, 7).
J. van Lodenstein, predikant te Utrecht
(uit ”De heerlijkheid van een waar christelijk leven uitblinkende in een godzalige wandel”, 1767).