Collectantencollege Dordrecht 200 jaar
DORDRECHT – Nederland kent slechts twee colleges van gecommitteerden: in Dordrecht en in Katwijk. De oudste –die in Dordrecht– bestaat vandaag 200 jaar.
Het ontstaan van deze colleges hangt samen met de veranderingen die optraden na het vertrek van de Fransen uit Nederland. Voor de Franse tijd (1789-1812) waren er behalve de kerkenraad ook kerkrentmeesters. Deze werden door de overheid aangesteld.
Ten tijde van keizer Napoleon en de verlichting veranderde er veel in Nederland. Zo werden de kerken niet meer ondersteund door de regering en moesten zij zelf hun zaken behartigen. Salarissen van predikanten werden niet meer door de staat uitbetaald, en het onderhoud van de kerkgebouwen moesten gemeenteleden zelf bekostigd.
Door deze veranderingen besloten de toenmalige kerkrentmeesters colleges in het leven te roepen om te collecteren. Deze collectanten waren geen lid van de kerkenraad, maar onderhielden wel nauwe banden met de kerkenraad en de kerkrentmeesters.
Zo ging het ook in Dordrecht. Op 7 januari 1813 had de oprichting plaats van het ”College van gecommitteerden tot instandhouding van den openbare godsdienst van de Nederlandsche Hervormde Gemeente te Dordrecht”; kortweg het College van Gecommitteerden of het College van Collectanten.
Het college heeft de afgelopen 200 jaar onafgebroken gecollecteerd in de Nieuwkerk (tot de sluiting van deze kerk in 1960), de Grote Kerk en de Augustijnenkerk. Tegenwoordig collecteert het college, samen met de diakenen, ook nog in de Pauluskerk.
Sinds 1813 zijn er in totaal 343 leden geweest; op dit moment zijn er 31 leden. Volgens de reglementen is een gecommitteerde na zes jaar aftredend. „Maar veelal blijven de broeders nog jaren daarna actief. Het is zelfs zo dat de leden voor het leven benoemd worden”, meldt een van betrokkenen. „Onderling staat de broederband hoog in het vaandel: zo zal men altijd voor elkaar klaarstaan.” De leden bekleden geen ambt maar vervullen wel een belangrijke taak binnen de kerk, benadrukt het college.